Netjes uitgeslapen, want de hele nacht had het geregend. Blijkbaar was er wel wat uitgevallen, want de parking en het bosje achter ons lagen er zompig bij. De druilerige ochtend is gevuld met vogelgekwetter en de onverbiddelijke strijd om onze crypto in te vullen, Paul droogt me weer met één woord en 30 seconden af! Nu kunnen we voort!
Gelukkig staan we op een serviceplek, want de watertank staat droog! Rond de middag komt er al beweging in! We bezoeken een Duits kerkhof in Marigny, vlakbij onze slaapplek. De typische sobere steentjes, hier en daar drie kruisen, gazon, bomen en een passende grijze hemel... Hier liggen meer dan 11 000 soldaten, de steentjes die we lezen, vertellen het verhaal van jonge twintigers, zonen, broers, lieven, jonge vaders.
Onze volgende stop is Graignes. Aan dit dorpje kleeft een tragische geschiedenis in juni 1944... In het kort... Door de gebrekkige navigatietechnieken en de invloed van de wind gebeurde het dat parachutisten tijdens de landing in Normandië niet op de vooraf geplande plaats arriveerden. Een aantal parachutisten kwam op die manier totaal gedesoriënteerd in Graignes (23 km uit koers) terecht op 6 juni 1944. Ze kregen hulp van anderen, van de bevolking en zo verstopten 182 Amerikaanse soldaten zich in en rond het dorp en wachtten af. Er was ook al munitie verborgen in schuren. Als het op 10 juni tot een confrontatie komt, worden vier Duitse soldaten gedood. Die blijken echter tot de 17de SS-pantser-divisie te behoren en de Amerikanen zijn onvoldoende bewapend om deze elite-troepen weerstand te bieden bij een tegenoffensief. Dus wachten ze weer op versterking... Bij een mortieraanval van de Duitsers houden de Amerikanen even stand, maar er is paniek. De gewonden worden in de kerk verzorgd door twee paters en enkele dorpelingen. Bij de volgende kanonbeschieting van de kerk en de huizen vallen verschillende doden en een aantal parachutisten vluchten het moeras in. De gekrenkte Duitsers pakken de slachtoffers in de kerk op en excecuteren een aantal van hen en dumpen de lijken in een vijver, een aantal anderen moeten een put graven en worden doodgeschoten en in de putten gegooid. Bewoners worden afgedreigd en moeten schuilplaatsen en munitiedepot aanwijzen... Ze zwijgen. Uiteindelijk wordt heel het dorp platgebrand en het is het enige dorp dat niet op dezelfde plaats is heropgebouwd.
Van de overleden soldaten aan Amerikaanse zijde is meer dan de helft geëxecuteerd. In 1984 bezochten twee luitenanten het dorpje opnieuw en ze ontmoetten er twee zussen die in '44 hulp boden...
En de mens leert niet uit de geschiedenis, 'Nooit meer oorlog' is misschien hoop, een wens, maar elke keer opnieuw halen macht en geld de overhand om andere volkeren, gebieden te onderdrukken.
De horror van oorlog hoeft voor ons even niet meer, we rijden naar de Côte Fleurie!
Gratis camperplaatsen dicht bij de kust zijn schaars en veel parkings kunnen we niet op door de hoogtelimieten, maar toch vinden we een grote plek (40 plaatsen) aan de monding van de Dives, bij Cabourg. Als het morgen goed weer is, kan Paul in de omgeving wel een fietsrit doen.
We maken nog een namiddagwandeling en verbazen ons over het mooie stadje, de gezellige winkelstraten en de aanlokkelijke terrasjes. Dan blijkt dat we in een gerenommeerd badstadje zijn beland, met casino, grand hotel, belle epoque huizen en een Marcel Proust promenade! 'Nen boer in' t stad!' Voor de badplaats in zijn zevendelige roman 'À la recherche du temps perdu (Op zoek naar de verloren tijd)' gebruikte hij blijkbaar Cabourg als inspiratiebron, hij noemde het Balbec!
We doen even mee aan de terrasjescultuur, een thee en een wafel en dan mensen kijken! We maken onze lus af langs de promenade en het strand. Nala kent het ondertussen, we gaan thuis ook een strand moeten aanleggen!
De zon zakt stilaan in zee en wij zakken in onze zetel.
Geschreven door PaulImelda