Siena, een rustdag. Het komt zoals het komt.
Gistermiddag 75 meter voor de aankomst bij de b&b twijfelde ik of ik de goede richting de b&b Zara Villa had gekozen. Ik pakte mijn telefoon en via Google Maps navigeerde ik naar de b&b. De telefoon in een hand en met de andere hand had ik het stuur vast. En navigeren en fietsen op een afdaling met grind als ondergrond, ging niet. Dat overkwam me gistermiddag. En heel langzaam, bijna gecontroleerd, ging ik toch onderuit. Niet te houden. Stom. Stom. Stom. Ik bleef nog even beduusd liggen.
Ik had geluk: behalve wat oppervlakkige schaafwondjes (aan de linkerhand) niets aan de hand. De fiets op het voorspatbord na, de wielerkleding, de telefoon zijn heel gebleven.
Niet al te vrolijk kwam ik de b&b binnen. “Er zijn niet veel mensen, die voor die aanrijroute kiezen”, zei Maria Chiara van de b&b. “Don’t care”. En ze had EHBO spullen om te desinfecteren. Ik ben gaan na het douchen ‘s avonds gewoon naar het centrum van Siena gegaan, zoals ik gisteren had beschreven.
Ik ben de eerste aan het ontbijt en vervolgens kwam Stephan uit Florence. Hij is docent economie aan de universiteit in Siena en gaf gisteren en vandaag les en had overnacht bij de b&b. Stephan was nog niet goed wakker, want hij had zijn shirt binnenste buiten aan. Ik vroeg of dat een speciale bedoeling had en hij merkte zijn vergissing op. Kon de humor overigens wel waarderen. Een aardige man.
Vervolgens komt er een jongedame met de mooie naam Constancia. Zij komt uit Brazilië en is filmproducente. Een echte Braziliaanse wervelwind. We maken kennis en in het korte gesprekje maakte zij zich grote zorgen over Brazilië en de heersende corruptie. Economie en politiek is in Brazilië slecht. De macht ligt eigenlijk bij drugskartels, bij de grote bazen. Het land glijdt in haar ogen zienderogen achteruit. Daarna kwam Theresa uit Oostenrijk aanschuiven. Theresa en Constancia reizen samen door Italië, hadden elkaar toevallig ontmoet. Tot slot kwam Ayan binnen. Een sportieve Turkse jongeman, die voor het Nederlandse bedrijf IMCD uit Rotterdam werkt.
Theresa is ergotherapeut en studeert verder voor arts. Zij verzorgde de schaafwondjes in de hand en gaf het advies om in ieder geval een tetanus spuit te halen.
Maria Chiara gaf gisteren al aan dat als je naar de eerste hulp (pronto soccorso) wilt, je rekening dient te houden met lange wachttijden. En als een Italiaanse dit zegt, denkend aan de spoorwegen, het omzagen van bomen, dan zal het best wel wachten zijn. Met dit in het achterhoofd ben ik naar het ziekenhuis gefietst. Uit voorzorg nam ik mijn iPad mee en een oplader. Je weet maar nooit. Het was naar de Pronto Soccorso vijf kilometer fietsen en dat ging goed. Geen last van de valpartij. Om iets voor twaalf kwam ik bij het ziekenhuis, waar het erg druk was. Er zijn twee poli’s. Ik koos voor de variant waar een caravan bij was getekend. (Voor eventuele overnachtingen?)
Ik heb de indruk dat er weinig mensen op de fiets bij de Pronto Soccorso komen. Na wat heen er weer gevraag, kom ik via de rode baan voor ambulances bij de eerste hulp aan. Ik meld me en mag meteen mee naar binnen voor de intake. Super snel. Na de formaliteiten werd mij verteld dat ik een tetanus injectie zou krijgen en dat de wonden zouden worden behandeld. Ik kreeg een polsbandje in de kleur wit met de betekenis “lage prioriteit”. Ik vroeg nog wel of ze een inschatting konden maken van de wachttijd. Ik was de vierde in de rij en daarmede kon ik het doen.
Om lang wachten kort te beschrijven: drie uur.
Ik heb in die tijd een deel gelezen van Jan Blokker jr in zijn boek “alle wegen naar Rome”. Jan is in vier maanden van Amsterdam naar Rome gelopen en heeft de via Francigena gevolgd. Leuk en grappig om te lezen. Ook herkenning over bijvoorbeeld San Gimignano met duizenden toeristen en met de honderd torens. In de middeleeuwen kenden ze ook het fenomeen “wie heeft de langste”.
Net voor drie uur mocht ik naar binnen. Een kamer met vier mensen: twee dokters en twee verpleegsters. Zij waren druk met elkaar in gesprek . De jongste dokter vertelde dat de casus administratief niet goed was voorbereid, maar daar kon ik niets aan doen. Na diverse papieren te hebben geprint en stempels en handtekeningen te hebben gezet, kreeg ik eindelijk een injectie: goed voor twintig dagen bescherming. En kon ik gaan. Ik vroeg of het nog de bedoeling was om de wonden schoon te maken. O ja, dat was ook de bedoeling en de verpleegster die nog geen handeling had verricht, maakte de wonden schoon. De hele actie duurde hooguit tien minuten.
Ik fietste terug naar de b&b. Ik kwam nu van de goede kant aangereden, gewoon asfalt, dus geen afdaling op een grindpad.
In het begin van deze fietstocht, twee weken geleden, nam René van Duinen van Lavialla, spontaan met mij contact op. Als je in de buurt bent, kom dan nog een keer op Lavialla bij Arezzo. Mijn bedoeling was om vanaf Siena een uitstapje naar Arezzo te maken, er een dag er te zijn en de dag erna de via Francigena weer op te pakken. Dat betekent zo’n 150 kilometer extra met een onbekende route. Dat idee zou vandaag (vrijdag) gaan gebeuren. Ik had hierover al contact met René. Mijn hand bleef pijnlijk en wat dikker. Ik heb René gebeld en besloten om het bezoek aan Lavialla te laten schieten. Spijtig.
‘s Avonds wat in Siena rondgestruind. Ik ga terug naar de b&b en geniet van het Toscaanse landschap met een ondergaande zon. Wat een mooi plaatje op het einde van de dag. Morgen verder fietsen. “Ait verdan”
Geschreven door Johns.travels