Zondag 8 september 2019
Vanmorgen zag ik de zon opkomen in het oranje. Half 7 was het toen ik met een cappuccino uit de automaat, op het grote terras bij de camping zat te kijken naar al dat moois aan de horizon. Ongelooflijk die kleuren! Het werd een mooie blogdag.
Maandag 9 september 2019
Nadat ik mijn spullen heb ingepakt en de rugzak op mijn rug gesjord, wandel ik naar het dorp Romita, koop daar in het supermarktje eten voor onderweg en wandel dan over een kiezelpad, dat ze hier via bianche noemen. Uren gaat het over hetzelfde pad toch is het zeer afwisselend, mooie vergezichten, bossen, vlak of stijgen en dalen, ik zie prachtige landhuizen maar ook huizen die eens prachtig waren en er nu verlaten en vervallen bij liggen.
Op het eerste stuk veel B&B bordjes maar aan het eind van de dag niets meer te vinden. Ik wordt in Pietrafitta doorgestuurd naar Castellina in Chianti. Een poging onderweg daar naar toe om met mijn tentje in een tuin te overnachten lukt niet, maar ik krijg wel het adres van B&B Mariani waar ik na 31,5 km behoorlijk vermoeid aankom en de te dure kamer neem.
Dinsdag 10 september
Daarom misschien wel goed geslapen. Na een karig ontbijtje naar de tabakswinkel om mijn prepaid telefoonkaart op te waarderen en vervolgens verder over een rustige straat. Ik volg nog steeds de Via Sanese via het rode lijntje op de app. De route wordt nergens met bordjes aangegeven. In het buitengebied kom ik langs twee gigantisch grote leegstaande huizen. Mijn route stuurt mij dwars door de landgoederen, die daar bij horen en vlak langs een van de huizen, door een verwaarloosde tuin. Het werd zoeken, ik meende op een weg uit te komen maar het terrein was omheind. Gelukkig vond ik een hek dat open kon, je voelt je een beetje een gluurder als je het idee hebt op privéterrein te lopen. Een eindje verder was dat zeker zo. Ik dacht dat ik langs een huis moest om te route te vervolgen, maar kwam uit in een grote tuin inclusief zwembad met alles er op en er aan. De weg hield daar op, dus maar weer terug. Daar ontdekte ik dat mijn links- en/of rechts probleempje weer even de kop op stak.
Dan zoek ik op Google Maps de camping in Siena en laat me daar door Mientje helemaal heen leiden. 14 km is het nog, het laatste stuk over een drukke verkeersweg waar ik regelmatig de berm in stap. Ik vertrouw die Italiaanse chauffeurs voor geen meter. Na 27 km gearriveerd, leuke camping, druk maar een goede plek onder een lantaarnpaal. Na een avondmaal met Italiaanse bruine bonensoep, brood, bier en yoghurt was het goed slapen.
De volgende ochtend, 11 september wandel ik via mijn eigen route naar het centrum van Siena. Als ik door de Porte Camolillia de stad binnen loop, zie ik meteen het eerste bordje van de Via Francisgena. Hoera, nu eens geen gezoek! Het gaat door de hoofd/winkelstraat, leuk maar zo druk, je kan over de koppen lopen .Er rijdt een pakjesauto van GLS voor mij, die telkens stopt als ik een foto wil maken. Ik ging een van de de zijstraatjes in en daar was geen toerist te bekennen.
De Basilica Catariniana en de San Domenico zocht ik wel op, niet van binnen gezien, vanwege de enorme rijen voor de deur. Ik wandel over het gigantische Il Campoplein met mooie gebouwen er om heen. Via de Porta Romana verlaat ik de stad en huppel ik het buitengebied in.
Ik nam mij voor om vroeg een slaapplek te zoeken, moe van het geslenter door de stad, de hitte en mijn voeten deden pijn.Tegen half 5 nader ik het dorp Isola d 'Arbia, moest daarvoor over een industrieterrein, niet fraai maar soms kan dat niet anders.
Ik heb dorst en stap een wegrestaurant binnen, een ietwat nors kijkende vrouw helpt mij aan water, een cappuccino en een sandwich. Ze spreekt geen Engels maar ik kan haar uitleggen dat ik een camere libre zoek. Ondertussen kwamen vier mannen binnen , de vrouw stapt meteen op hen af vraagt of iemand Engels spreekt. Dat is het geval en in no time zijn de vier op hun mobiel aan het zoeken naar een kamer voor de signora Ollandaise. Zo gevonden en geregeld!
Als ze horen dat ik uit Nederland kom gewandeld willen ze graag met mij op de foto en weer voel ik mij even een popster...
De kamer is maar 800 meter lopen, ik ben iets te vroeg er zou iemand komen met de sleutel. Er komt een man voorbij, niet met een sleutel maar hij wijst naar de deur waarop een briefje met een telefoonnummer is geplakt en zegt dat ik dat moet bellen. Ik kan hem niet duidelijk maken dat dat al is geregeld en vraag of hij wil bellen. Zo gaat het en dan wijst hij dat ik op het bankje naast de deur kan gaan zitten en zegt dat er binnen 10 minuten iemand komt met de sleutel.
