Na het ontbijt vertrokken Kim, Flo en ik met de chauffeur richting Lake Toba. De rit zou wederom een uurtje of vijf gaan duren. Sumatra is zo ongelooflijk groot. Het is het op vijf na grootste eiland ter wereld en bijna 11x groter dan Nederland. Dus de afstanden die je moet afleggen om ergens te komen zijn dan ook enorm. De weg was dit keer wel iets beter dan de keren daarvoor.
Onze 1e stop was in een Karo Batak dorp. Daar zag ik voor het eerst de typische woningen die de Batak volkeren hebben. Er zijn meerdere verwanten, waarvan de Toba Batak het bekendst is. Dit ga ik straks zien bij Lake Toba. De naam Batak is volgens bronnen een beledigende bijnaam die de moslims in de kustgebieden aan hen gaven. Het schijnt een scheldnaam geweest te zijn voor heidense hooglandvolkeren van Zuidoost-Azië. In Indonesië staan de Batak bekend om hun uitstekende zangkwaliteiten en het maken van babi panggang. Die zangkwaliteiten horen jullie straks nog wat meer over.
Voor 50.000 IRD (€3,32) mochten we een kijkje nemen in 1 van de huizen. Het leek wel alsof ik in een tijdmachine was gestapt en terug in de tijd ging. Wat ontzettend primitief, bijzonder om te zien dat de mensen nog zo leven! Ze wonen met 20 mensen in dit huis! Dat zijn 4 gezinnen en er zijn 8 mini slaapkamers! Bizar toch, dat kunnen wij ons niet voorstellen. Ieder gezin heeft zijn eigen kookplek in de woning en het ruikt er ook heel erg naar verbrand hout. We reden nog een stuk door en de volgende stop was bij een waterval. Deze waterval heet Sipiso Piso en 120 meter hoog. Daarmee is het 1 van de grootste watervallen van Indonesië. We hadden geen tijd om er echt helemaal naartoe te gaan, maar dat was prima. We waren allemaal ook wel een klein beetje moe van de vulkaan.
Ik moest nog een slaapplaats voor die avond en de avonden erna boeken. De tijd begon wel te dringen aangezien we niet meer zo heel ver moesten rijden. Toen ik na lang zoeken wat gevonden had en mijn mail opende om te checken of het bevestigd was zag ik een heel onaangenaam mailtje. Mijn vlucht naar Bali bleek geannuleerd te zijn. Eigenlijk zomaar, zonder reden. Er gaat maar 1 rechtstreekse vlucht per week vanaf Medan naar Bali dus dat betekende kijken wat de opties zouden zijn. Ook ontstonden er nieuwe mogelijkheden en heb ik nog getwijfeld om langer in Sumatra te blijven. Ik zou namelijk nog heel graag naar Harau Valley willen. Alleen zou dit zo maar weer 3 tot 4 extra reisdagen betekenen en dat is gewoon wel heel erg zonde. Dus het werd toch Bali. Er gaat diezelfde dag ‘s ochtends om 6 uur een vlucht met tussenstop en die heb ik geboekt.
Eenmaal aangekomen in Parapat stap je op de boot naar het eiland Samosir. Dit eiland ligt in Lake Toba. Dat is met ruim 1100 km2 het grootste kratermeer ter wereld. Het is bijna net zo groot als Singapore. Ik verbleef in het plaatsje Tuk Tuk. Bijna alle accomodaties liggen aan het meer en je stapt uit op de steiger bij je verblijf, ideaal! Op de boot zat een grote groep lokale mensen en die hadden dus een draagbare box bij zich met scherm. Wij kregen een hele karaoke show. Zingen uit volle borst. Wij wisten niet wat we zagen, maar nu weet ik dus dat zingen iets is wat bij deze bevolkingsgroep hoort. Ik was de enige die er bij het Silington Hotel uitging. Het hotel zag er netjes uit, alleen mijn kamer alles behalve dat. Mijn God, wat was het smerig. Je kon niet eens in de spiegel meer kijken zo vies. En ik had er best nog flink geld voor betaald voor Indonesische begrippen. Ze zagen het zelf ook wel en ik kreeg een flinke upgrade. Nu had ik een super grote kamer, schoon en heel mooi uitzicht op het meer. Top dus!
