Meeuwen vliegen krijsend door de lucht, hun vleugels wijd opengesperd. Soms blijven ze even doodstil hangen ondanks de sterke wind, hoe doen ze dat toch. Over de oceaan komt een donkere lucht aandrijven die het kleur van het water vreemd groen op doet lichten. Ik hou van deze momenten. Momenten waar de wind je in je gezicht waait en het zout van de zee op je lippen doet blijven hangen. Tijd om naar huis te gaan, dat wel. Het schemer valt over de getijdenpoelen waar bij laag water altijd een beetje water in blijft staan zodat er altijd een overvloed van leven is in en rond de poelen. Een grote indrukwekkende pelikaan staat te vissen en vangt de visjes handig op in zijn gigantische snavel, zijn partner staat een eindje verderop in te doezelen met haar enorme snavel lekker warm tussen haar veren gestoken. Als ik de rivier een stukje verder landinwaarts volg veranderd het ruisen van de golven en het krijsen van de meeuwen ineens van de ene stap op de andere in een diep en aanzwellend getjirp van de krekels. Het geluid van het bos. De regenwouden die vol zitten met heel ander soort leven, wat tot leven komt als de schemer valt. Hier is het rustig, de sterke wind die van de oceaan komt is weg. Het ruikt er naar Eucalyptus en achter de heuvels zie ik de zon een roze en oranje gloed werpen over de wolken die weerspiegelen in de traag stromende rivier. Ik hoor en plons en ik blijf even staan, om even later de rug van een otter soepel door het donkere water te zien glijden.
Hier, op dit eiland, regeert de natuur. De dag kan nog zo kalm en rustig beginnen. Een heldere ochtend zonder wind en met een frisse nevel tussen de beboste heuvels. De oceaanwinden kunnen echter ineens aanwakkeren en een uur later heftige stormen het land doen opblazen. De turquoise-blauwe zee doen veranderen in woeste donkere schuimkoppen. En dan is het nog zomer, ik heb de winter nog niet eens meegemaakt. Het schijnt dat er soms sneeuw valt in de bergen. Dat de dagen regelmatig beginnen met vorst en zich daarna uitstrekken met helderblauwe luchten. Dat na dagenlange stormen de eindeloze hagelwitte stranden terugzakken in een dromerige uitgestrektheid en de zon het turquoise heldere water nog helderder doet lijken. Dat de bergen na het smelten van de sneeuw het water in de rivieren meeneemt en uitbraakt in woeste watervallen, op zomaar een half uur rijden van de kust.
Ik hoor jullie denken…. Australië, is dat niet het land waar het soms 50 graden wordt in de zomer? Waar de mensen ongeveer leven op het strand en waar het water van de oceaan tropische temperaturen heeft waar die grote witte mensen-etende haaien zo van houden? Rara waar ben ik toch?
Ten zuiden Australië ligt een eiland wat bij Australia hoort maar zo zuidelijk ligt dat het in een compleet andere klimaatzone ligt dan Australië zelf. Het eiland staat bekend om de wilde en ongerepte natuur wat het een van de schilderachtigste eilanden ter wereld maakt. Ongerepte regenwouden, meren, bergen, hagelwitte stranden, ruige rotskusten, koloniale dorpen en stadjes, goede wijnen, kaas en alle goeds wat uit de zee komt.
Tasmanië.
Hier vullen mensen hun vrije tijd in met vissen, surfen, kajakken, mountainbiken, wandelen en alles wat de natuur maar te bieden heeft. 80% van de Tasmaniërs heeft een boot en iedereen rijdt rond in grote 4x4’s om de vele onverharde wegen naar de meest afgelegen plekken mee te kunnen trotseren. Je maakt een dagtripje naar watervallen die je afsluit met een bezoekje aan een kaasboerderij om wat kaasjes te proeven met een heerlijk glas wijn erbij. Honing koop je hier aan de weg, appels en pruimen pluk je van de bomen. En zal ik je dan ook nog eens vertellen dat het zonder twijfel het meest warme en gastvrije volk is wat ik tot nu toe meegemaakt hebt tijdens deze jaren van reizen?
