We zijn in Ierland. De overtocht was kalmpjes, zeker in onze luie stoelen in de ‘hygge’ ruimte. Ondanks de niet zo mooi aansluitende connecties, in Wexford aangekomen, een stadje 38 km van Rosslare, dat het aankomstpunt van de Stena line was. Ook hier is alles tweetalig, maar nu is de andere taal Irish Gaelic, overigens net zo onbegrijpelijk als het Welsh. 70.000 mensen spreken het als moedertaal en circa 1,6 miljoen mensen beheersen het Iers als tweede taal.
Wexford is ooit door de Vikingen gesticht en aangezien ik met een afstammeling van de Vikingen reis, volgen we met interesse hun avonturen. We zijn zelfs begonnen met de Netflix serie ‘Vikings Walhalla’. Eerst dacht ik dat Wexford een klein onbetekenend plaatsje was, maar bij nader inzien blijkt het toch groter te zijn dan ik dacht.
Er zijn veel gezellige winkeltjes en wat ik echt geweldig vind, is de hoeveelheid boekenwinkels, zeker 5, waarvan er 1 helemaal vol was met tweedehands paperbacks. Dat daar een markt voor is, geeft de burger echt moed. Voor ons is het wel gevaarlijk want ik word enorm hebberig van boeken. We hadden er 2 mee en uiteraard een volle e-reader en 1 heb ik al achtergelaten, maar inmiddels hebben we er ook al weer 3 gekocht. Als je zo reist als wij, moet je veel koffer slepen en tillen, dus eigenlijk wil je zo min mogelijk gewicht meenemen. Boeken zijn dus niet verstandig, maar ja….
Deze keer hebben we een fantastisch appartement, grote woonkamer, keuken, grote slaapkamer en badkamer en ook niet te vergeten, een wasmachine. Alles is weer schoon. Droog wordt het niet, want het is heel vochtig weer. Het miezert vrijwel de hele tijd. Bengt strijkt nu van armoede zijn onderbroeken droog.
Woensdag 24 juli zijn we naar het Irish National Heritage Park geweest, ongeveer 15 minuten met de bus. Het park is prachtig aangelegd. De omgeving is enorm groen, bijna jungle-achtig.
De geschiedenis van Wexford en omgeving begon al 9000 jaar voor Christus met de eerste nederzettingen en gaat van stenen tijdperk naar bronzen tijdperk, de eerste verschijnselen van het christelijk geloof en dan de bezetting van de heidense Vikingen, die besloten zich hier te vestigen en niet zoals ze gewoonlijk deden, plunderen en vertrekken. Zij stichtten Wexford en Waterford, hier ook in de buurt.
Om die Vikingen te verdrijven, riep de oorspronkelijke heerser van dit gebied de hulp in van de Normandiërs in Engeland. Engeland was al sinds 1066 door de Normandiërs bezet (William the conquerer) en die Normandiërs kwamen maar al te graag, verdreven de Vikingen met een list en namen toen de boel zelf over. Fijn toch zo’n hulp.
Van al deze fases van de geschiedenis, vond je in dit park voorbeelden. We hadden een audio tijdens onze wandeling, waarin heel geestig de geschiedenis werd verteld. In het ‘Normandische kasteel’ woonden nu uilen en valken. Ik vond het super interessant ondanks dat het min of meer continu miezerde.
Inmiddels zijn we in Cork. Deze keer gingen we met de bus. De treinen rijden nogal onhandig, want ze gaan allemaal via Dublin. Dat betekent van Wexford eerst naar het noorden om dan weer naar het zuiden te gaan voor Cork. Als we iets plannen, checken we altijd eerst de fijnste site, die er bestaat, nl. Rome2Rio. Wat je maar invoert, de site komt met de beste opties voor je met timetable en prijs, echt superhandig. En in dit geval, kwam de site met de bus, die er 3,5 uur over deed terwijl je met de trein 7 uur onderweg zou zijn.
We hadden natuurlijk Dublin in kunnen plannen, maar daar waren we een aantal jaren geleden en hebben toen die stad grondig bekeken.
Het centrum van Cork ligt op een eiland tussen 2 armen van de rivier de Lee en is niet zo’n mooie stad. Er zijn uiteraard bezienswaardigheden, maar die zie je niet op het eerste oog. Het tourist bureau heeft ons trouwens genoeg huiswerk gegeven.
Net als in Wexford is er niets mis met de accommodatie, goed centraal gelegen, ruim en compleet.
In de stad hebben we eerst de Engelse markt bekeken, in ons ANWB-boekje een hoogtepunt en ook maar weer eens een kathedraal, de Saint Fin Barre, die blijkbaar een discipel van Saint Patrick was. Overal wordt er aandacht aan Saint Patrick besteed, want dat is dé patroon van Ierland, dat heel fanatiek katholiek is tegenover Noord-Ierland dat de Engels-Anglicaanse kerk volgt. Over die ellende zal ik het vast later hebben, als ik meer geconfronteerd word met de oorlog tussen Engeland en Ierland.
Naast de kathedraal, was er het Elizabeth Fort en een eindje verder de Red Abbey, de enige toren, die nog uit de Normandische tijd stamt.