Joanne zat ook op het eiland en ‘s avonds zijn we samen gaan eten in een restaurant bij mij om de hoek. Ik zag dat ik daarnaast ook mijn was kon brengen dus dat maar gelijk gaan doen. Met het schaamrood op mijn kaken ben ik die zakken gaan brengen. Die zakken wilde je gewoon niet openmaken. Wat een vreselijke lucht kwam daar uit 🤢. Lekker vochtige kleren bij elkaar op een hoop. Het was in totaal 5kg en ik had ook echt nog amper iets om aan te trekken. Gelukkig was het de dag erna al klaar.
Ik was best moe na zo’n lange en actieve dag en lag er vroeg in. De volgende ochtend kon ik eindelijk voor het eerst sinds ik in Sumatra ben een warme douche nemen. Hier is alleen tussen 7-8 warm water en daarna niet meer. Na een douche of bad ben ik het liefst zo rood als een kreeft. Ik hou namelijk heel erg van heul warm water. Dus die koude douches waren best pittig soms. En met koud bedoel ik ook echt ijskoud.
Joanne en ik gingen samen ontbijten en een scooter huren. Dit kost hier €8 per dag. Alles is hier wel een stuk duurder trouwens. Sowieso is ook hier alles sinds de lockdown duurder geworden. Joanne heeft afgelopen zomer een heftig scooterongeval in Italië gehad en heeft nog steeds een wond die niet goed geneest. Dus zij durft sindsdien niet meer te rijden. Dus ik was de chauffeur en Joanne de fotograaf😁! We hadden niet echt een plan, behalve dat we het noordelijke deel van het eiland zouden gaan bekijken. We zijn eerst een stukje naar het zuiden gereden en hebben de huizen van het Toba Batak volk bekeken,die lijken heel erg op die van de Karo’s. Je ziet hier ook bij de huizen allemaal kleine begraafplaatsen. Joanne vertelde dat de mensen bij hun huis begraven worden, zodat de kinderen daar niet weggaan later. Wel een gek gezicht om dat overal te zien. Je ziet ook wel een groot verschil in hoe die eruit zien (arm/rijk).
Daarna besloten we een klein beetje “offroad” te gaan en zagen immens veel scooters en mensen. Iedereen was mooi gekleed en er stonden kleurige borden langs de kant van de weg. Wij namen aan dat er een bruiloft aan de gang was en vroegen of we mochten kijken. Er stond nog een toerist en die had een gids bij. Deze vrouw vertelde ons dat het hier om een begrafenis ging. De man die overleden was is een afstammeling van de voormalig koning van de Sidabutar stam. Dit weten wij doordat zijn achternaam net zo is. Dat het om een (belang)rijk iemand ging was wel duidelijk, het hele eiland leek wel te zijn uitgelopen voor de begrafenis. Er werd allemaal muziek gemaakt en gedanst. Het dansen gebeurt alleen als iemand kleinkinderen heeft, anders wordt er niet gedanst. De kist stond daar ook gewoon en was open. Heel erg bijzonder om mee te maken!
Onderweg zagen we echt steeds prachtige landschappen en hadden we regelmatig een adembenemend uitzicht. Vaak komt het op een foto ook gewoon niet goed over hoe mooi het in het echt is. Het was bewolkt en soms best fris. Het weer is hier echt heel anders dan in Bukit Lawang. Luchtvochtigheid is veel lager hier en ook minder warm. We hadden zelfs wat regen onderweg en hele harde wind. Maar niet veel later kwam de zon ook nog even door. Dat heb ik geweten. Ik lijk wel een wielrenner, mijn hele T-shirt staat in mijn lijf. Pijn dat mijn armen deden en knalrood! En ik verbrand echt niet snel, maar deze combi was niet top. Ik ben nu echt een Belanda Goreng (Gebakken Nederlander). Als je hier namelijk zeg dat je uit Nederland komt zegt iedereen ahhh Belanda (spreek je uit als blanda). Dit was vroeger niet zo heel aardig, maar tegenwoordig is dat anders.
