De reis naar Berastagi duurde lang, 5 uur ongeveer. De weg was nog erger dan naar Bukit Lawang. Echt vol met gaten en op sommige plekken zo chaotisch! Onderweg zagen we restaurants met borden waar B1 en B2 op stond en plaatjes erbij. Ik had hier al wat over gelezen. B1 staat voor biang oftewel hond. Het blijkt voor de Bataks (de mensen die in deze omgeving wonen) een ware delicatesse te zijn. Wanneer varkensvlees op het menu staat, dan wordt dit aangeduid met B2. De 2 b’s verwijzen naar het woord babi, wat varken betekent. De meerderheid van de Sumatranen is moslim. De Bataks, die deel uitmaken van verwante volkeren met een eigen taal, zijn over het algemeen protestantse christenen. Tot slot heb je nog een minderheid van de bevolking die hindoe, boeddhist of katholiek is. Ondanks deze verschillende geloven delen ze wel vaak bepaalde tradities. Alleen niet qua eetgewoontes. Om de moslims, die geen hond- en varkensvlees mogen eten, niet voor het hoofd te stoten, wordt er dus gebruik gemaakt van de afkortingen B1 en B2. Je begrijpt voor mij geen vlees en die B restaurants skip ik sowieso.
Ik zie hier trouwens wel overal schattige puppy’s lopen en die hebben ook vaak een halsband om. Als ze maar niet uiteindelijk op een bord belanden. Als je hier bent word je trouwens toch op een andere manier bewuster van het eten van vlees.
Onderweg maakten we nog een wc-stop en wederom waren daar schattige puppy’s, ik kan die gewoon niet weerstaan en wil ze het liefst allemaal in mijn tas meenemen. De wc’s hier zijn niet zoals wij gewend zijn. Het is een gat in de grond en steeds als ik ergens naar de wc moet denk ik, was ik nu maar even een man. Wat een gedoe zeg, je moet helemaal gehurkt zitten, zorgen dat je niet omvalt en alles droog houdt en dat de boel niet gaat kletteren en je benen eronder zitten🙄. Ik kan je zeggen, het is een uitdaging, dan zit ik liever in de bosjes🤣!
Toen ik aankwam bij de plek waar ik zou slapen zag ik Kim en Flo zitten, het Duitse stel van de trekking. Die bleven ook 1 nacht in Berastagi en gingen de dag erna naar Lake Toba. Dezelfde route als ik ga doen. Er kwam een Indonesische man naar mij toe en die sprak heel goed Nederlands. Dat bleek de eigenaar te zijn van het guesthouse (Waterstone) waar Kim en Flo in Bukit Lawang hadden gezeten. Hij heet Udin en heeft 20 jaar in Amsterdam gewoond. Hij heeft mij van alles over Indonesië verteld en geregeld dat ik de dag erna met Kim en Flo mee kon richting Lake Toba. De chauffeur zou ook een paar stops maken onderweg zodat we nog het e.e.a. konden zien. Ik heb hem ook verteld over mijn longen en uitgelegd dat ik graag de vulkaan wil beklimmen, maar niet ten koste van alles. Hij ging overleggen met de eigenaar en kijken of er iets geregeld kon worden. Mocht je ooit naar Bukit Lawang gaan, ga dan naar Udin en Waterstone!
Het was inmiddels een uur of 2 dus eerst even lunchen en toen ben ik een berg opgelopen, naar een uitkijkpunt, Gundaling Hill. Het was een mooie route en je kunt zien dat het hier hele vruchtbare grond is. Het is zo groen en overal groeien mooie bloemen. Verder merk je dat er weinig toeristen komen. Iedereen zwaait of roept naar je, kinderen kwamen een high five geven. Heel lief en ook leuk, maar na een paar uur word je het ook wel een klein beetje zat als je weer hoort “Hello miss, how are you?”. Eenmaal boven had je prachtig uitzicht je kon vanuit daar beide vulkanen zien. Je hebt Sinabung, deze vulkaan is nog steeds actief en heeft regelmatig kleine uitbarstingen. De laatste echt grote was in 2010. Hier mag je ook niet op. De andere vulkaan is Sibayak en die wilde ik graag gaan beklimmen. Deze is nog wel licht actief maar heeft sinds 1881 geen uitbarstingen meer gehad.
