Hier zijn we weer, proper gewassen, sanitair "verlost", relax in een comfortabele hotelomgeving maar overladen met indrukken over onze drie-daagde trekking in de heuvels tussen Kalaw en Inlė-lake.
Toen we 3 dagen geleden arriveerden in Kalaw hadden we, en dat beseffen we nu pas, absoluut geen idee over wat ons te wachten stond. We werden hartelijk ontvangen in guesthouse The Dream Villa. Een gezellig pension dat doet denken aan Fawlty Towers. Het is dan ook gebouwd door en voor Britten, ergens de jaren 40. Kalaw is omwille van haar hogere ligging ( 1400m) steeds een favoriete bestemming geweest voor Britse kolonialen en later rijke Birmezen die er in de heuvels verkoeling vinden. Het is hier dan ook merkelijk frisser.
De gids die ons de komende drie dagen zal begeleiden komt ons bezoeken en overloopt met ons de checklist van zaken die we zeker niet mogen vergeten. We spreken af om de eerste ochtend om 7.00 u te vertrekken. Dat wordt overigens ook het startuur voor de dagen nadien.
In Kalaw dineren we 's avond nog in het enige restaurant dat voor ons in aanmerking komt, The Seven Sisters, gerund door, jawel 7 zusjes. Het is er heerlijk. Ze doen hun best om ons met wat extra reserve op trekking te laten vertrekken. We smullen en laten er 2 flessen Red Mountain wijn ontkurken.
De volgende ochtend lopen we, voor vertrek, nog snel even langs de wekelijkse markt. We trekken onze ogen open. Honderden kraampjes, verkoopsters en verkopers bieden er alles aan. Vis (op een zeildoek op de grond), vlees (op een kapblok, klaar om naar wens versneden te worden), 10-tallen soorten fruit en groenten, kruiden, etc etc. Een variante op onze Carrefour, maar dan minstens 100 jaar terug in de tijd. Grappig en ontnuchterend tegelijk.
Onze gids is er om 07.00u, stipt op tijd. De Birmezen hebben toch iets met stiptheid. Heel aangenaam, in vergelijking met andere ver-weg culturen. Hij heet Tanthon. Om zijn naam makkelijk te onthouden bedienen we ons van het ezelsbruggetje "Tantann", de naam van een zeer goede en even reislustige vriendin van ons. Het werkt. We worden al snel goede vrienden met onze gids, een klein, pezig en gespierd maar zeer belezen mannetje van 62 jaar oud.
De eerste dag wandelen we, vooral bergop, langs honderden rijstvelden in gekende terrasbouw. Het landschap is wondermooi. Het regent vrijwel constant 'aar daar storen we ons niet aan. In tegendeel. We zijn beschermd met onze k-ways en de regen voelt verfrissend.
Tanthon vertelt honderduit. Ook de komende dagen wijst hij ons elke boom, elk plantje of gewas aan en hij geeft ons les in primitieve landbouw, alternatieve geneeskunde of voedingswaren. Je kan je niet voorstellen hoeveel kwaaltjes er kunnen aangepakt worden met plukbare bladeren, bloemen, schors van bepaalde stammen of plantenstengels. We stellen ons voor dat al deze toepassingen, eigen aan zo'n uiterst primitieve overlevingseconomie, net als bij ons lang geleden, ooit verloren zullen gaan.
Tanthon wil ook alles weten van ons. Al wandelend trachten we elkaars levenswijze te begrijpen. Hij luistert zeer geboeid, stelt gerichte vragen en komt er ook later met haarscherp geheugen op terug. Een heel fijn mens.