De wegen waren trouwens echt prima te doen en stukken beter hier dan op het vaste land. Onderweg kwamen wij groepje met meisjes tegen op de scooter. Die zwaaide vrolijk en kwamen op den duur naast ons rijden. Ze vroeg of we wilden stoppen en even met ze wilden praten. Wij zijn de moeilijkste niet en deden dat. Stonden we dan midden op de weg. Van school hadden ze huiswerk gekregen om Engels te praten met toeristen. 1 meisje filmde alles en we werden een soort van geïnterviewd haha. Daarna volgde er nog een fotosessie. We kregen ook helemaal instructies dat we een hartje moesten maken met onze handen. Zo grappig 🤣! Later op die dag werd er nog regelmatig gevraagd: excuus me miss, can I take picture? Het voel zo vreselijk ongemakkelijk. Tuurlijk ga je op de foto. Maar waarom, wat is er leuk aan en wat doen ze ermee? Ik heb geen idee🤷♀️ . Het voelt alsof je meer bent ofzo, terwijl je net zoals ieder ander bent. Het blijft zeer onwennig en een rare gewaarwording!
Joanne en ik hadden al een flink stuk gereden en tussendoor een aantal keer gestopt, want we hadden toch een pijn van het zitten. Heel gek, normaal heb ik daar nooit zoveel last van. Nou was de band al wel wat zacht toen we vertrokken, dus waarschijnlijk was dat de boosdoener. Echt zeer weinig mensen spreken hier trouwens Engels en als ze Engels spreken is het echt alleen de basis. Dus we dachten toen we weggingen: laat maar, is anders weer zo’n gedoe om het uit te leggen. We waren op de terugweg en moesten nog een goeie 45 minuten rijden. We hadden net een lange stop achter de rug om even wat te eten en drinken te halen. En ineens vond ik de scooter wel raar doen. Dus ik zei het lijkt wel alsof we een lekke band hebben. We stonden echt in the middle of nowhere en jahoor band plat. Het 1e dorp was nog 7km rijden. We hadden geen nummer van het verhuurbedrijf. Nou ja bedrijf, dit was gewoon een soort supermarkt die ook wat scooters had staan voor verhuur. Sta je dan met je goeie gedrag. Ik zei tegen Joanne, laten we het maar proberen en dan kijken we wel of het gaat. Nou na 2 tellen merkte ik al dat ik niet echt een goeie controle over de scooter had en dus stopten we. Wil ook geen risico nemen en straks vallen. Op het moment dat we net waren gestopt kwam er een vrij luxe uitziende auto aan en daar bleek onze redder in nood in te zitten. Deze auto kwam in z’n achteruit en de man die uitstapte sprak ook nog eens goed Engels. Hij bood aan op de scooter naar een plek te rijden waar deze gemaakt kon worden en wij konden dan de auto in. Het voelde goed en wij vertrouwen hem allebei. Dus deden we wat hij zei. Na een kleine 10 minuten rijden kwamen we aan bij een badass woman. Deze vrouw had binnen no time die band eraf en het lek gevonden. Ze had een tweeling van een aantal maanden oud en nog 2 kinderen rondlopen. Klein probleem was wel dat de scooter eigenlijk om 18 uur terug moest zijn en dat was het inmiddels al bijna. Nou ja we konden hier niks aan doen. Die dame fixte onze scooter en een klein halfuurtje later konden we weer gaan. Onze redder in nood stond erop de kosten te betalen. Dit wilden wij absoluut niet, maar wij mochten geen cent betalen. We hebben hem enorm bedankt en gezegd dat hij een engel was, want dit was toch echt wel even een momentje van juiste tijd, juiste plek. Wij hadden ons anders echt geen raad geweten. Het werd namelijk ook al donker en dan wil je daar echt niet staan. Je hebt daar geen verlichting en we waren best ver weg. Uiteindelijk kwamen we een uur later aan bij het verhuurbedrijf en was alles oké. Ik moet trouwens zeggen zag het links rijden mij gelukkig gelijk wel weer goed afging en ik eigenlijk helemaal niet moest wennen dus dat is wel super fijn!