Dat is Maria Sutra, Engels sprekend, aardig en grappig. We hebben even een fijn gesprekje over wandelen en meer voordat ze mij de sleutel overhandigd.
Donderdag 12 september
Goed geslapen in mijn gezellige kamertje, dan bij een bakker in het dorp wat eten halen voor onderweg. Vervolgens op pad door een landschap waarvan de kleuren herfst worden. Het groen verandert in bruin/grijs dat mooi afsteekt tegen de korenbloemblauwe lucht...
Poeh, wat is het warm, ik kom moeilijk op gang ondanks dat het vrij vlak is. De rugzak wil maar niet lekker zitten. Ik kijk uit naar een bankje. Vind er een bij een waterkraan, die kom je hier regelmatig tegen wat fijn is met de hitte. De route is perfect aangegeven, hier zijn meer wandelaars onderweg, een stel uit Zwitserland, een Fransman. Soms is er een gesprekje soms een korte groet, "bon camino". Iedereen loopt hier zijn eigen tempo en is sneller dan Frikken.
Tegen half 3 kom ik aan in Ponte d'Abria, het eindpunt van deze etappe, mijn plan om nog een stuk verder te gaan laat ik varen, te heet!
Ik zoek en vind het hostel voor pelgrims. Pelgrim Claudio is al aanwezig, kent de weg, spreekt nauwelijks Engels maar leidt mij met handen en voeten rond.
Daarna komen nog een paar pelgrims binnen stappen, Daniël, Marion en Salvatore. Toezicht is hier niet, je schrijft jezelf in en als je vertrekt geef je een vrije gift. Ik deel een kamer met Marion, een Française die naar Assisi gaat wandelen. Zij is 68 en een leuke pittige dame.
Er is een grote tuin waar ik nog een uurtje ga schrijven. Vanuit het raam van de buren klinkt een moslimgebed met veel gezang.
Claudio komt langs en vraagt of ik later mee wil eten, hij gaat pasta maken voor de hele groep.
Het werd een koningsmaal, heerlijke pasta, een tonijnsalade, salade met ui en tomaten en uiteraard een wijntje.
Gezellig was het, met veel gesprekken in het Italiaans en Frans om mij heen, die ik nauwelijks kon volgen. Het was fijn om er bij te zijn, ik voelde mij erg op mijn gemak.
Vrijdag 13 september
Om half 7 op en snel vertrekken. Niemand nam echt de tijd voor een ontbijt, dat gebeurde staande in de keuken. Niets voor mij, toch ik deed maar even mee, er was koffie... Er werd om mij gegrinnikt vanwege de potten met jam en Nutella die uit mijn rugzak kwamen.
De lucht voelt fris als ik daarna in het licht van de opkomende zon, genietend en foto's makend door het mooie land wandel.
Dat is ook als ik even later door Buonconvento stap, zo authentiek met mooie straatjes. Ik drink er cappuccino, eet een croissant, kom Salvatore weer tegen, die ook aan de koffie is. Dan verder door het Toscaanse land, het landschap verandert telkens. Later loop ik een stukje op met Salvatore, hij is schrijver heeft net zijn eerste roman uitgegeven. Die is goed ontvangen en is hij bezig met een tweede. Hij is een aantal jaren in het buitenland geweest en maakt deze tocht om als het ware Italie opnieuw te leren kennen. Ik vertel over Ton en ons theater wat weer fijn is.
Later nog een ontmoeting met vier Italianen. Ik heb een leuk gesprek met een van de vrouwen aan de picknicktafel waaraan zij zitten. Vervolgens solo verder. Het wordt warm maar ik voel me prima en heb er geen last van.
Rond half 6 aankomst in Quirico, ook weer zo mooi! Ik zoek het pelgrimshostel, loop Salvatore tegen het lijf die de weg wijst.
Daar deel ik een kamer met vijf Belgische vrouwen en twee Franse meisjes. Na het douchen een wandeling door het leuke stadje met veel oude gebouwen, daarna een pizza eten bij een mooi restaurantje en dan.... slapen!
Zaterdag 14 september
Slecht geslapen, een pijnlijke linkervoet en mijn rechterbovenbeen voelt niet echt lekker. Om half 7 opstaan, koffie en een broodje in de keuken, iedereen gedag zeggen en op naar Radicofani.
Vrij snel al kom ik door Vignon Alto een heel klein dorpje en zeer fotogeniek, prachtige straatjes, veel bloemen en ik zie zelfs een boom met rooie granaatappels.
Salvatore gaat mij voorbij, groet met een "bon camino " en wandelt door.
Even verderop ligt Bagno Vignoni met een prachtig oud centrum waar een soort vijver is en een overdekt marktje, een mooie plek voor een cappuccino met een croissant. En ja, ook hier zit signor Salvatore.