Oké.. sorry, ik wil jullie niet persé een vakantie verkopen ofzo. Nee het is beter, je mag me op komen zoeken. Gratis en voor niks. Ik heb straks drie slaapkamers dus ruimte zat om een paar Nederlanders te herbergen. En hoe ik hier dan terecht gekomen ben? Daarvoor moet ik jullie even mee terugnemen in de tijd
De 30e of November arriveerde ik in Sydney. Ik had een hostel geboekt in het CBD (Central Business District), ofwel.. hartje van de stad. Ik moest namelijk wederom een nieuw belastingnummer aanvragen, een nieuwe bankrekening aanmaken, een nieuw telefoonnummer, een nieuwe auto kopen, een nieuwe verzekering, blabla.
Ik had in mijn vorige blog al verteld dat ik een beetje moeite had met de overstap. Alles verkopen, weer alles nieuw kopen en alles regelen en weer opnieuw beginnen. En dan kwam ik ook nog eens vast te zitten in een stad als Sydney omdat er een Corona uitbraak was van 28 gevallen (ja je leest het goed, 28 gevallen) dus de stad ging in een lockdown van 2 weken. En Sydney is absoluut niet de plaats is waar ik vast wil zitten. Ik hou niet van steden.. het is te overweldigend, teveel prikkels, te nep, te veel verwachtingen, te veel mensen op een kluitje, bah! Leuk voor 3 dagen.
Omdat ik wederom, voornamelijk vanuit financiële overwegingen (een hotel kost hier makkelijk 150 dollar per nacht), in een hostel zat had ik ook niet echt de rust om na te denken en een beslissing te nemen wat te doen om de situatie te veranderen. Hostels blijven een plek vol met jonge mensen die goedkoop willen overnachten, graag bij elkaar willen zijn, willen feesten en alcohol willen drinken. En dat was wel het laatste wat ik nodig had op dat moment. Eigenlijk al vanaf Brazilië dacht ik veel na over mijn carrière. Ik ben een persoon met ambities. Ik wil dingen bereiken, iets toevoegen, iets kunnen betekenen voor andere mensen. Ik leer graag en ik zou graag nog naar de universiteit willen om mezelf verder te ontwikkelen. Ik heb 12 jaar bij een gemeente gewerkt in Nederland en daar enorm veel geleerd. Omdat ik daarmee verder wil was ik af en toe een beetje rond aan het neuzen tussen de vacatures, in Nederland alsook in Australië.
Hoewel ik geen idee had of ik van Sydney noord of zuid moest gaan reizen wist ik wel dat ik wou surfen. Dus ik besloot in noordelijke richting te gaan en alle goede surfplekken te bezoeken. Ik ben omhoog gereisd via Centralcoast naar het prachtige Forster en daarna ben ik in Bellingen Guy op gaan zoeken. Guy en ik hebben elkaar ontmoet in Lagarto, weet je nog.. dat hostel waar ik in Brazilië gewerkt heb. Ik heb Guy zeker 1,5 jaar niet gezien dus het was heel leuk om weer wat tijd met hem door te brengen. We hebben een dag Canyoning gedaan. Je volgt dan een rivier stroomopwaarts en via watervallen klim je omhoog met touwen. Je gaat door grotten en spelonken en als je helemaal boven bent ga je met een Leilo terug, een soort van luchtbed. Natuurlijk niet van de watervallen af maar wel met de rivier mee. Het was heel mooi en ook best wel eng op sommige stukken. Nadat ik een dag of 5 bij Guy heb doorgebracht ben ik helemaal via de kust omhoog gereisd naar Byron Bay. Byron Bay is één van de populairste surf/hippie/backpackerdorpjes van Australië en het is er altijd steendruk. Het groepje wat ik in het hostel in Sydney had leren kennen was in Byron Bay dus ik heb hun daar opgezocht. Maar na een dag of 4 had ik het wel gezien, veel te druk voor mij. Dus ik toer weer een beetje omlaag.
