Peru

Peru, Cusco

In Cusco maak ik de viering van oud&nieuw mee. Een enorme schare aan mensen, gekleed in de kleur geel, verzameld zich op het hoofdplein van de stad. Vuurwerk is hier legaal en je kunt het gewoon overal op straat kopen. Zo ook alcohol. Deze combinatie zorgt voor een wat chaotische situatie. Iedereen is enthousiast en aangeschoten of dronken en ruim een uur voor het nieuwjaar hangt er een euforische sfeer op het plein. Verschillende vuurwerken gaan midden tussen de mensenmassa in plaats van in de lucht af en ik zie een jongen in zijn blote kont op de grond liggen en een peil afschieten die hij tussen zijn billen heeft gestoken. Dat moet pijn gedaan hebben💥 Ik ben een beetje oplettend. Om 12 uur barst de bom, onder luid gegil en gejuich gaat al het overige vuurwerk de lucht in. Het is daarna de bedoeling dat we met z'n allen onder begeleiding van een fanfare een ronde rond het plein lopen. Deze traditie beloofd geluk in het nieuwe jaar.

Nadat ik bijgekomen ben van de oud & nieuw neem ik de bus naar de Sacred Valley waar ik een aantal dagen ga hiken. Ik ben geen stadsmeisje en het reizen van stad naar stad maakt me moe. Dus ik ga naar het platteland. Ik hike 3 dagen alleen en daarna 2 dagen samen met Franz, mijn Duitse vriend die ik ontmoet heb in Cusco. Op het platteland van Peru ga je 100 jaar terug in de tijd. Ik wandel een vallei in waar enkel dorpjes liggen die niet eens bereikbaar zijn met de auto. Huisjes van steen en modder gelegen langs een rotsachtig wandelpad. De mensen leven van akkerbouw; veel maïs en cocaplanten en aardappelen. Ieder gezin heeft minstens één grote stier, een paar varkens, kippen, koeien, honden en dat loopt allemaal in en om het huis. En de mensen zijn zo vriendelijk en vrolijk! Zeker vergeleken met de mensen in Bolivia. Ik maak verschillende keren praatjes met mensen, ze schudden me de hand, lachen me toe, zijn dolenthousiast.. 'je komt hélemaal uit de Nederlanden en nu ben je hier!!'. Er komen duidelijk niet veel toeristen in deze dorpjes.
Ik bezoek een aantal Inca-ruïnes. Prachtig gelegen, hoog in de bergen. Ik neem het bewuste besluit om niet naar Machu Picchu te gaan. Ik hou er niet van om in de rij te lopen met mensen die zich met de bus naar boven laten rijden voor die ene Instagram-foto. En voor de mensen die zeggen 'als je in Peru bent dan MOET je toch wel echt naar Machu Picchu'.. Nee, het woord 'moeten' komt niet in mijn woordenboek voor. Ik wandel daarom 12 km naar een afgelegen Inca ruïne waar ik ruim 2 uren in mijn eentje doorbreng. Alleen ik, de archeologische site en de indrukwekkende bergen rond me heen. Stilte, enkel het geluid van de vogels en af en toe een vlaagje wind. Dan beleef ik zoiets, niet met hordes toeristen rond me heen.

Ik blijf ongeveer 1,5 week in Cusco hangen. Iedere dag ga ik met Franz en Katie, een meid uit Florida, naar de markt voor lunch en een vers geperst vruchtensapje. Ik ontmoet Darren, een hele interessante bioloog uit Australië en we kunnen het erg goed met elkaar vinden. We bezoeken een aantal musea, slenteren door de stad, eten in restaurantjes en blijven tot diep in de nacht kletsend aan de bar hangen. Om vervolgens de volgende dag weer hetzelfde te doen. We nemen afscheid als ik naar Arequipa vertrek.

In Arequipa aangekomen bezoek ik Katie en de volgende dag duik ik de Colca Canyon in. De 2e diepste canyon ter wereld met een diepte van 1200 meter. Ik ga weer een aantal dagen gaan hiken. Alleen, want zo hike ik het liefste. Ik overnacht bij inheemse mensen die in de canyon wonen.


