Na een soepele overtocht in onze vertrouwde Stena Line met weer een luie stoel in de ‘hygge’ lounge, aangekomen in Schotland en meteen in een bus naar Glasgow. Als ik uit het raam kijk, dan kan ik zeggen, dat hier aan de westkust, Schotland net zo groen is als Ierland.
En dan Glasgow. Als ik ooit ergens mis heb gezeten, dan was het wel met mijn idee over deze stad. Het gaat altijd over Edinburgh als het over Schotland gaat en Glasgow wordt dan voorgesteld als het lelijke eendje. Nou niets is minder waar. Glasgow is geweldig. Het staat helemaal vol met prachtige gebouwen, maar ook de gebouwen waar de winkels en huizen in gevestigd zijn, zijn mooi. Het meeste stamt uit het begin 20ste eeuw met classicistische- en victoriaanse gevels, maar je moet wel naar boven kijken, want op straatniveau is het lelijk gemoderniseerd en eerlijk gezegd, het mooie boven is wel toe aan een opknapbeurt.
We hebben onze 2 dagen goed besteed. Eerst met de metro naar het Riverside Museum. Er is een metrolijn, die rond rijdt en supersmal is, echt een ‘tube’. Bengt kon alleen in het midden rechtopstaan.
Het gebouw van het Riverside Museum is spectaculair maar niet echt mooi naar mijn mening. Het is een uit zink opgetrokken golvenconstructie van de architecte Zaha Habib en verwijst naar de scheepsbouw en de rivier, de Clyde. Het is een transportmuseum en het gaat van locomotieven naar raceauto’s, motoren en fietsen. Heel leuk die hele oude modellen te zien.
Verder naar de Kelvingrove Art Gallery and Museum, een barokgebouw van rode baksteen met van alles wat, schilderijen, natuurlijke historie en een blik op het Schotse leven. Toen we binnenkwamen, was er een orgelconcert en later speelde een blaasorkest in de krankzinnig mooie entreehal. Het was nog niet genoeg, want er vlakbij was ook nog het Hunterian Museum, een deel van de universiteit.
Glasgow heeft z’n eigen paradepaardje, dat ze vergelijken met Gaudí uit Spanje. Hij heet Charles Rennie Mackintosh en is een Jugendstilontwerper van gebouwen en meubels. In het Hunterian zag je een aantal ontwerpen van hem. Ik vond hem meer Art Deco dan Jugendstil, meer sober. We hebben later ook een gebouw van hem gezien, de McKintosh at the willow tearoom, maar z’n topstuk, de Glasgow School of Art, was helaas ingepakt, omdat het opnieuw moet worden opgebouwd na een brand.
Uiteraard zagen we ook weer een kathedraal, St. Mungo Cathedral, heel oud van begin 1200, oorspronkelijk katholiek, maar na 1560 protestant. Heel veel glas-in-loodramen, maar wel een beetje donker. Onder de kerk was een hele verdieping, niet zoals gewoonlijk catacomben, maar een ruimte waar je kon bidden en zitten. Naast de kathedraal, was een Necropolis, een enorme begraafplaats op een heuvel met veel ornamenten onder een obilisk voor de presbyteriaanse zedenprediker John Knox, de Schotse Luther.
In het hart van de stad is het grote George Square met veel beelden van dichters en gekroonde hoofden, die nu heel grappig gekroond waren met wegpilonnen en daar staat ook de City Chambers (stadhuis). Je kunt er binnenlopen en ook hier wordt je weer stil van de schoonheid van het mozaiek en de trapportalen. Helemaal aan het eind zagen we ook nog het Centre for Contemporary
Art, wat alleen van buiten de moeite waard was. Binnen was het vol met vage kunst. Na al die schitterende gebouwen, de een nog mooier dan de andere, is er nog iets, dat voor mij eigenlijk wint en dat zijn de muurschilderingen. Overal zie je fantastische muurschilderingen en dat maakt de stad nog leuker dan het al is door zijn gebouwen.
We hadden de tong op de schoenen, maar de stad is een absolute aanrader met heel veel wandelgebied met ook nog toffe winkels en wat betreft verkeer, betrekkelijk rustig en wij bofkonten hadden ook nog vrijwel droog weer!
Geschreven door Monique.op.pad