Nou weer een citytripwaardige stad ook al leek dat niet zo toen we zondag aankwamen. We hadden van Edinburgh naar York 12 minuten vertraging en dat was net onze overstaptijd. De vertraging kostte maar een uurtje en dat is heel eenvoudig op te vullen met een koffie. Er bleek een wisselstoring te zijn bij York en daardoor waren alle treinen vertraagd. Onze trein eigenlijk niet, maar die moest wachten op een aantal treinen naar Londen. Wel heel gemeen was het feit, dat op het laatste moment een perronwisseling werd omgeroepen en wij trap op en trap af moesten racen, terwijl de trein binnenreed. Gestress en gigantisch gehijg, maar we haalden het.
We kwamen aan het eind van de middag aan en het was niet ver lopen naar het appartement. We schrokken ons rot toen we in de straat kwamen, de ene tent na de andere en elke plek met keiharde muziek, echt oorverdovend en daar woonden wij! Maar we bleken in het gebouw aan de achterkant te zitten en daar hoorde je niets. We zitten op de tweede etage in een oud, chique pand met helaas geen lift. Ons appartement is in een U-vorm, lange gang en eetkamerstel, onderste boog keuken en zithoek en laatste poot 4 bedden op een rijtje en een badkamer. We kunnen dus gasten ontvangen.
Op straat was het een vrij troosteloze bende, weinig mensen en al die horeca met een enkele zuiper en overal die knoertharde muziek. Na een lekker Italiaans restaurant, blokje om zag het er wel al beter uit.
We hebben een ANWB-boekje over Liverpool met uiteraard 15 hoogtepunten. We hadden hier 4 nachten geboekt om nog een dag op en neer naar Manchester te gaan, maar er is hier zo veel te zien, dat we besloten de 3 dagen hier te besteden.
Liverpool is een havenstad, maar belangrijker in het verleden, dan tegenwoordig. De stad ligt aan de rivier, de Mersey. Dit is een rivier met getijden, wat betekende dat de schepen alleen met vloed binnen konden varen, totdat er een slimmerd kwam, die ‘wet docks’ uitvond. Dokken hebben een vast waterniveau. De hele kust was dok, totdat de economie instortte. Geen grote overtochten naar Amerika meer en geen slavernijreizen. Van de slavernij heeft Liverpool niet een graantje, maar een heel veld mee geplukt. Schepen gingen van Liverpool naar Afrika met zout, textiel, kolen, glas, klokken en keramiek om dat daar te ruilen voor mensen, die van daar verscheept werden naar Amerika om weer verkocht te worden. Op de terugweg waren de schepen vol met katoen, suiker en tabak. Dit waren gouden jaren voor Liverpool. Penny Lane, het liedje van de Beatles, is vernoemd naar James Penny, rijk geworden van deze handel. Dit dubieuze verleden wordt hier trouwens wel onderkend en er is nu ook een slavernijmuseum. De dokken bleken echter niet ruim genoeg voor de stoomschepen, die i.p.v. de zeilschepen kwamen.
In de tweede Wereldoorlog is Liverpool zwaar gebombardeerd, omdat de Britse marine deze haven nog gebruikte. De jaren daarna was de stad vervallen en verwaarloosd, totdat er uiteindelijk een herontwikkelingsplan kwam.
De dokken, zoals het Albert Dock, zijn nu een topattractie met restaurants, winkels en leuke musea. Tijdens die topjaren waren er ook drie protserige gebouwen aan de waterkant neergezet om een statement te maken hoe rijk Liverpool was. Deze gebouwen zijn de 3 Gratiën, de Royal Liver Building van een verzekeringsmaatschappij en bijzonder vanwege de ‘liverbirds’ (uitspreken laiver!). Het zijn 2 vogels met uitgespreide vleugels met een takje in de bek en het lijkt of ze wegvliegen, maar de legende zegt, dat als ze weg zouden vliegen, de stad ten onder zou gaan. Het vrouwtje van het stel kijkt over het water of er al mooie zeelieden binnenvaren, het mannetje kijkt naar de stad of de pubs al open zijn. De liverbird is nu een symbool voor de stad, mede omdat er ook in de Baltic Triangle, een wijk, door een kunstenaar, Paul Curtis, 2 groene vleugels op een muur waren gezet, waar de mensen tussen gaan poseren.