Ik word wakker van het geschreeuw van een varken, het gebalk van een ezel en het gekraai van een haan. En dat allemaal tegelijk. Ik doe één oog open en kijk om mijn telefoon, 06.00 uur. Welkom op het platteland. Het herinnert me aan vroeger toen ik bij mijn opa en oma ging logeren die midden tussen de boomgaarden wonen. Wakker worden van de vogels en hanen, heerlijk. Ik kleed me aan en loop naar beneden, 2 vrouwen staan een soort giga bonen te doppen. Ze gaan ook maar door die mamita's. De mannen zijn waarschijnlijk in alle vroegte al vertrokken om te werken. 'Wil je ontbijten?' vraagt één van de vrouwen? Dat wil ik wel! 'Cafézito?', vraagt ze. Wat letterlijk koffietje betekend, ze gebruiken hier ook overal verkleinwoorden voor (ito betekend tje). Ik eet mijn ontbijt terwijl de vrouwen verder doppen en in Quecha spreken, dus ik versta er niks van. Quecha is de oude Inca-taal en wordt hier nog veel gesproken. Na het ontbijt vertrek ik verder op mijn hike, ik heb zo'n 13 km voor de boeg waarvan ruim 1000 klimmeters dus het wordt pittig. Ik moet de laatste bus naar de stad halen en die vertrekt om 14.00 uur. Halverwege raak ik de trail kwijt ergens in een boerendorpje waar geen wegen zijn, slechts huisjes die met stenen en soort modder gemaakt zijn. Ik dwaal een beetje tussen de schuurtjes door op zoek naar het pad als ik ineens op een varken stuit die nog ligt te slapen. Het beest heeft me eerst niet in de gaten maar als ik hem zachtjes wil passeren doet hij zijn ogen open. Hetzelfde moment springt hij op en stormt met een luid gekrijs recht op me af. Ik schrik me rot, echt, ik krijg bijna een hartverzakking. Ik draai me om en zet het op een sprinten, mijn rugzak bonkt op mijn rug. Het is niet dat is zo bang ben voor varkens hoor maar dit beest lijkt gestoord en ik heb wel eens gehoord dat varkens mensen lusten, dus ik maak me uit de voeten. Ik merk dat hij niet meer achter me zit dus ik sta stil en draai me om. Het varken zat vastgebonden dus hij kon niet eens bij me komen. Hij staat van een afstandje woest naar me te kijken. Ik loop snel verder en vervolg de trail. De klim gaat goed en als ik bijna boven ben scheren er 2 gigantische condors vlak over me heen, ze zijn zo majestieus! Als ik bijna bij het dorpje ben loop ik in op 2 oudere traditioneel gekleede vrouwen die van de akker naar het dorp lopen met weet-ik-veel-wat allemaal op hun ruggen gebonden. Ik glimlach naar ze en vraag hoe het met ze gaat. De vrouwen lachen terug en kijken me nieuwsgierig aan. 'Waar kom je vandaan?', vraagt een van de vrouwen. Ik kom vanuit Malata gelopen. Helemaal alleen? De vrouwen kijken me verbaasd aan. Yep, helemaal alleen! En wat doe je hier dan? Ik ben op reis, antwoord ik. Ze kijken nog verbaasder. Waar is je man dan? Die heb ik niet, zeg ik, ik reis alleen. Maar hoe oud ben je dan? 28 antwoord ik. De monden van de vrouwen staan bijna open van ontzetting. 28? Maar...hoe kan dat nou toch dat je nog niet getrouwd bent, vragen ze? Ze bekijken me van top tot teen met verbaasde blik, zo van..zo ontzettend beroerd zie je er toch niet uit. Ik haal glimlachend mijn schouders op, 'Ik ben de ware gewoon nog niet tegengekomen', grap ik quasi serieus. We lopen inmiddels weer verder, 'helemaal alleen toch', mompelt één van de vrouwen nog eens hoofdschuddend.
Het is bijna grappig dat ze gewoon medelijden met me hebben dat ik nog niet getrouwd ben. De tijd heeft er stilgestaan, waar het in de westerse wereld normaal is dat vrouwen tot na hun 30e studeren en op veel latere leeftijd pas aan kinderen denken. De positie van vrouwen hier is zo anders dan die van ons in Nederland. Het is de bedoeling dat ze vroeg trouwen en kinderen krijgen en de rest van hun leven voor hun man en de kinderen zorgen, eten koken en op het land werken. Het is niet gewoon hier dat vrouwen studeren en een baan hebben, hun eigen geld verdienen zodat ze een onafhankelijk leven kunnen leiden. En net zoals ik doe, als vrouw alleen de wereld over reizen, dat is voor deze vrouwen totaal onbegrijpelijk.

