Het is tijd om de terugweg aan te vatten. Ik heb afscheid genomen van de Maas en haar Uiterwaarden.
De windmolen van Blitterswijck is uitgebouwd als clubhuis van een Forellenkwekerij. Een ploeg uit Hamburg wil er zich kwalificeren voor de hengelcompetitie. In een oude knot van een knotwilg krijgen perkplanten wat extra water.
De weg gaat door een tuinbouwgebied. Velden met prei of ui afgewisseld met wortel. Het ruikt afwisselend naar ui en kool. Die laatste waren al geoogst. Hier en daar een veld met gladiolen en Wat rozen of jonge bomen.
Ik kruis jongeren die een supportersweekend achter de rug hebben. Er is nog wat bier voor de terugrit in één van de vijf bussen en het ruikt naar weed.
De industriële huisvesting in Griendtsveen doet aan tuinwijken denken. Hier werd op grote schaal veen geoogst in het begin van vorige eeuw. Met kerk, school en klooster om op alles voorzien te zijn. Het leukste zijn de kanalen en ophaalbruggen.
Deze keer staat de camper naast een tuinvijver. Ik ben voor de zware regen aangekomen met een krakende fiets. Ik vrees dat ik een flinke slag in het achterwiel heb. Dat is voor morgen.
Ik heb het fietsprobleem kunnen oplossen. Een schroef van het spatbord trilde los en schuurde tegen de achterband.
Geschreven door Sabine.schetst.fietst