Om 8u.05u stipt (Jitse met ochtendhumeur), vertrekken we voor een halve dag naar het Zuiden. Een Nederlandstalige gids neemt ons mee naar het Timanfaya National Park: een beschermd gebied met vulkanische activiteit. De kindermaagjes hebben wat last van de schommelende bus, wat het plezier wat dempt, maar eens we in het park zijn, gaat het al snel beter. We moeten namelijk eerst nog deelnemers oppikken in Plaats Blanco. Onderweg naar het park krijgen we ook de "Salinas de Janubio" te zien: glinsterend bruine, rode, grijs en zwarte zoutpannen, zo'n 40m boven de zeespiegel.
De gids zwijgt geen 2 minuten, dus leren we ondertussen enorm veel bij. Opvallend op de weg is de afwezigheid van rode lichten, reclameborden en veeel auto's. Onderdeel van de landscaping beslissingen van de overheid onder invloed van Cézar Manrique, lokaal kunstenaar en architect. Hij maakte verschillende beeldbepalende kunstwerken en beslissingen om de geest van het eiland authentiek te kunnen bewaren.
Ondertussen komen we aan in het vulkaangebied, waar we 3 demonstraties krijgen van de aanwezige hitte dicht onder het oppervlak. 20 cm diep is het al 80°C... warme lavastenen, bosjes die in brand schieten door de hitte en watergeisers tonen ons dat aan. In het restaurant dat Cézar bouwde in het park, wordt boven een hete (220°C) put, kip gebakken: een bbq op hete lucht!
Symbool van dit park is een duivel: dit landschap was de hel in de jaren 1800, toen de laatste uitbarstingen leidden tot een asregen en groei van het eiland met 60 km2. Dorpen, zoals Timanfaya, waarnaar het park werd vernoemd, werden toen bedolven onder lavastromen, waarvan we door ingestorte tunnels rijden, de stroom zien de zee bereiken, de kraters zien die de bron hiervan waren... Adembenemend... Alleen al door de nodige behendigheid van de chauffeur om deze "maanroute" te volgen, over dunne richels en precies overhangende lavabrokken te missen. Het heet dan wel maanroute, maar het zou eerder op Mars lijken. Hier werd ook al een drietal keer materiaal getest die ze graag zouden gebruiken op Mars... Het landschap is vrij divers: soms helemaal brokkelen, soms vlak, soms rood, zwart, groen... Lava blijkt totaal niet vruchtbaar op zich, dus vergeet die mythe maar. Met tijd wordt dat gesteente omgezet in aarde, met veel tijd... Het ontbreekt hier ook aan water, wat daarvoor nodig is. Als het hier 100 l/m2 regent per jaar, is dat normaal (minder dan 250l/m2 = woestijn!). Sinds 40 jaar groeien hier en daar wat korstmossen en kleine stekelige planten. Veeeeel tijd nodig dus... Hier zou je je blijven vergapen, maar enkel met een auto of bus te bezoeken. Je mag er te voet niet in...
Na ons bezoek aan het wondermooie park, rijden we door naar la Geria, de wijnstreek van het eiland. De geschiedenis ervan, hangt samen met die van het park. In dit gebied viel een aslaag. Daarin groeit niks. Mensen gingen putten graven om aan de vruchtbare bodem die eronder zit te komen. De lava-as houdt de bodem vochtig door de dauw te absorberen, en minder vocht te laten verdampen. De weinige regen is van essentieel belang voor de omvang van de oogst. Naast de putten bouwden ze ook schutmuurtjes tegen de passaatwinden (juni tot eind augustus). Dit geeft het typische uitzicht van het landschap. Er zijn zo'n 500000 van deze putten op het eiland. Elke plant levert in optimale omstandigheden 20 kg druiven op. Minimale opbrengst voor intense manuele arbeid. Er is dan ook geen export van de wijn, en we kunnen ook enkel de erg zoete muscatelwijn proeven wegens lage voorraad. Genieten van lokale wijn doe je dus enkel hier ter plaatse.
Een volgende stop brengt ons bij El Golfo: het groene meer. Dit ontstond door magma dat in contact kwam met zeewater, wat ontploffingen veroorzaakte en zo uiteindelijk afgesneden raakte van de zee. Door de hoeveelheid groene algen, lijkt het meer ook echt groen... Samen met Jitse ontdekken we nog het stukje strand en de rotsen bij het meer. Grote contrasten opnieuw! We vinden er verschillende lavastenen met de groene 'oliveina'-kristallen (=dolgelukkige strandjutters 😀).
We keren terug naar het hotel. De kindjes willen zwemmen, maar er zit een stevige wind die het voor drie van ons te fris maakt voor een duik in het zwembad (Rara wie zich wel gewaagd heeft...). We besluiten dan ook een wandeling te gaan maken om op te warmen langs de zee. Het vooruitzicht op mogelijke schatten uit souvenirwinkeltjes lokt voorwaarts. Klimmen en klauteren op de zwarte steenbrokken langs de kust, maken het een waar avontuur! Schelpen zoeken onderweg is een must natuurlijk.
De wandeling doet verlangen naar een warme douche voor de mama's en een filmpje voor de meisjes. Ook onze eetlust is gewekt. Jutta is snel moe na deze indrukwekkende en vooral te vroeg gestarte dag. Nog een spelletje triominos met Jitse, en onze dag zit erop... Moe, maar meer dan tevreden
Geschreven door De-gombe-matadi.op.expeditie