Na Arequipa verwen ik mezelf met een vlucht naar Lima, ik wil naar het noorden om te surfen en ik ben de steden zat. Om de 34-urige busreis te halveren neem ik een 1,5 uur durende vlucht en daarna een 9 uur durende bus. Om mijn luxe-uitspatting te compenseren boek ik de goedkoopste bus, €4 voor een 9-uur durende rit. Het is bloed- en bloedverzienend heet in de bus die geen airco heeft, ik denk wel 45 graden. Alsof het nog niet erg genoeg is begint de vrouw achter me ineens te gillen. Er loopt een klein beestje op het hoofdkussen naast mijn hoofd maar ik heb geen idee wat het voor beestje is. Ik begrijp er in het begin ook helemaal niks van, alleen dat het heel gevaarlijk is. De assistent buschauffeur wordt erbij geroepen en er worden foto's gemaakt. Iedereen gilt en praat in snel Spaans door elkaar heen. Niemand raakt het beestje aan. Dan begrijp ik dat het een vleesetend beestje is die graag in je oor kruipt. Nou, ik zit niet echt te wachten op een beestje dat zich al etend een weg door mijn dierbare hersenen baant dus ik doe snel oordopjes in. Ik heb in Brazilië al 3 beestjes gehad die in mijn voet gingen wonen en onder mijn huid op route gingen dus ik heb er wel even genoeg van.

De bus baant zich een weg langs de kust van Lima naar Trujillo die voor mij niet bepaald aantrekkelijk overkomt. Het is één grote zandbak met grauw zand. En ver-schrik-kelijk veel afval overal op de grond, vooral in de steden, het is echt om te janken. In Truijllo neem ik direct een bus door naar Huanchaco. Het niet al te fraaie dorp is in de woestijn gelegen en er is bijna niks te doen. Toch blijf ik er 2 weken plakken. De enige reden hiervoor is dat er enorme, snelle, scherpe en duizelingwekkend hoge golven binnen komen rollen die mij de eerste week van mijn surfplank slaan, me meesleuren in de wasmachine, me 100.000 keer over de kop slaan tot ik niet meer weet wat boven en onder is en zodat het water 's nachts nog uit mijn neus en oren komt. Ik ben zo gelukkig 😊 ik voel me als een vis in het water in dit surfstadje met de hete brandende woestijnzon. Ik besluit een investering te doen en mijn eigen surfplank te laten maken. Surfen is sowieso iets wat ik wil blijven doen. En ik wil er dan ook meer een surftrip van gaan maken, in Ecuador schijnen ook supergoeie surfspots te zijn. Nadat ik 3 maanden door de bergen heb gereisd ben ik zo blij weer bij de oceaan te zijn, ik word iedere morgen met een lach wakker. Soms zet ik al om 5 uur de wekker, als het tij dan goed is om te surfen. In het hostel leer ik het Belgische stel Gitte en Niels en de Nederlandse meiden Evelyne en Stephanie kennen. We blijven allemaal plakken en we vormen een superleuke groep, de Huanchaco-familie😜We gaan iedere dag 2 keer samen surfen, we koken met z'n allen, we gaan op een surftrip naar Chicama voor 5 dagen. Na al die tijd samen voelt het gewoon echt alsof we een familie zijn. En na al die maanden al dat vieze Zuid-Amerikaanse eten is het heeeerlijk om weer eens zelf te kunnen koken. Echt hoor mensen, voor het eten hoef je hier niet te komen. De rijst, friet en gefrituurde kip komen m'n neus uit en ik ben kilo's aangekomen omdat er (zeker in Bolivia) gewoon niks anders te krijgen is voor een normale prijs. De mensen leven hier heel ongezond, en dat is ook wel te zien. Zelfs veel kinderen hebben al overgewicht en boven de 30 is niemand meer slank. Dus in Huanchaco stap ik even op de rem, omdat ik hele dagen aan het surfen ben slaap ik vroeg en veel. Ik drink geen alcohol en we koken met lekker veel groente. Dit had ik even nodig!
Ook in Huanchaco is het vies. Het zeewater is zo vervuild dat ik 2 nachten aan het overgeven ben geweest en meerdere mensen van ons hostel hebben maagproblemen. Het is treurig om te zien hoe er hier met de natuur en het milieu omgegaan wordt. Het rioolwater wordt rechtstreeks in het zeewater geloosd, regelmatig komen er dichtgeknoopte condooms langsgedreven als ik op mijn surfplank zit te wachten op een golf. En ik geloof niet dat dat wil zeggen dat Peruvianen wel van seks in de zee houden. Ook afval wordt zonder blikken of blozen zo op de straat gedumpt. Het jongetje van 8 achter mij in de bus mikt zo zijn lege plastic waterfles uit het raam. Hij weet niet beter!

