We beginnen vroeg vanwege de middaghitte. Iets over achten zitten we op de fiets. Er hangt nog mist van het hazengrauwen maar die trekt snel op. We fietsen rustig omhoog richting het meer van Voulgans. Ons eerste doel is het dorp Onoz, volgens de fietsgids zit daar het hoogste punt van de route. Er zijn 3 klimmetjes van 1.500m ieder te doen, ze zijn variërend van 3-5%. Dat gaat nooit zo hard, alle tijd dus om op de omgeving te letten. We horen geregeld koeienbellen, we horen de cicaden die hun gebruikelijke herrie maken en hoog boven ons jaagt een groepje huiszwaluwen met vereende krachten een wouw weg.
Na 20 km wordt Gerdi op het hoogste punt met een verkeersbord vereeuwigd. Vijf kilometer verder drinken we koffie op een terras. Vervolgens rijden we de gorge de l’Ain in richting meer van Voulgans. Het is een stuwmeer maar wel zodanig dat het qua grootte het derde meer van Frankrijk is. We rijden de hele dag langs de Ain, we ontdekken in de loop van dag dat er nog 3 stuwen in de rivier zitten. Allemaal in het kader van elektriciteit, heel wat anders dus dan Cattenom.
De tocht door de Gorge is prachtig. Per uur komen er hooguit 3 of 4 auto’s voorbij, na de middag is dat nog minder. Voor de koffie en een hapje eten hebben we de hoop gevestigd op een broodjesverkoper op 47km in Thoirette. Die had vandaag waarschijnlijk andere plannen, op de deur hangt het bordje “FERMÉ”. We besluiten dus maar een kilometer of 10 door te fietsen naar Bolozon-Gare; we hebben inmiddels honger als wolven.
Daar zit een bar. We hebben geluk. Hij is open en op het uithangbord staat niet alleen
BAR eronder prijkt het bekende mes-en-vorkpictogram. Juichend zetten we de fietsen in de schaduw weg en lopen naar binnen. Het is er uitgestorven... na een paar keer “allo, allo” geroepen te hebben verschijnt de patron. Neen. Hij heeft niets meer te eten, vanuit onze ooghoeken zien we een salamander door de zaak lopen. Na wat aandringen kan hij wel wat brood en kaas regelen. Een fles water en wat siroop complementeren de lunch.
Wij krijgen de indruk dat er weinig leven meer in de bar zit. De patron is niet al te zeker in zijn motoriek, waarschijnlijk is hij zelf de beste klant. Er komt een mandje brood van gisteren, voor de kaas lijkt zijn koelkast geplunderd. De verpakkingen zitten nog om de aangebroken kazen. Als servetten krijgen we een vel keukenrol. Hoogtepunt is het dessert, een blikje vruchtjes op een papieren gebaksbordje. Tijdens het eten praat de man honderduit. Hij ziet ons aan voor Belgen. Zelf is hij ook van Belgische komaf. Dat wil zeggen. Zijn opa was een Belg en die is na La Grande Guerre in Frankrijk blijven hangen. Als we uitleggen dat we Hollandais zijn is het overigens ook goed. Hij gaat graag met zijn trots voor ons op de foto.
De Gorge de l’Ain wordt mooier en mooier. Het zicht op de rivier en op de omringende bergen verandert continu. Af en toe komt er een beek naar beneden. Franse wielrenners groeten ons beleefd, boeren zijn druk met het keren van het pas gemaaide gras. In de gorge vliegen er overigens zwarte wouwen in plaats van buizerds boven het hooiland. In de laatste kilometers gaan we onder drie boogbruggen met indrukwekkende hoogtes door.
Ook vandaag is het hotel lekker kneuterig. De alleraardigste eigenaresse reserveert voor ons een tafeltje bij een bevriende restauranthouder. De fietsbroeken mogen bij haar op het balkon in het zonnetje drogen. Het is weer een mooie dag!
BLUFFEN ZONDER BLOZEN- tijd 5:34
- afstand 84,2 km
- gemiddeld 15,1 km
- max. 49,7 km
- calorie 3637
- stijging 599 m
- daling 762 m
Totaal
- afstand 863,8 km
- stijging 7.033 m
Overig
- hoogste 598
- badkamer 7-
- % 11
Geschreven door Gerdi-en-hans.op.de.fiets