Het was in Centralcoast dat iemand van een gemeente in het noordoosten van Tasmanie contact met me opnam. Ik had gereageerd op een vacatature. Ik werd uitgenodigd voor een online sollicitatiegesprek dus ik boekte een hotel voor die gelegenheid zodat ik me kon installeren met mijn laptop. Het was een goed gesprek maar ook best wel lastig omdat ik het niet gewend ben om mezelf in mijn vakgebied uit te drukken in een andere taal. Het is ander Engels wat je gebruikt dan wanneer je het over alledaagse onderwerpen zoals het weer hebt. Toch werd ik verrassend genoeg uitgenodigd voor een tweede gesprek toen ik bij Guy in Bellingen was, ze vroegen met om een casus uit te werken en of ze contact op konden nemen met referenties uit Nederland. Het laatste gesprek had ik in Lennox Head, net iets onder Byron Bay. Tijdens dat gesprek kreeg ik te horen dat ik aangenomen was en dat ik dus aan mijn reis naar beneden kon beginnen. Ik was echt heel verrast. Op een of andere manier had ik dit niet verwacht. Natuurlijk weet je dat wanneer je gaat solliciteren je aangenomen kunt worden. Maar ik had verwacht dat het een onmogelijke opgaaf was en dat ik niet opgewassen was tegenover al die goed geschoolde Australiers. Zeker omdat ik slechts een tijdelijk visum heb in Australie en het land uit moet zijn voor eind november. Dus daar zat ik dan, in Byron Bay, helemaal in het noorden van New South Wales. Ik had een reis van 2500 km en 9 uren op de ferry naar het eiland voor de boeg. Gelukkig heb ik een comfortabele auto en vrij avontuurlijk ingesteld. In 5 dagen ben ik de kust helemaal naar beneden naar Melbourne gevolgd. Iedere nacht zorgde ik voor het mooiste plekje aan de kust zodat ik na het wakker worden direct een een surfje kon doen in de zonsopkomst. In Melbourne bezoek ik Arthuro, die ik ook in Lagarto heb leren kennen. De ferry vaart 's nachts en doet er zo'n 9 uren over. De tocht staat bekend als een van de ruigste ferrytochten ter wereld en ik heb heel de nacht in mijn bed heen en weer liggen rollen maar gelukkig kom ik de volgende ochtend heelhuids aan in Tasmanie.
Het was best een spannende stap om een baan aan te nemen op een eiland waar je niemand kent, zeker omdat ik alleen ben. Bovendien is het noordoosten van Tasmanie behoorlijk afgelegen, de dichtsbijzijndste stad is op 2 uur rijafstand. Ik word echter met open armen ontvangen. Ik leer wat mensen van mijn leeftijd kennen tijdens het Yoga klasje waar ik wekelijks op maandagavond naartoe ga. Al tijdens de eerste week word ik door Ruby uitgenodigd voor een bbq om haar 30e verjaardag te vieren. Haar familie en vrienden zijn daar en ik leer iedereen kennen. Vervolgens word ik overal bij betrokken alsof ik er al jaren bij hoor, spelletjesavonden, kookavondjes met wijn, drankjes op vrijdageavond na het werk in de bar. Het is een gezellige meidengroep met Kim die Yoga geeft, Alexia die zwanger is, Ruby die ook surft en ik. Ik leer Sarah en Scott kennen die onlangs een boerderij gekocht hebben in St. Helens en met hun dochter Olivia van het vasteland naar hier zijn gekomen. Ook de surfers nemen me goed op en delen hun geheime surfspots met me, moedigen me aan om goede golven te surfen en nodigen me uit voor een biertje na het surfen. Ondanks dat Tasmanië aanzienlijk kouder is dan het vasteland van Australië voelt het als een warme deken.