De eerste nacht worden we ontvangen bij Tanthon thuis. Wat we daar aantreffen valt moeilijk te beschrijven. Een houten hut met een dak van metalen golfplaten. Het huis staat op palen. De beneden verdieping doet dienst als "keuken" (een houtvuur op de grond) en voorraadruimte. Op de etage is ėėn grote ruimte, deels opgedeeld d.m.v een gordijn. In het midden staat een rond tafeltje van 20 cm hoog. Aan de zijkant liggen 4 matrasjes (2 cm dik) met deken. Dat wordt onze slaapplaats. Hijzelf zal zich met zijn familie ( Vrouw + 3 nog inwonende dochters) terugtrekken achter het gordijn. Er hangt ėėn lampje, gevoed door een zonnepaneeltje. Er is uiteraard geen Electriciteit. Het toilet is een bamboe hokje met een gat in de grond, verderop in de "tuin", de "badkamer" bestaat uit een betonnen kuip met opgevangen regenwater, naast het huis.
Na uitgebreid kennisgemaakt te hebben met het hele gezin, ook de gehuwde dochters komen even langs, wordt het diner aan het tafeltje geserveerd. De ene na de ander schotel wordt voorgezet. Het is veel te veel en zeer gevarieerd. Je merkt aan alles dat er uren aan is gewerkt (op een houtvuurtje) om het ons naar onze zin te maken. Wij van onze kant doen ons uiterste best om toch een paar happen te eten. (...) We zijn verlegen maar kunnen/durven niet anders. We verschuiven wat in de schaaltjes, we overwegen zelfs om wat te verstoppen en stiekem mee te nemen naar het toilet. Het is een les in hoezeer wij verwend zijn. We zoeken de best denkbare excuses om quasi volle schotels af te ruimen.
Na het dinner, rond 19.00, is het donker en komt het hele gezin een beetje schuchter bij ons zitten. Wij hebben iets goed te maken en we stellen voor om hen te leren kaarten. We verzinnen een vereenvoudigd spelletje "pesten" (uno), Tanthon vertaalt voor zijn gezin en we beginnen eraan. Tot 21.00 u spelen we het ene spel na het andere. We gieren het uit. Onvergetelijk, zeker voor ons, waarschijnlijk ook voor Tanthon's familie.
De nacht is moeilijk. Het regent onophoudelijk, en op een golfplaten dak maakt dat een hels lawaai. Om 06.00u staan we stram maar een beetje opgelucht op. Ikzelf neem een "Bucket shower" en scheer me aan de regenkuip, tandenpoetsen doen we gewoon in de tuin, de ochtendplas gaat tegen de bonenstruik.
Na een ontbijt met pancakes en thee, opnieuw met zoveel gastvrijheid voorgeschoteld, vertrekken we voor het tweede traject. Vandaag zullen we 25 km wandelen langs kronkelende en modderige bergpaadjes. Het regent gelukkig amper maar het blijft toch koel. Er zitten venijnige hellingen tussen. Het landschap is zeer gevarieerd. We wandelen door bossen, langs rijstvelden en akkers. Wanneer we kleine dorpjes passeren zijn we blij dat we even kunnen uitblazen, wat water kunnen kopen, en uitzonderlijk een blikje lauwe maar deugddoende cola.
De bevolking die we op de velden, paden of in de dorpjes tegenkomen reageert zeer afstandelijk in vergelijking met andere plaatsen in Myanmar. Foto's mogen niet zomaar genomen worden. Tanthon legt uit dat dit stammen zijn van heel verschillende origines. We ontmoeten Palau, Mhong, en nog enkele waarvan ik de naam vergat. De mensen zijn schuw, verlegen, trots, bijgelovig, spreken totaal andere talen, ... Kortom, heel wat redenen om niet in houding te springen voor de eerste de beste toerist die mooie foto's wil maken. Begrijpelijk.
Aan het eind van de dag, rond 16.30 komen we in een dorpje waar het dorpswinkeltje ook een slaapzaaltje voor trekkers ter beschikking stelt. Daar zullen we de nacht, samen met een Israëlisch gezin doorbrengen. Sanitair, inrichting, matrassen etc idem als boven beschreven. Na een tweede wandeldag laten ook Arlette en de meisjes zich verleiden tot een emmer douche achter een zeildoek, aan de regenton. Het groot toilet stellen we toch nog even uit.
