De wekker gaat vroeg. Ik draai me nog een keertje om, maar dan moet ik er toch uit. Ik pak mijn spullen in, wederom zijn de sokken nog niet helemaal droog dus die hang ik aan de tas. Het is mistig buiten en flink koud. Eerst langs de gastvrouw om de sleutel terug te brengen en voor een stukje stokbrood, ik krijg ook nog een appel mee voor onderweg. Ik loop vandaag weer grotendeels langs het kanaal. Het water staat laag, steeds lager, tot je voorbij een sluis komt, dan staat het weer hoog, en zo steeds weer. In het lage water zie je de waterplanten bewegen, in het hoge water zie je niks. Toch weet ik dat er vissen zitten: aan de overkant zitten blauwe reigers in de berm te wachten tot er wat lekkers voorbij zwemt, ze vliegen op als ik dichterbij kom. Af en toe sjeest een ijsvogeltje heen en weer vanaf een overhangende tak. En er zijn meer vogels, ik zie een roofvogel en een koppel zwanen. Soms kom je langs een brug met een afslag naar een dorpje, er staat dan altijd een bordje bij waar op staat uit welke eeuw de kerk stamt. De 16e eeuw komt veel voorbij, en hoewel ik de gebouwen niet kan zien vanaf het wandelpad, stel ik me brede lichtgekleurde gebouwen voor, met enorme steunberen aan de buitenkant. Iets ten westen vlakbij het kanaal kronkelt de Seine door het landschap, en soms is hij zo dichtbij dat je hem kunt zien. De natuur is hier mooi, met bomen vol klimop, en hier en daar bungelen hopbellen. Een piepklein hagedisje schiet over het pad. Ik kom dichterbij de stad en ik zie steeds meer mensen, ze wandelen, fietsen, vissen. In het water dobberen nu ook wilde eenden en af en toe een waterhoentje. Dan houdt het kanaal op, zomaar ineens. Ik zit nu tegen Troyes aan en in de verte hoor ik al verkeer razen op de snelweg. Toch is het nog ruim 2 uren lopen. Ik heb al een aantal adressen gebeld voor een overnachting, maar het is overal 'je suis désolé', tijdelijk geen opvang voor pelgrims. De stadscamping is al gesloten voor het seizoen, dus ik zoek weer een goedkope hotelkamer. Gelukkig is het centrum van Troyes goed voorzien en ik regel online binnen 5 minuten een plekje. Kamperen komt later wel weer. Nu het laatste stuk lopen, onder een viaduct door met kleurrijke graffiti. In de voorsteden zijn de huizen en tuinen groot, en ik zie een eekhoorn rondspringen met een walnoot in zijn bek. De weg maakt een bocht en dan is de toren van de kathedraal in zicht, fijn om een ijkpunt te hebben. Ik wandel snel door naar het centrum, want dat schijnt heel mooi te zijn. Op deze plek wonen al meer dan 2000 jaar mensen, maar de meeste oude delen van de stad stammen uit de renaissance, gebouwd na een grote brand in 1524. Halverwege de vorige eeuw werd er veel gesloopt om ruimte te maken voor nieuwbouw, maar gelukkig is er ook veel bewaard gebleven en gerestaureerd. De vakwerkhuizen zien er inderdaad bijzonder uit, elk in een andere kleur en met de bovenverdieping iets naar voren uitstekend. Bij de grote kathedraal (uit 1208, heeft de brand dus overleefd) krijg ik een stempel. Mijn slaapplek is vlakbij, daar aangekomen trek ik snel een ander shirt aan en dan hop, terug de stad in. Het gebeurt immers niet vaak dat ik ergens zo makkelijk uit eten kan! Ik kies voor een Libanese zaak, met authentieke gerechten en traditionele muziek. Ik krijg een bord vol heerlijkheden, met onder andere batata harra (pikante aardappelen met citroen, koriander en knoflook) en baba ganoush (rokerig gegrilde aubergines) en een glas huisgemaakte citroenlimonade. Daar wordt een mens blij van. Ik ga nog even door de stad, niet te ver maar een paar straten extra, om nog meer oude vakwerkhuizen te bewonderen. Ik loop door kleine straatjes met klinkers en overhangende gevels, langs de kerk van Saint Remy, met gedraaide toren en een zonnewijzer. Dan toch maar mijn bed opzoeken, het wordt donker en ik ben met het schrijven van dit blog ook altijd wel even zoet. Morgen weer een lange dag!
Geschreven door Zerevoeten.kopvolsproeten