De eerste weken op het werk zijn erg overweldigend en uitputtend. Het is inmiddels een aantal jaren geleden dat ik voor het laatst in mijn vakgebied heb gewerkt. En daarnaast.. ik ben in het Nederlands opgeleid en alle kennis die in mijn hoofd zit is in het Nederlands. Aangezien ik nu alle wet- en regelgeving, systemen en structuren in het Engels door moet akkeren en ermee moet werken heb ik inmiddels een enorme lijst met nieuwe Engelse woorden aangelegd. Het voelt een beetje hetzelfde als toen ik bij Reimerswaal begon. Toen moest ik ook een andere taal leren spreken, namelijk Nederlands. Ik ben 100% Zeeuws opgevoed en ik moest echt Nederlands leren spreken. En natuurlijk formeel taalgebruik, alle vaktermen en het juridische taalgebruik leren. De functie die ik hier in Tasmanië heb komt in grote lijnen wel overeen met de functie die ik in Nederland had dus ik heb wel veel kennis voor de pak in mijn hoofd. De werkwijze hier is enerzijds anders maar in grote lijnen ook weer hetzelfde. Een grote uidaging is dat alle ruimtelijke aspecten bijeengebracht zijn bij de planoloog. Ik moet dus alles weten: van waterkwaliteit tot archeologie, bomen, wegen en kruispunten, regenwaterafvoer, rioleringen en leidingen, milieuaspecten, flora en fauna, volkshuisvesting (woningmarktbeleid hebben ze helaas nog niet echt hier Sas) etc, ect. Echt, mijn hoofd slaat regelmatig op error. Vooral telefoongesprekken zijn uitdagend want architecten en vastgoedmannetjes tetteren dan rechtstreeks een hele stroom aan informatie in mijn oor wat eerst via de weg van vertaling en vervolgens naar het goede laatje met kennis getransporteerd moet worden. Maar.. zoals een echte Baas betaamt: ik kan dit wel. Zoals we hier zouden zeggen: ruimtelijke ordening is geen rocket science (hogere wiskunde). Je moet het alleen weten te vinden, te interpreteren en toe te passen.
Het is even wennen om weer 40 uren per week op een bureaustoel achter een computer door te brengen. Gelukkig is er in de avonden en de weekenden veel te ontdekken. En ik voel me als een vis in het water hier; ik kan surfen recht voor mijn deur, er zijn fantastische mountainbike trails rondom Scamander en St Helens, er zijn hele goede duikspots, en er zijn Nationale parken met de mooiste hikes op rijafstand. Enerzijds heb ik nog steeds het verlangen om te ontdekken. Tasmanië is heeft een heel veelzijdig landschap en de rijafstanden zijn betrekkelijk hier, het verste punt is 4 uur rijden. Ik ben dus altijd ergens buiten te vinden in mijn vrije tijd. Soms vertrek ik op vrijdagmiddag na mijn werk, zo heb ik wat tijd om op avontuur te gaan. Maar ik ben ook wel heel erg blij met mijn eigen huisje op dit moment dus soms vind ik het gewoon prima om het hele weekend een beetje rond te keutelen. Dan ga ik een koffietje doen bij Swims (het plaatselijke koffietentje) als ik wakker word, ga ik voor een surfje, lees een boek en kook ik lekker voor mezelf.
In de derde week wordt ik uitgenodigd om bij de burgemeester en zijn vrouw te komen eten. Niet om over werk te praten of om mij op een bepaalde manier te beinvloeden, helemaal niet! Hij verteld dat hij een dochter heeft van mijn leeftijd die sinds een aantal jaren in Canada woont. Hij waardeert het erg dat ze daar goed ontvangen wordt en zich veilig en op haar gemak voelt in de gemeenschap en hij wil hetzelfde overdragen naar mij. Het is één van de meest hartverwarmende gebaren en ik rijd ’s avonds terug met een glimlach op mijn gezicht en met een tasje met boontjes, erwtjes en pruimen uit eigen tuin en zelfgemaakte jam en appelmoes van de burgemeestersvrouw.
Tot april heb ik een heel schattig 1 kamer-appartement in Scamander, een klein surfdorp aan het strand en aan een brede rivier gelegen. Ik heb direct uitzicht over de oceaan en ik slaap iedere nacht met de deur open zodat ik de golven kan horen. ’S Avonds na het eten wandel ik vaak de heuvel af en ga ik voor een lange strandwandeling. Even lekker mijn hoofd leeg laten waaien. Vanaf april kan ik in een huurhuis in St Helens, met een prachtig uitzicht over de St. George baai. Ik zou wel graag in Scamander willen blijven en ik heb niet echt een groot huis nodig voor mezelf alleen maar helaas was het appartement maar tijdelijk te huur. Ach.. ik heb straks wel drie slaapkamers dus jullie kunnen met z’n allen bij me op vakantie komen 😊
Geschreven door Marjolein.op.pad