Na een rustig ontbijtje op het balkon in de zon worden we met een busje opgehaald voor een boottocht langs de kust, rotsen, grotten.
Op de kade belanden we in een vreemde chaos van zwemvesten en stoelnummers en een vervelende vent die de vrouwen van het bedrijf afblafte. Voor het oog van de gasten ontstond er getouwtrek aan zwemvesten, als twee kleuters om speelgoed. Zijn manier van verwelkomen was met een wegwerp gebaar naar de plattegrond van de boot wijzen. Toby besloot om drie stoelnummers te kiezen en ik overwoog om mijn geld terug te vragen.
Helaas stapten we toch op de barco van Miguel from hell.
Het eerste wat hij deed was de muziek keihard zetten en daar met forse echo overheen schreeuwen wat er te zien was. Eerst kregen we de slappe lach van deze vertoning, maar toen hij als een gek de haven uit scheurde en zelfs het opaatje dat als scheepsknecht in dienst was op zijn voorhoofd tikte, was de lol er wel af. Gelukkig bleek het verder een goede kapitein te zijn en hebben we een mooie tocht gehad. De varkensgeluiden en I love you brullen naar mensen op de kust daargelaten. Op de terugweg deed hij nog twee tellen of hij dolfijnen zocht en toen gingen we met een noodgang terug naar de haven. Opa kon zich nog net vastgrijpen. Madée vond er geen klap meer aan. Nog nooit zo blij geweest dat we weer aan land waren. Je gaat alle rustige boottrips in je leven extra waarderen. De chauffeuse van de bus zei dat hij bipolair was, wat mij niet de meest accurate diagnose lijkt. En dat ze overweegt voor minder geld ergens anders te gaan werken. Ons advies was “he will never change”.
Geschreven door Met.drie.op.reis