Wat ik gisteren in Assisi indruk maakte, was een bezoek aan een tentoonstelling van Guido Dettoni, waarin twee symbolen die hij heeft ontworpen centraal staan: het Tau (franciscaner kruis) en een meervoudig intepreterbaar beeld van Maria. De tentoonstelling / meditatieruimte is in de Santa Maria delle Rose. De inrichting en muziekkeuze heb ik als universeel ervaren.
Ik ontbijt voor de tweede ochtend prima bij hotel Fortezza. De hotel wordt gerund door "the boss" Jenny Elizabeth. Van oorsprong een Peruaanse. 's Ochtends het hotel en 's avonds runt zij een restaurant. Ik vroeg hoe zij vanuit Peru in Assisi was beland? Zij glimlacht: C'est la vie, alsof geen enkel ander antwoord mogelijk zou zijn geweest. Haar oom was in Italië en via hem is zij naar Italie gekomen. Jenny voelt zich 100% Italiaanse.
Ik melde me ruim voor het begintijdstip van het ontbijt. Geen enkel probleem. Zij hielp me de tickets voor het vliegtuig printen (ik heb voor maandag geboekt) en bezorgde me voldoende cappuccino's om de dag goed mee te kunnen starten.
Om kwart over acht vertrek ik. Mooi op tijd. Het is nog lekker fris, ideaal fietsweer. De zon komt gestaag op. Ik zie de basiliek van Fransiscus in het ochtendlicht geaccentueerd worden. Een kerk aan de andere kant is nog in grijze tinten gehuld.
Ik kom langs een erebegraafplaats. Ik neem een laatste foto van Assisi, stad van de vrede, met (als je het weet) de erebegraafplaats nog te zien. Oorlog en vrede dicht bij elkaar. "Outside the Wall klinkt ". Opkomende gedachten over de rol van de katholieke kerk bij oorlog en vrede laat ik gaan.
Het begin van de route volgt het fietspad van Assisi naar Spoleto in de Valle Umbra. Soms over een dijkje langs een riviertje. Rustig. Geen ander verkeer. En vlak.
Op een gegeven moment rij je veel langs hoofdwegen. De zijkanten van de weg zijn vaak niet al te best. Bij het klimmen, en er waren vandaag best wel veel hoogtemeters te overbruggen, geeft dat niet. In de afdeling is het uitermate vervelend. Ik let dan op de weg voor me en tevens op achteropkomend verkeer om zo het meest ideale gedeelte van de weg te zoeken.
De regel van drie van Marcel, gold vaak. Vandaag was er de regel van vier-variant:
Tijdens een klim haalt een tegemoet rijdende vrachtwagen een Fiatje in. Geen probleem, want de weg is breed genoeg voor autootje, vrachtwagen en fietser. Er komt achter mij, op geringe afstand, ook een niet te grote auto. Het Fiatje remt volop om de vrachtwagen er tussen te laten. De vrouw van het Fiatje slaat haar beide handen voor de ogen. (Joost mag weten hoe ze dan sturen?). De vrachtwagen manoeuvreert zich er tussen. Last minute. Het gaat goed.
Het was een van die spaarzame momenten, dat je je realiseert dat het anders kan gaan.
Hans Reitsma karakteriseert, na het verlaten van de Valle Umbra, Umbrië als vredig heuvelland, gestoffeerd met stoere eiken en rustieke boerenhuizen. Bos, graan en zonnebloemen wisselen elkaar af. De zonnebloemen zijn uitgebloeid en veel akkers zijn omgeploegd. En ik zie, met name als ik de top van een beklimming heb gehad, vaak een prachtig landschap zich ontvouwen. Een mozaïek of lappendeken van grondgebruik. Ik ben vandaag vaak verrast door het onverwachtse. Ik maak veel foto's om iets van die herinnering mee te nemen. Zeker in combinatie met karakteristieke plaatsjes zoals Bevagna, Narni en Calcata. De foto's zijn illustratief..
Ik pauzeer rond elf uur. Doe inkopen bij een kleine kruidenier. Drink cappuccino. Langs de grote weg vind ik weinig aantrekkelijke bankjes. Het middageten gebruik ik op een bankje bij een grote parkeerplaats. Er is dan nog minder dan honderd kilometer te gaan om Rome te bereiken.
Ik heb geen overnachting geregeld. Het is vandaag zien hoe het loopt en hoe ver ik kom. Rond vier uur ga ik in de gids kijken naar geschikte b&b's. Ik bel er een paar. Ik krijg geen contact. Ik eet en drink voldoende. Dus rij ik door. Het heeft hier lokaal geregend, de weg is behoorlijk nat. Ik heb geluk gehad en zelf geen bui gehad.
In elk plaatsje vraag ik naar een hotel of b&b. Ze zijn er niet. Ik word steeds naar een volgende plaats verwezen. En iedereen, die ik vraag, is behulpzaam. Op een pleintje, waar een aantal oudere mannen bij elkaar zit, krijg ik hetzelfde antwoord. Hier niet. Van een van de mannen krijg ik spontaan een hand en hij wenste me oprecht succes. Op zich is dat een mooi moment.
Het is ruim na vijven en het wordt wat donker. De straatverlichting gaat aan. En ik voel wat regendruppels. Ik zie het dorpje Sacrofano liggen. Het is er druk en heeft, zo schat ik in, een redelijk grote omvang. Ik daal het dorp in. Nergens een verwijzing naar hotel oid. Ik schiet een wielrenner aan. Als je de weg naar Rome volgt dan is er over vijf kilometer een hotel. "Echt". Ik blijf dalen en voor mijn gevoel heb ik meer dan vijf kilometer gehad. Ik vraag bij een bar of er een hotel is. De eerste weg links, in de bocht en dan kom je er. En inderdaad ik kom bij hotel Serenissina in Monte Caminetto. Circa zeventig meter nadat Ik het had gevraagd. Vanaf de grote weg is hotel niet te zien. Weer een geluksmomentje door op het goede moment te vragen.
Er is plek en het hotel is betaalbaar. Ik vertelde dat ik ongeveer 150 kilometer had gefietst. Wow Ik mag de fiets in de pizzeria zetten. Ik zei "the Bike is also hungry"... De grap komt over.😀
De vrijdag heeft mij qua fietstocht volledig verrast. Ik begrijp nu waarom mensen juist dit gedeelte zo mooi vinden.
Ik ben zeer dicht bij Rome. Mijn bedoeling is om door te fietsen naar de Middellandse Zee. Want mijn oorspronkelijke droom was om van Almelo naar de Middellandse Zee te fietsen.
Geschreven door Johns.travels