We verbleven in een agrarisch gebied en vanmorgen begonnen we tegelijkertijd met de boeren: om 7.00 uur stapten wij op de fiets. We zagen akkers met graan, hooi, weilanden met vleeskoeien, fokstieren, knollen en renpaarden.
In de dorpjes was er zowaar leven op straat: schoolkinderen die bij de bushalte stonden te wachten, ouders die hun kinderen naar school brachten en verder op de dag een oude man op een bank en een vrouw op het stoepje van de voordeur. Er wordt veel gebouwd en verbouwd, geïsoleerd, dus werkende mensen zie je volop. Onderweg boodschappen doen is ook iets wat van het toeval afhangt. Bakkers en slagers zijn er bijna niet meer, maar als we kunnen kopen we iets lekkers. Supermarkten zijn ook dun gezaaid, daarom hebben we vaak toch wel een voorraad bij ons en daarmee dan ook weer meer kilo’s. Daar zijn we al regelmatig heel blij mee geweest als we bij aankomst op de camping in de omgeving niets te eten vonden. En de keren dat dat wel lukte was niet meteen een culinair genoegen.
Vandaag hebben we weer veel pittige heuvels weggetrapt en onderweg zagen we nog een militaire begraafplaats uit de Eerste en Tweede Wereldoorlog en werden we verrast met een kasteel in Les Bulles, een Notre Dame in Avioth en een Citadel in Montmédy.
Het hoogtepunt van de dag was het bezoek aan de Abdij van Orval. Inderdaad, die van het trappistenbier, maar ook van een groot klooster, waar pelgrims kunnen overnachten en deelnemen aan de vieringen. Het klooster stamt al uit de Middeleeuwen, is ooit verwoest, afgebrand, heeft op de lijst gestaan om afgebroken te worden, maar heeft het allemaal overleefd. Ruïnes naast gelikte nieuwe kloostergebouwen, dat gaat heel goed samen en tijdens een rondgang kun je nog duidelijk zien waar alle oude kloosterruimtes waren. Zeer de moeite waard. Zodra je bij het klooster weggaat zit je in Frankrijk. Het waren 89 mooie kilometers.
Geschreven door Guus.kitty