Al vroeg op weg naar Bikaner komen we aan in een hotel, het lijkt wel een kasteel met hele mooie ruime kamers in de sfeer van India, echt heel mooi. Even gedoucht en naar het Junagarh Fort. Het heeft iets weg van ‘t Alhambra in Granada, zo mooi en zoveel verschillende ruimtes. Dit ford was het bezit van een Maharadja de zesde heerser van Bikaner. De doorgangen waren zó klein dat de vijand t moeilijk gemaakt werd om erdoor te komen omdat er maar één persoon door zo’n ingang pastte. Er waren drie kleine ingangen en de grote deuren warenwet stalen pinnen zodat als ze wilden aanvallen met olifanten de olifanten meteen terug schrokken van de stalen pinnen. Ook werden wilde dieren ingezet als verdediging dus t werd de vijand erg moeilijk gemaakt om het ford te veroveren. De vrouwen volgden de man als de man stierf dan stierf zij met haar man op haar schoot. Dit werd verboden en daarna tekende ze de handen met henna om tegen een muur aan te drukken en daarna in het voor te springen. Vandaar de buddha met de hand omhoog of ophoudend. Na deze mooie indrukken zijn we naar de rode tempel gegaan van de ratten. Het verhaal dat verteld wordt is dat er een prinses is die overal mensen helpt en er wordt een paleis voor haar gebouwd waar ze zich graag in terug wilde trekken en toen ze dat deed was zij ineens verdwenen en haar helpers met haar. Ze denken dat de prinses in een beeld veranderd is en haar gevolg in ratten zijn veranderd. Vanuit heel India komen mensen om hun ‘blessings’ te krijgen en kussen ze de grond waar deze ratten lopen. Onderzoekers hebben weleens geprobeerd een rat mee te nemen voor onderzoek maar zodra deze meegenomen werd buiten t paleis ging de rat dood
Geschreven door Cindys.reizen