Tot onze verbazing is de schoonzoon van Tanthon ons via andere wegen met de brommer achterna gekomen. Hij zal in de keuken (houtvuur) achter het winkeltje voor ons koken. Hoe hij het deed weten we niet. Maar nadat Tanthon ons tijdens het wandelen langs zijn neus weg had uitgevraagd over onze eetgewoontes krijgen we nu lekker gebakken rijst (nasi), gewokte noedels met groenten, en zelfs een klein bordje frieten voorgeschoteld. De schat !
Na het eten spelen we opnieuw wat kaart. Opnieuw dolle pret, deze keer met fris Myanmar bier erbij uit de winkelfrigo.
De nacht beviel ons beter. Wellicht omdat we aan wat slaap toe waren. Rond 07.00 u opnieuw op pad. Vandaag geen regen. Het is warmer. Gelukkig moeten we maar een tweetal heuvelkammen op. De rest van het traject is bergaf richting Inlė-meer.
Emily heeft met gezwollen knieën forfait gegeven en heeft de schoonzoon/kok bereid gevonden om achterop de motor langs een omweg mee te liften naar het eindpunt. Wij lopen de laatste 20 van deze 60 km lange tocht.
Onderweg merken we op dat Julie en Tanthon steeds voorop lopen en babbelen over van alles en nog wat. Arlette en ik genieten van de omgeving, het uitzicht en het samenzijn. We kijken per km samen steeds meer uit naar het eindpunt. Niet omdat we dit zo snel mogelijk willen beëindigen, we willen er namelijk direct terug aan beginnen. Wel omdat we na 2.5 dag toch wel hunkeren naar een beetje badkamer comfort.
De laatste 10 km worden we vreemdgenoeg vergezeld door een zwarte straathond. (het wemelt van de straathonden in Myanmar ) Hij loopt trouw langs ons alsof hij nooit anders deed. Het lijkt erop dat hij ons wil beschermen. Andere straathonden worden door hem weg-gegromd. Bosjes en struikgewas worden voor onze passage doorsnuffeld om slangen en ander ongedierte op tijd weg te jagen. Het heeft wel iets, zo'n 4-voetige vriend aan je zijde.
Vlak voor aankomst passeren we voor de zoveelste keer langs een kudde buffels. We wandelen er rustig voorbij tot het moment dat er een stomme motorrijder aankwam met luid geclaxonneer. Ėėn van de buffels die net langs loopt panikeert, wil haar kalf beschermen en keert om. Ik sta jammer genoeg in de weg. Wat volgt zie je normaal gezien enkel in Spaanse corrida's. Ik werd met m'n achterwerk op de hoorns genomen en enkele tientallen centimeters opgetild. Dames, gids, maar ook m'n viervoetige vriend van de dag kozen het hazepad. Achteraf konden we er wel om lachen.
Aan het eind van de tocht wacht Emily ons op. We nemen een longtail boot die ons na 40 min afzet aan het Paramount Hotel op het Inlė meer. Het is een luxueus hotel, gebouwd op palen, in het midden van het meer. Het uitzicht is er fantastisch. Het sanitair ook. ...
'S avonds genieten we na. We hebben het erover dat we heel wat tijd zullen nodig hebben om onze belevenissen te verwerken. Ieder op zijn manier. We zijn het alvast over twee dingen eens.
Het feit dat we dit met ons vier hebben kunnen / mogen meemaken heeft de belevenis des te intenser gemaakt en zullen we nooit vergeten.
Daarnaast zullen we nog lang terugdenken aan Tanthon en zijn familie. Morgen komt hij nog langs om ons te gidsen op het meer. Nadien nemen we afscheid van een vriend.
Groetjes van ons 4.
Geschreven door Berts.reizen