Was Cambridge groots en indrukwekkend wat betreft zijn colleges, Birmingham vanwege zijn industriële prestaties, is Bath dat door zijn uniformiteit in zijn geelbeigegekleurde huizen en gebouwen, gerealiseerd in de architectuurstijl van King George en Queen Victoria. Hier woonden de rijke mensen. De stad straalt het uit en is niet voor niets de enige volledige stad in Engeland, die uitgeroepen is als World Heritage.
Voor ik dieper op de stad inga, even over onze woonsituatie tot nu toe. Dit jaar heb ik goed opgelet appartementen te kiezen met alles erop en eraan, echte douche, niet een toilet met daarboven een douchekop, keukenblok met koelkast, Wifi, handdoeken enz. en tot nu toe is dat er ook allemaal, maar hoeveel ruimte heb je daarvoor nodig. In Cambridge moesten we 2 supersmalle trappen op en vonden daar een piepklein studiootje, maar wel met alles compleet, alhoewel de wastafel meer een wc-fonteintje was, in Birmingham hadden we 2 ruimtetjes, verbonden met een heel steil wenteltrapje, waar langs we de koffers echt niet omhoog konden krijgen en nu, hier in Bath, krijgen we alle faciliteiten in een omgebouwde garage! We hebben een tweepersoonsbed, een keukenblokje met koelkast, toilet, wastafel, kast, tafeltje met 2 opklapstoelen, maar wijzelf met koffer en reistas passen er eigenlijk niet bij. Ik had wel gelezen, dat we in een annexe zouden zitten, maar ik had dat uitgelegd als een huis in de tuin.
Goed, het vereist veel flexibiliteit en dat hebben we gelukkig wel. Onze ‘garage’ was maar 450 meter van het station, maar wel steil omhoog de heuvel op. Boven klonk ik als een briesend nijlpaard, maar er stonden 2 stoeltjes en de eigenaar was heel aardig en kwam met drinken. We waren 2 uur te vroeg, maar na wat te hebben gerust, zonder bagage weer naar beneden naar de stad voor een lekkere lunch. Omdat Bath een oude Romeinse stad was, zijn we maar voor Italiaans eten gegaan. Het weer was minder, frisser en regenbuien, terwijl we net zonder onze paraplu’s waren vertrokken. We zijn maar meteen de Bath Abbey ingegaan. De Abbey stamt uit 1499 en heeft aan de voorkant als versiering ladders met naar boven en beneden klimmende engelen. Ze zouden hier zijn vanwege een droom van de bisschop, die die engelen op hem neer zag komen. Binnen liggen maar liefst 8000 mensen begraven, maar je moet vooral naar boven kijken want de plafonds zijn bijzonder mooi en ook de glas-in-loodramen aan weerskanten.
In de regen lopen is niet mijn favoriete bezigheid, dus we hielden het gauw voor gezien. De rest van de dag de kwalificatie van de Formule I race gezien en delen van de Netflixserie Queen Charlotte.
Vandaag, zondag, is het aanvankelijk bewolkt maar droog, maar na het middaguur, helemaal zonnig. Wij staan voor niets en hebben deze keer online een tour geboekt. Iets wat ons heel goed bevallen is, je kunt onderbreken voor koffie, lunch of drankje en op je gemakje even teruglezen, als je niet helemaal begrepen hebt wat ze vertelden.
De Netflixserie Bridgerton is voor een groot deel opgenomen in Bath en tijdens onze tour zagen we de woningen van Lady Danhurst en van de familie Featherington. Ik heb ze ook gefotografeerd, vooral voor Hede, die iets heeft met kastelen en grote mansions. Het is heel plezierig in zo’n elegante stad te lopen en met name the Circus, in het rond gebouwde huizencomplexen met 3 verschillende zuilen, op elke etage een ander soort en bovenop eikels en Crescent, als een halve maan gebouwd, zijn echt heel mooi. Verder de Pulteney Bridge, die net zo goed in Florence had kunnen staan en diverse parken, zoals Henrietta Park en Sydney gardens en uiteraard een rivier, deze keer de Avon met de Pulteney Weirwatervallen. We zagen ook nog waar Jane Austen heeft gewoond en Mary Shelley (zij heeft Frankenstein’s monster geschreven).
Aan het eind van de middag terug, want er is ook nog de race. We hadden ons verheugd die race op ons ‘terras oftewel oprit naast garage appartement’ te gaan bekijken, maar we hebben hier in de UK geen toegang tot Viaplay. Een teleurstelling en dan lezen we ook nog dat Max maar 5de werd. Er blijft ons niets anders over, dan ons met een wijntje te troosten.
Morgen gaan we weer verder naar de uiterste westkant.
Onze nieuwe bestemming heet Fishguard en ligt in het zuidwesten van Wales. Dat we in Wales zitten, merkten we meteen in de trein, waar eerst in het Welsh wordt omgeroepen en daarna pas in het Engels. Er is geen touw aan vast te knopen aan dat Welsh, veel ‘archh’ klanken. Ik heb een foto gemaakt van een aankondiging op de schermen van een volgend station in Welsh en Engels en zie voor jezelf.
Weer probleemloos en op de minuut af aangekomen in Fishguard-Goodwick, net zoiets als Groenlo-Lichtenvoorde, niet in het een en niet in het ander en helaas pas een bus over 1,5 uur. Het is 1.7 km naar Fishguard, wat geen probleem zou moeten zijn, ware het niet, dat het steil omhoog liep. Op vakantie realiseer ik me steeds, hoe heerlijk vlak Nederland is.
Enfin, we made it en we mochten zelfs eerder op onze kamer, dit keer een hotel, hotel Abergwaun, wat hotel Fishguard betekent.
Vandaag voor het eerst echt lekker geluncht. Tot nu toe waren de sandwiches van die witte casinobroodjes en wat erop zat steeds een hele flauwe hap. Bengt heeft al een potje Coleman mosterd gekocht om voortaan de sandwiches zelf een beetje pittig te maken, maar vandaag, n.b. in Fishguard niets te klagen.
Na de lunch hebben we een stuk van het South West Coast Path gelopen. Als je het boek van Raynor Winn, the Salt Path, hebt gelezen, weet je waar ik het over heb. Als het je niets zegt, dan: lees dat boek! De moeite waard en des te leuker daarna een stukje in haar voetsporen te gaan.
Het hele pad is 630 mijl, prachtig aangelegd met steeds uitzicht over de Ierse Zee. Wij liepen een cirkel en kwamen weer precies bij ons startpunt uit. Iets te kort naar onze zin, dus de cirkel nog een keer tegen de klok in, gelopen. Ondanks de straffe bries, hoefden de jassen niet aan, af en toe in de zon en belangrijker zonder regen.
Fishguard zelf heeft leuke gekleurde town houses. Als je nog eens je huis wilt verven, kun je hier kijken welke kleur misschien goed zou kunnen zijn.
Morgen gaan we met de ferry naar Rosslare in Ierland en Stena is de maatschappij, die de oversteek doet, dus we voelen ons net alsof we gewoon naar Zweden gaan.
Geschreven door Monique.op.pad