Vanmorgen is waterrat Ine al vroeg weg voor haar ochtendzwemmen. Ze verliest alle tijd uit het oog. Om half tien zitten we aan het ontbijt. Ze vertelt enthousiast over de zwaluwen die over het zwembad scheren en daarbij het water raken.
De rest van de dag laat de zon zich niet zien. Het is toch prettig warm. We dobberen als eendjes een laatste maal in de zee.
Morgen gaan we naar Al Salt, unesco werelderfgoed en tot eind 19 de eeuw de stad in Transjordanië.
Op het balkon waar ik dit stukje tik is er net als gisteren muziek te horen en een danseres te zien. Ik herken enkele woorden van de liedjestekst : habibi (schatje) en pluie (regen). Een verband kan ik niet leggen. De danseres wervelt over de dansvloer. Applaus.
Er zijn hier toeristen uit alle continenten. Je merkt het aan het buffet. Oosters naast Amerikaans. Ik pik er enkele lokale gerechten uit en die smaken best lekker.
Het was ons ontgaan maar een dag na ons vertrek is er een aanslag gepleegd in Jeruzalem. De toestand is vrij onvoorspelbaar en niet overal even gespannen. Dit jaar is er veel geweld in de Palestijnse gebieden (o.a.Nabloes) maar dat nieuws vindt nauwelijks zijn weg in onze media.
Bij het binnengaan van ons resort gingen onze rugzakken door een scanner. Toeristen zijn vaak het voorwerp van aanslagen in conflictgebieden. Een toerist leeft niet op een eiland.
Bij valavond ontdekt Ine grote vleermuizen.
Geschreven door Wandelmaten.jeruzalem