Na Huanchaco & Chicama ga ik naar Máncora waar ik in een hostel terechtkom waar ze me vragen om te helpen achter de bar omdat ze dringend personeel nodig hebben. Het is een supermooi hostel met een groot zwembad, een restaurant, direct aan het strand en rechtstreeks voor het surfpunt. Nou, dat leek me wel wat. Ze vroegen me een week te blijven maar na 4 dagen neem ik 'mijn ontslag'. Het is me iets teveel voor slechts een gratis bed in de vrijwilligerskamer die spottend de sloppenwijk wordt genoemd en een vrije maaltijd. Ik kom niet aan slapen toe en dus ook niet aan surfen, omdat ik iedere ochtend tot 5 uur bezig ben en vervolgens nog moet gaan slapen in een kamer met 10 man die veel te veel gezopen hebben. Nee, ik neem de benen en opgelucht zit ik in de nachtbus naar de grens van Ecuador. Ik heb eerst minstens 2 volle dagen slaap nodig om de schade in te halen.

Ecuador!! Ik heb de nachtbus naar Cuenca, een stad iets na de grens. Maar omdat ik nu met mijn grote backpack, en een daypack en een surfboard reis ga ik zo snel mogelijk door naar de kust om te surfen. Het is niet zo handig reizen met zo'n grote plank maarja, je moet er wat voor over hebben. Bovendien is het de planning om eind van de maand terug te keren naar het noordelijke gedeelte van Brazilië om door de Amazones te reizen en nog een tijdje in het surfhostel Lagarto na Banana, waar ik vorig jaar ook heb gewerkt. Via daar reis ik, helemaal over de Amazonerivier naar Colombia 😊🌴

P.s. helaas is de wifi op mijn camera kapot gegaan. Ik heb dus op dit moment de foto's van mijn camera nog niet bij het verslag kunnen voegen. Die komen later nog 😉

Geschreven door

Al 3 reacties bij dit reisverslag

Net je verslag gelezen en samen met Emmy de foto's gekeken, ze vond de foto's erg leuk vooral van de poes:-)

Angela 2019-02-14 14:19:41

Geniet van je reis! Wij genieten van je verslag en foto's!

Jacintha 2019-02-15 22:03:30

Baasje, ik heb weer genoten van je verslag. Veel plezier!

Carolien 2019-03-25 12:34:50
 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.