Na welgeteld één nacht te hebben doorgebracht in het centrum van Kuala Lumpur was het voor mij alweer tijd om mijn spullen te pakken en deze geweldige stad te verlaten. Mijn vlucht van vandaag stond gepland om 15:00 en ik zou ditmaal businessclass vliegen. Voor mijzelf was dit iets wat ik ooit een keer wilde meemaken en vandaag deed ik het dan. Tegen de klok van 12 uur arriveerde ik ruimschoots op de internationale luchthaven van Maleisië, waardoor ik nog zo ongeveer twee uur had om door te brengen in de businesslounge. In de businesslounge waren alle facetten aanwezig om het wachten zo aangenaam mogelijk te maken. Hier heb ik dan ook maar van de gelegenheid gebruikgemaakt en de nodige drankjes en hapjes naar binnengewerkt. De tijd vloog voorbij en tegen 2 uur was het voor mij al tijd om te gaan boarden. Waar op elk ander vliegveld de veiligheidscontrole al vroegtijdig plaatsvindt, vond het ditmaal pas plaats bij de gate. Mijn plek in het vliegtuig was van alle gemakken voorzien: massagestoel, ligbed, enorme beenruimte en een uitgebreid entertainmentpakket. Om de tien minuten kwam een stewardess wel even langs om te vragen of ik mij nog op mijn gemak voelde en of ik nog iets nodig had. Een bijkomend voordeel was dat ikzelf kon bepalen wanneer ik wilde eten. De tijd vloog voorbij en na een vlucht van ongeveer 3,5 uur arriveerde ik op de internationale luchthaven van Sri Lanka. Nadat ik mijn visum en bagage had ontvangen, nam ik een taxi naar mijn hotel in Negombo. Nadat de aanslagen zijn gepleegd in Sri Lanka hebben toeristen massaal besloten om het land voorlopig te vermijden en dit verklaard dan ook waarom ik de eerste gast was in het hotel sinds de aanslagen. In de namiddag heb ik even lekker uitgerust in het hotel, waarna ik besloot om vroegtijdig mijn bed op te zoeken.
De vrijdag besloot ik om Negombo al te verlaten, want dit plaatsje had verder niet heel veel te bieden, en naar de eerste hoofdstad van Sri Lanka te vertrekken, namelijk: Anuradhapura. De trein vertrok maar slechts 3x per dag, dus het was zaak om deze niet te missen. Gelukkig gebeurde dit ook niet en had de trein zelfs wat vertraging. Tijd genoeg dus om even een praatje te maken met het stationshoofd. Hieruit bleek al snel dat de afgelopen maand geen pretje was voor de inwoners van dit land, want zij leven voor een groot gedeelte echt van toerisme. Daarnaast zijn de meeste mensen die ik tot nu heb gesproken ook echt daadwerkelijk geïnteresseerd in je. Dit in tegenstelling tot de meeste mensen die ik heb gesproken in de afgelopen maanden die je alleen maar iets willen verkopen. Aha! Daar kwam de trein al aan. Allereerst moest ik de trein nemen naar Puttalam, een klein plaatsje in het noordwesten van het land. Tijdens de treinreis kreeg ik al gelijk een goede indruk van het land: veel groen! Dit vind ik leuk! Eenmaal aangekomen bij het treinstation vroeg ik aan een chauffeur van een tuk tuk of hij mij kon brengen naar een plaatselijke restaurant en zo geschiedde. Hier had ik gelijk mijn eerste kennismaking met de Sri Lakaanse keuken. Een combi van verschillende culturen. Daarnaast zijn de meeste mensen hier vegetarisch, dus ook voor mij een mooie gelegenheid om wat meer vegetarisch voedsel te proberen. Het laatste stukje van mijn reis werd afgelegd met de lokale bus en zodoende kwam ik tegen 3 uur aan in mijn hotel. Het langste stukje reizen had ik nu al gehad! De afstanden in Sri Lanka zijn in tegenstelling tot alle eerder bezochte Aziatische landen een stuk kleiner. In de namiddag nog een klein rondje gelopen door het stadje en met de eigenaar van het hotel gesproken, een zeer vriendelijke man die zeer blij is dat er weer wat toeristen komen.