Dan door, over de witte wegen van Toscane en een houten brug vol gaten. Het landschap in bruin en grijs wordt omgeploegd door de boeren, ze laten sporen achter in het landschap en maken het tot kunst.
Ik heb te weinig voedsel maar bij een rustplek voor pelgrims kan ik tegen een vrije gift wat crackertjes en een croissant kopen. Radicofani blijkt ver om 5 uur moet ik zeker nog 2 uur lopen naar een hostel. Ik kijk uit naar iets anders maar vind niets. Dus huppekee het ene been voor het andere en door. Het laatste stuk over de provinciale weg. De zon is al bijna achter de bergen verdwenen. Ik stap stevig door, verwacht achter elke bocht het stadje te zien maar nee, niks!
Mijn moeder heeft dit verboden maar ik steek toch tot twee keer toe mijn duim omhoog, zonder resultaat. Vanuit een kiezelweg komt een Fiat panda aan getuft. Ik vraag in gebarentaal of hij wil stoppen.
De aardige Italiaan achter het stuur spreekt geen Engels maar begrijpt dat ik naar het onderkomen voor de pelgrims wil.
Hij wijst naar rechts en houdt een lang verhaal waar ik niets van snap. Ik vraag of hij mij wil brengen. Een korte aarzeling, de auto ligt vol gereedschap en hij moet nogal wat verplaatsen voordat Ina Frikken en haar grote rugzak er bij in passen.
En dan heel lullig, na 500 meter zijn we er al! Een beetje beschaamd geef ik een hand en bedank de chauffeur hartelijk...
Salvatore is er al lang en zit buiten bij een barretje aan het bier. Hij heeft een sleutel van het hostel, opent de deur en gaat weer terug naar zijn drankje. Ik moet naar boven, verwacht dat ik me daar moet aanmelden maar er is niemand en het is pikkedonker. Ik vind een lichtknopje, loop het gebouw door, ontdek twee slaapzaaltjes en herken de spullen van de twee Françaises, die ik gisteren ontmoette en zie een leeg bed. Ik ontdek meer lichtknopjes en een keukentje waar ik voor voor mezelf een bakje oploskoffie maak.
Marianne, een Italiaanse fietsster komt binnen en maakt mij verder wegwijs.
Daarna komen nog twee fietsers en Salvatore, die hen wijst waar alles is. Hij gaat pasta koken met tonijn, vraagt of ik mee wil eten. Graag !, ik ben na de 38 ,5 km van vandaag aan het eind van mijn Latijn.
Dan eten met twee Italianen en een IJslander, later komen er nog twee Israëliërs bij. Zo leuk, iedereen spreekt Engels, we praten over wandelen, fietsen en de tochten die we maakten. Ik krijg vragen, vertel in het kort iets over het hoe en waarom van mijn tocht, voel me prettig in dit gezelschap. Na het eten gaat de rest een biertje drinken in het barretje. Ik help nog met de afwas en ga naar bed mijn voeten willen niks meer...
Zondag 15 september
Goed geslapen, sta om 7 uur op, de anderen slapen nog dus ik sleep mijn spullen voorzichtig naar de eetruimte. Ga me wassen en aankleden. Ik zie door het keukenraam dat de bar open is, daar kan ik vast een ontbijtje scoren. Klopt! Er is cappuccino en er zijn croissants. Marianne komt binnen, leuk haar nog even te zien en te spreken. Ik loop daarna het stadje door om plaatjes te schieten, vind tot mijn verrassing een winkeltje dat open is en koop brood en fruit.
Onderweg zie ik een bord Roma 159 km, weliswaar over de autostrada maar het komt nader! Het wordt een pittig dagje door de warmte. In het begin al komen vier mannen langs mij lopen en dat bleken de kerels die mij aan een kamer hielpen. Ik dacht dat ze op de fiets waren. Ze vroegen of de kamer in orde was en liepen verder, ik zag ze niet meer terug..
Verderop een klein huisje en een grote hond, die er uitzag als een knuffelbeer maar heel vervelend naar mij blafte. "Rustig aan hondje, ik bijt niet" zei ik. Daar had hij geen boodschap aan, hij begon vervaarlijk naar mij te grommen en liet zijn tanden zien, terwijl hij steeds dichterbij kwam. "Ga maar naar het baasje", probeerde ik nog. Hij bleef naar mij blaffen en grommen. Ik pakte mijn stokken steviger vast en liep langzaam verder. Na een tijdje bleef het beest eindelijk staan. Ik hoorde hem nog heel lang achter mij blaffen. Ik ben zelden bang voor een hond maar deze mocht ik niet en het was wederzijds..
Het was rond de klok van vijf toen ik aan kwam in Aquapendente. Het was even zoeken naar een slaapplek maar met hulp van een aardige meneer vond ik een mooie kamer voor een aardig prijsje. Blij mee!
Te moe om de stad in te gaan voor een hapje eten, maakte ik met mijn gasbrandertje een bakje noedels warm en daarna SLAPEN.....
Geschreven door Inas.reisblog