Net toen ik weer beneden in het drop aankwam begon het keihard met regenen. Ik besloot contact te zoeken met Udin en te kijken of ik die vulkaan nou op kon of niet. Ik moest binnen komen bij de eigenaar en Udin en werd aan allerlei vragen onderworpen. Er is namelijk veel zwavellucht daar en dat vonden ze ook wel zorgelijk. Dus ik had uitgelegd dat ik dit jaar nog in IJsland was geweest en het daar ook prima ging. Dat het mij meer ging om de moeilijkheidsgraad. Nou ik kon op pad met een gids en had dan een privétour. Ik kreeg wel lichte spanning, want het leek alsof ik de Mount Everest moest gaan beklimmen. De eigenaar maakte zich echt zorgen en liet mij liever niet gaan. Ik moest iig zorgen dat ik om 4.15 klaar zou staan, want dan gingen wij vertrekken.
Om 3.45 uur ging de wekker en ik had eigenlijk prima geslapen. Iets na vieren vertrok ik met mijn gids richting de vulkaan. Na een halfuur rijden waren we er en kon de tocht beginnen. Het was pikkedonker, maar vrij helder. Dus de maan verlichtte de boel ook nog wel wat. Het 1e stuk was behoorlijk stijl, wel van asfalt, maar ik voelde het wel. Ik werd nu wel een klein beetje angstig, was ik niet te overmoedig geweest? Na een paar keer stoppen werd het eigenlijk steeds makkelijker. Je moest wel wat klimmen en klauteren, maar in vergelijking met de trekking was dit echt een peulenschil. Had ik mij hier nou druk om gemaakt? En was hier nou zoveel om te doen geweest? Na een kleine 1,5 uur lopen waren we boven. Omdat het zo goed ging besloten we echt helemaal naar de top te gaan. Helaas betrok het weer en ging het flink waaien, waardoor er veel bewolking kwam. Maar het gaf het ook wel weer iets mysterieus ofzo.
Gelukkig kregen we uiteindelijk dan toch goed zicht op de krater en de omgeving. Het was prachtig! Er stond ook een Indonesische vlag in de krater. De gids vertelde toen dat het verhaal gaat dat in de tijd dat de Nederlanders hier waren alleen de Nederlandse vlag hier mocht hangen en dat ze uit protest de blauwe lijn eraf scheurden. Omdat ze dachten dat deze kleur voor de aristocratie stond. En daar was de Indonesische vlag🇮🇩. Of dit waar is, is echter nooit bewezen, maar ik kan mij er wel wat bij voorstellen. Rood staat voor moed en wit staat voor puurheid.
We hebben goed de tijd genomen en ik heb even zitten genieten van het uitzicht. Er was ook bijna niemand, dat maakte het extra leuk. Op weg naar beneden liepen we nog naar een aantal bronnen waar de hete stoom uitkomt. We konden hier echt gewoon naartoe en onze hand voorhouden. In maart was ik in IJsland en daar was dat echt niet mogelijk. Alles was afgezet en is natuurlijk ook wel veiliger. Het gekke is dat je vanaf een afstand echt rotte eieren ruikt, maar van heel dichtbij is het helemaal geen vieze lucht en doet het mij denken aan een sauna. Het gesteente was echter wel heel anders dan in IJsland. Daar waren de stenen echte zwart en hier helemaal niet. Sommige stenen waren gifgeel, dat komt door de zwavel.
Wat trouwens ook leuk was, was dat er een aantal honden ineens helemaal bovenop de vulkaan waren. Die komen dus iedere dag met een gids mee. Hebben ze gelijk een lekkere wandeling gehad. 1 daarvan is het hele stuk naar beneden met ons meegelopen. Hoe verder we naar beneden gingen hoe groener het trouwens werd. Je ziet dan echt weer dat die grond extreem vruchtbaar is.
Uiteindelijk is het dus prima gegaan en was ik nog eerder terug in het hotel dan de andere groep. Dus zorgen om niks 🙈. Zo blij dat ik gewoon ben gegaan en mij niet gek heb laten maken. Had dit echt niet willen missen! Was voor mij de 1e keer dat ik een vulkaan heb beklommen vond het onwijs mooi🌋!
Ik ben gelijk gaan douchen, heb mijn spullen gepakt en toen gaan ontbijten. Dat is bijna iedere dag een bananenpannenkoek😍. Die zijn hier zo lekker! Ondertussen nog veel over het land en de historie van Udin gehoord en daarna was het tijd om afscheid te nemen en verder te gaan. Op naar Lake Toba en het eiland Samosir. Daarover vertel ik jullie de volgende keer😘
Geschreven door Anitas.travels