Anuradhapura staat voornamelijk bekend om zijn tempels en dit was dan ook de activiteit van de zaterdag: tempelhoppen! Van de eigenaar van het hotel had ik een iets wat krakkemikkelige fiets meegekregen waarmee ik de tempels kon bezoeken. Daarnaast had ik een lijstje gekregen met de meest indrukwekkende tempels, dus voor mij was het gewoon een kwestie van afvinken. Op de zondag wordt de aankomst van het boeddhisme in Sri Lanka gevierd, vandaar dat mensen uit het hele land massaal afreisden naar Anuradhapura om hier samen dit feit te vieren. Deze viering wordt ook wel het Poson Festival genoemd. Gelijk bij de eerste tempel was te zien dat de beveiliging op en top in orde was. Mijn tas werd meerdere male gecontroleerd alsmede dat ik zelf enkele keren een bodycheck kreeg.
Iedere lokale inwoner was in het wit gekleed, omdat dit een teken was van puurheid. Helaas wist ik dit niet en liep ik hier in mijn zwarte kledij rond. Na enkele tempels te hebben bezocht, kwam bij de volgende tempel ineens een beveiliger naar mij toe en vroeg mij naar mijn kaart. Blijkbaar was een bepaald gedeelte van Anuradhapura een ticketgebied van kracht en moest hier een kaart voor gekocht worden van om en nabij 22 euro. Dit was voor mij een té hoog bedrag, mede vanwege het feit dat ik in de reeds bezochte landen al de nodige tempels bezocht hebt. Zo eigenwijs als ikzelf ben, probeerde ik toch nog enkele tempels in dit gebied te bezoeken. Alleen na de vierde waarschuwing en de nodige afstandsfoto’s gemaakt te hebben, was het voor mij wel voldoende. Ik besloot om nat van het zweet terug te fietsen naar mijn hotel, mijzelf op te frissen en nog even te kijken naar het damesvoetbal. Geluk bij een ongeluk vloog het internet eruit en werd ik verder bespaard van een saaie wedstrijd.
Nu had ik de keuze om vanuit Anuradhapura nog iets verder naar het noorden te gaan, maar in dit gebied zijn niet veel activiteiten te ondernemen alsmede het feit dat dit gebied slechts sinds enkele jaren open is voor toeristen. Ik besloot om de bus te nemen naar Dambulla, wat ongeveer twee uur zou duren. Hierdoor had ik de rest van de dag tijd genoeg om naar de bekende rots in Sigiriya te gaan en om de gouden tempel te bezoeken in Dambulla. Op aanwijzen van de eigenaar van het hotel ging ik eerst met de bus naar Sigiriya. Vanaf de bushalte was het nog een kleine 3,5 kilometer lopen naar de Pidurangala rots. De entreeprijs van deze rots was slechts 10% van de entree van de rots in Sigiriya en vanaf hier had ik ook een mooi uitzicht op deze rots. De beklimming van deze rots duurde ongeveer 40 minuten. In het begin was nog een duidelijke weg naar boven te zien, maar op een gegeven moment was het spoor bijster. Misschien ook wel door de grote mensenmenigte om me heen. Gelukkig waren daar een aantal vriendelijke jongens en meisje die zelf ook naar boven wilde en een shortcut hadden gecreëerd. Met een beetje hangen en wurgen kwamen wij dan toch boven! Hier een half uurtje gezeten met de groep, waarna ik de weg naar beneden weer had ingeslagen en de 3.5 kilometer naar de bushalte weer kon lopen. Vanaf hier pakte ik de bus terug naar Dambulla, waarvandaan ik een tuktuk kon pakken naar de gouden tempel. Bij het regelen van een tuktuk leerde ik een jongen (Hewgo) kennen uit Singapore en met hem ben ik uiteindelijk naar de gouden tempel gegaan. Helaas bleek de entreeprijs nog wel aan de hoge kant te zijn, omgerekend zo’n 7 euro. Uiteindelijk toch maar besloten om naar binnen te gaan. Deze gouden tempel had diverse ruimtes in een rots en een gids heeft ons wat extra informatie gegeven, zodat wij een iets beter beeld kregen bij hetgene wat wij zagen. In de avond was hier verder niets te beleven, dus maar besloten om vroeg het bed op te zoeken.