Het tweede gebouw was het Cunard Building van de rederij, die de Lusitania heeft gebouwd. Nu kun je er de British Music Experience bezoeken, een museum gewijd aan de Britse popmuziek van 1945 tot vandaag en dat je daar een museum voor nodig hebt, bleek overduidelijk. Wat zijn ze toonaangevend geweest met de Beatles, de Stones, David Bowey, Roxy Music, Elton John, Black Sabbath, the 6 Pistols, Oasis, the Spice girls, Robbie Williams, Status Quo, Amy Winehouse en Adele om er een paar op te noemen. Het was hartstikke leuk de ontwikkeling te horen en als je het zou kunnen, mag je na afloop ook allerlei instrumenten van grootheden bespelen.
Het derde gebouw was de Port of Liverpool Building, maar belangrijker was het moderne gebouw ernaast, het Museum of Liverpool. Het gebouw is van het Deense architectenbureau 3Xn, die ook het Muziekgebouw aan ‘t IJ heeft ontworpen.
Van buiten mooi, maar ook van binnen zeer de moeite waard. De geschiedenis van de stad wordt uit de doeken gedaan, van de eerste vondsten naar de historie van de haven en de dokken, de verschillende bevolkingsgroepen met helaas het racisme tegenover ‘the other’, de Liverpool Overhead Railway, sociale ontwikkelingen en de Beatles en sport.
Bij het Albert Dock staat Tate Liverpool, maar dat werd op dit moment opgeknapt en ze hadden een slap aftreksel een eindje verder, maar dat hadden we gevoeglijk kunnen overslaan.
Wel een aanrader was ‘The Beatles Story’ waar je werkelijk elk detail over hun ontwikkeling tot de beste band ooit te weten komt.
De waterkant is dus heel leuk, maar ook de stad zelf heeft veel te bieden, het stadhuis met mooie koepel en een medaille aan de voorkant, vanwege de zilveren medaille van Katherina Johnson Thompson voor de zevenkamp bij de Olympische Spelen, oude wijken zijn nu opgeknapt, zoals Ropeworks en de Baltic Triangle en nu leuke hippe plekken geworden, er is een enorm groot autovrij winkelgebied en een chique wijk met Victoriaanse gebouwen, waar we de Walker Art Gallery bezochten. Een gallery met veel schilderijen die eigenlijk alle periodes bestreken.
En niet te vergeten de kerken, eerst de ‘bombed out church’, de plaatselijke Gedächtniskirche. De toren is intact, maar van de rest is niets over. Verder was er een lieve Scandinavische zeemanskerk, maar het ging toch vooral om de 2 kathedralen, die verbonden door Hopestreet in elkaars verlengde liggen.
De eerste, de imposante neogotische Anglicaanse Kathedraal was gigantisch groot, 181 meter lang, 60 meter breed en een toren van ruim 100 meter en daarmee de grootste van de wereld. Er is alleen al 1700 vierkante meter aan gebrandschilderd glas. Deze kathedraal bestaat nu 100 jaar en daarom was er een tentoonstelling van Anish Kapoor, hele wilde dingen in zo’n klassieke omgeving en onder zo’n glas-in-loodraam stond ook een zin in felroze letters, die de kunstenares, Tracey Emin, in haar eigen handschrift had laten zetten: ‘I felt you and I know you loved me’. Ik vond het heel apart zulk heel modern werk hier op deze plek.
De andere kerk, de katholieke variant ofwel de Metropolitan Cathedral of Christ the King, is een stuk jonger van 1967. Het was een hele mooie rondgebouwde kerk met diepgekleurde ramen, heel strak en gewoon prachtig.
Al het bovenstaande was superleuk en dan heb ik het nog niet eens over de kunstvoorwerpen op straat, zoals de Superlambana van een Japanse kunstenaar, een lam, dat half in een banaan is veranderd en overal in verschillende kleuren te vinden is, de fotofaçade van het Everyman Theatre met meer dan 100 panelen, waarop portretten van Liverpudlians zijn aangebracht, of de Philharmonic Dining Room, helemaal art nouveau met roze urinoirs, of ‘A case history’, stapels bagage van beton, als symbool van alle vertrekkende mensen naar Amerika.
Liverpool is echt de moeite waard, ruim opgezet, aantrekkelijke musea en zelfs dat luide wijkje, waar wij wonen, moet je bezoeken, omdat daar de Cavern ligt, de plek waar de Beatles wel 275 keer hebben opgetreden en The Grapes, waar ze hun biertje na afloop dronken.
Geschreven door Monique.op.pad