Vandaag is het begin van onze tocht door de Languedoc. Pont Saint Esprit geldt (informeel) als een soort van begin van de streek.
We vertrekken kwart over acht. We zitten in het hotel een eindje van de route weg. Met wat omzwervingen pikken we de route al vlug weer op en fietsen door het Forêt de Valbonne. Heerlijk rustig, schaduwrijk nog en deze klimmetjes hadden we verwacht. Na een afdaling komen we in La Vallée de la Cèze. Ook daar zijn de wegen uitgestorven. Nagenoeg de hele etappe fietsen we over weggetjes zonder middenstreep. Het aantal auto’s is verwaarloosbaar, zeker de eerste 45 km.
Zondagochtend is wel de wielrenochtend bij uitstek. 30 of 40 wielrenners, alleen of in groepjes, komen voorbij.
De omgeving verandert. Het is bosrijk, de dorpjes veranderen en ook de landbouw. Hier houden ze zich niet bezig met aardse zaken zoals olijven of lavendel. Hier houdt men zich bezig met voornamer zaken: wijnbouw. Ieder bruikbaar hoekje wordt benut voor wijnbouw. De dorpjes zijn veelal op een heuvel gebouwd en het stratenplan is na 1487 waarschijnlijk niet meer veranderd. De straatjes zijn loeisteil, fietsen is in zo’n dorpje eigenlijk geen doen. Hier en daar zien we ruïnes.
De hellingen volgen elkaar in rap tempo op. Waar de fietsgids voor het merendeel 3% vermeldt, worden we toch ook geregeld met 4, 5, 6 en 7% geconfronteerd. Gecombineerd met de dagtemperatuur die in De Bilt als “tropisch” wordt gekenmerkt moeten we flink aan de bak. Wat natuurlijk wel helpt is dat de fietsconditie tijdens zo’n vakantie ontzettend toeneemt. En uiteraard hebben we ook een vergezicht als we na de zoveelste klim bezweet stoppen om het vocht aan te vullen. Tijdens de rit door de bossen horen we soms een koekoek en worden we vaker dan eerdere dagen aangemoedigd door het geluid van de cicaden.
We picknicken op een bankje bij de kerk van Vallabrix. De dorpspomp is beschikbaar voor de vaat (en om zelf even op te frissen). Groepjes gierzwaluwen vliegen luidruchtig rond de kerktoren. Huiszwaluwen vliegen ertussendoor. Een uurtje later vinden we onszelf terug op een terras in Uzès met lekkere koude drankjes. Tot Uzès fietsen we door een heuvelachtig en bosrijk gebied. We hebben nog een kilometer of wat te gaan tot Dions naar de chambre d’hôte. Ook hier moeten we steil naar boven en deze keer naar de uiterste rand van het dorp.
Het huis is prachtig gelegen. We maken gebruik van de table d’hôte en eten streekgerechten op het terras met uitzicht op de Cévennes. Het was pittig vandaag, we zijn voldaan.
Nog 180 kilometer naar de Middellandse Zee bij Narbonne!
BLUFFEN ZONDER BLOZEN- tijd 5:20
- afstand 69,3 km
- gemiddeld 13,0 km
- max. 40,8 km
- calorie 3280
- stijging 824 m (poe poe)
- daling 759 m
Totaal
- afstand 1.241,2 km
- stijging 10.382 m (bijna net zoveel als vorig jaar naar Rome, dat was alleen 600 km meer)
Overig
- hoogste 265
- badkamer 10- 🤩
- % 11
Geschreven door Gerdi-en-hans.op.de.fiets