Nadat ik alle voor mij interessante bezienswaardigheden heb gezien in Dambulla en omstreken was het de maandag alweer tijd om verder te gaan naar het volgende plekje: Kandy. De busrit duurde ook maar 2 uurtjes en tegen de klok van 1 uur kwam ik alweer aan in Kandy. Tijdens het wandelen naar mijn hostel kwam ik een jongen tegen die mij in eerste instantie wat kleding wilde verkopen. Toen ik hem vertelde dat ik op zoek was naar een kapperszaak, verliet die zijn winkel en nam hij mij mee naar de kapperszaak van zijn broer. De broer en de jongen waren allebei zeer nauwkeurig in hun werk en zodoende was ik na ongeveer 45 minuten ook pas klaar, maar topwerk was geleverd. Daarna nam Wasseem (de jongen) mij mee naar een restaurant waar ik kon lunchen. Vervolgens nam ik een tuk tuk naar mijn hotel en hoopte ik het e.e.a. voor te bereiden voor China. Helaas bleek het internet niet te werken en een heus projectje was begonnen. Drie man sterk en wij wisten allemaal niet wat de oorzaak was totdat de vrouw des huizes thuiskwam met een andere router en deze deed het wel.
De dinsdag heb ik alvast een klein stukje van de wereld beroemdste en misschien wel één van de mooiste treinreizen ter wereld mogen maken: Kandy – Ella. Deze treinreis brengt de reiziger door de meest uiteenlopende en spraakmakende landschappen en brengt bij eenieder een lach op hun gezicht. De totale treinreis duurt zo’n ongeveer zeven uur zonder vertraging en voor mij was het de dinsdag slechts twee uur, want ik stapte af in Hatton. Vanaf hier nam ik een tuktuk naar Nallathanniya, waarvandaan ik de Adam’s peak kon beklimmen. Deze beklimming wordt normaal gesproken gedaan in de periode van december t/m mei en menigeen begint in de holst van de nacht om een mooie zonsopgang te kunnen zien vanaf de top. Doordat ik buiten het seizoen de Adam’s peak wilde beklimmen, was de kans op dichte mist zeer aanwezig op de top. Vandaar dat ik ook besloot om niet in de holst van de nacht de beklimming te maken, maar gewoon bij daglicht. Zo gezegd, zo gedaan. De eigenaar van het hotel schatte in dat ik er zo ongeveer 2,5 uur over zou doen. Het eerste gedeelte van de beklimming was nog zeer goed te doen, de hellingsgraad was nog niet zo hoog. Echter vanaf de helft van de klim was het ongeveer als je een stijle trap beklom. Helaas betrof de beklimming meer dan 6.000 treden, waardoor het wel eventjes doorbijten was. Gehamerd op het feit dat ik onder de 2,5 uur wilde blijven, werd het een soort work-out. Zo blijkt maar weer dat met doorzettingsvermogen alles mogelijk is, want na 1 uur en 35 minuten had ik de top bereikt. Helaas was het de overwinningsgevoel die het mooi maakte, want vanaf de top had ik welgeteld 10 meter zicht. Na hier een half uur te hebben doorgebracht, werd de afdaling ingezet. Andermaal meer dan 6.000 treden. In de avond voorzien van een heerlijke maaltijd door de vrouw des huizes.
Vandaag - woensdag - heb ik het resterende gedeelte van de wereldberoemde treinreis afgelegd en de uitzichten liegen er niet om. Vijf uur lang in de trein zitten dwars door de bergen, groene natuur en theeplantages. Dit was zeker geen straf en daarom ook een hoogtepunt van mijn reis. Morgen maar eens de omgeving van Ella verkennen.
Geschreven door Gerbenvlieger