Joanne en ik hebben samen nog wat gegeten en toen was het tijd om afscheid van elkaar te nemen. Joanne ging namelijk de dag erna terug naar Medan en vliegt dan naar Java en ik had nog een dag hier. ‘s avonds is het trouwens niet te doen hier, tot een uurtje of 11 zitten hele groepen met elkaar te zingen. Nou ja zingen, het is meer schreeuwen. Ook in restaurants gebeurt dit soms. Het is erg bijzonder en ook niet altijd zuiver en mooi🙉. Maar ja hoort dus bij de bevolking.
Ik had wat minder goed geslapen en was best moe. Nou heb ik ook wel erg veel gedaan de afgelopen dagen, dus niet heel gek. Ik was dus allemaal wat later op dan normaal. Rond 11 uur zat ik weer op de scooter en ben ik nog naar 2 belangrijke plekken geweest voor de Toba Batak. Ik kan hier heel veel over vertellen, maar dan wordt de blog nog langer. Ik zal daarom bij de foto’s wat info zetten over wat het is. Na een stuk gereden te hebben was ik het zat en ben ik lekker teruggegaan. Heb een serie gekeken, wat gelezen en besloten die avond een kookles te volgen.
Ik had om 17 uur afgesproken bij restaurant Juwita. Heddy is de eigenaresse en geeft hier als sinds 2001 kooklessen. Super lieve vrouw die het ook echt leuk vind om je dingen te leren. Ze heeft het zwaar gehad tijdens COVID en daardoor 2,5 jaar geen kookles kunnen geven en bijna niemand in het restaurant gehad. Dus ik heb haar ook wat extra’s gegeven. Mensen kunnen het hier echt wel heel erg hard gebruiken. Ook zij hebben last van alle prijsstijgingen. Ze koken veel in (zonnebloem)olie en dat kost gewoon €5,50 per liter. Sommige mensen moeten hier minimaal 2 dagen voor werken!
Heddy had alle spullen al klaar gezet dus we konden gelijk beginnen. We gingen voor de tempeh coconut curry, Kip sate met pindasaus en pisang goreng. Ik moest gewoon nog keihard aan de bak want de kokosnoot moest geschraapt worden. Je zit dan op een houten kistje en daarop zit een metalen schraper. Dit is serieus werken hoor💪! Het was heel leuk om te doen, smaakte heerlijk, was alleen veel te veel. De recepten krijg ik opgestuurd. Dus ik kan het nog eens namaken.
Vandaag werd ik rond 9 uur opgehaald door de boot. Het vervoer is hier trouwens redelijk op tijd. Nu begint de terugreis naar Medan. Die zal wederom zo’n 6 uur duren. Mochten jullie je afvragen wat zo’n rit nou steeds kost. Dat is 210.000 IRD (€13,96). Normaal zit je goed en ruim. Maar nu zitten we met z’n achten in een auto voor 6 personen incl iedereens bagage. Heel erg oncomfortabel zo bovenop elkaar gepropt. Alles begint ook een beetje pijn te doen nu en benen/voeren slapen steeds. Kijk nu al uit naar een warme douche straks en wellicht kan ik ook nog een massage nemen! Eerst nog even 2 uurtjes doorbijten, maar we zijn over de helft 🫣!
Geschreven door Anitas.travels