Cork is een studentenstad en het stikt van de pubs met live muziek. Wij zijn ook naar een pub gegaan om de muziek te horen. Er was een soort doedelzakspeler, een viool en een fluit, maar de muziek is min of meer steeds hetzelfde. Het is de muziek om Riverdance op te dansen. Na een paar nummers heb je het wel gehad.
Vandaag, zaterdag nog aandacht besteed aan de kunst met een bezoek aan de Crawford Art Gallery en de Art Collection bij de University van Cork. Er waren wel een paar mooie dingen, maar je hoeft er niet speciaal voor te komen. Bengt merkte terecht op dat veel schilderijen veel tekst nodig hebben om duidelijk te maken wat je ziet. De campus van de University van Cork was wel heel mooi, helemaal in het groen en we maakten ook een leuke groene wandeling in het zonnetje terug naar het centrum.
We kwamen op het idee naar Cork te gaan door een aflevering van ‘Rail away’ waarin een treinreis van Coph naar Cork werd beschreven en dat maakte ons zeer geïnteresseerd naar dat stadje. Gisteren hebben we dat besproken treintje genomen naar Coph. Coph werd vroeger eerst Cove genoemd en daarna na een bezoek van Queen Victoria, Queenstown en heeft nu de oorspronkelijke Ierse naam Coph.
Bij aankomst zagen we naast het station een enorm cruiseschip liggen en daar draait het hier allemaal om. Coph was het vertrekpunt voor gigantisch veel Ieren naar de nieuwe wereld. Aanvankelijk vanaf de 16de eeuw niet helemaal uit vrije wil, want de Engelsen wisten bv de Ieren met een dronken kop te overtuigen om te tekenen voor een overtocht, omdat ze arbeidskrachten nodig hadden in o.a.Virginia. Er werden ook political prisoners verscheept en het was voor de Engelsen ook een goede oplossing om katholieke Ieren kwijt te raken. Na de regering van Cromwell waren er 500.000 minder Ieren in het land. Na de onafhankelijkheid van Amerika, gingen de reizen naar Barbados en Canada.
Vanaf 1791 ging de reis voor 30.000 Ieren naar Australië en in dit geval ging het altijd om ‘convicts’, niet echte criminelen, maar kruimeldieven, die in hondse omstandigheden werden vervoerd. De reis duurde 3 tot 9 maanden. Als er nog geen schip beschikbaar was, werden de mensen in grote barakken op Spike Island opgeborgen en als dat eiland vol was, in oude schepen, die coffinships, doodskisten werden genoemd. In 1868 kwam er een eind aan dit soort vervoer van gevangenen naar Australië.
Een volgend hoofdstuk is de grote uittocht door de hongersnood. Er was een aardappelziekte uitgebroken, de ‘potato blight’, die alle oogsten verpestte en de bevolking in een gruwelijke ellende stortte. Tussen 1845 en 1945 vertrokken 2,5 miljoen Ieren naar de USA. Er wonen nu in de Verenigde Staten 35 miljoen afstammelingen van Ieren. Toen wij in Amerika woonden, zagen we op St Patricksday een enorme kilometerslange parade met een eindeloze hoeveelheid dansscholen met meisjes met rode pruiken die in de stijl van Riverdance dansten en een optocht van brandweerauto’s en politiewagens, want dat is hét beroep van de Irish American van nu.
De bevolking in Ierland ging tussen 1851 en 1901 terug van 6 miljoen naar 4,4 miljoen.
Dit was nog niet alles, want er was ook nog de Titanic, die zijn laatste stop in Coph maakte. Er stapten nog 123 Ieren aan boord wat het aantal passagiers op 1308 bracht, met bemanning 2208 mensen. Door die fatale botsing op een ijsberg, hebben er 1500 de dood gevonden. Het houdt maar niet op, want ook de Lusitania moeten we niet vergeten, die vlak voor Coph in 1915 door een onderzeeër werd getorpedeerd.
In Wexford hoorden en zagen we veel over de oudste geschiedenis van Ierland maar hier in Coph werden we geconfronteerd met de eeuwen daarna, die toch vooral in het teken van vertrekkende Ieren stonden. De Ieren hielden de avond voor vertrek een ‘wake’, want vertrek betekende, vooral in het begin, een definitief vertrek met geen uitzicht op een terugkeer naar Ierland.
Het voelde best apart hier te staan op de plek, die voor zoveel Ieren heel gedenkwaardig moet zijn geweest. Het dorpje zelf was ook erg leuk met de bekende gekleurde huizen en een mooie kathedraal.
Ten slotte hadden we nog kaartjes voor een musical in een heel oud theatertje, dat maar voor de helft gevuld was. De musical heette: ‘I wish my life were like a musical’ en was volgens de kritieken een ‘smashing hit’. Over dat laatste heb ik mijn twijfels. Het ging over alles wat naast de glitter en glamour ook met musical te maken heeft: ‘nooit door een auditie komen’, ‘ niet met de zenuwen overweg kunnen’, ‘altijd de standby zijn’, ‘alle irritaties van wat publiek allemaal doet’ en ga zo maar door. Ze zongen wel aardig en af en toe was het ook wel geestig, maar na 80 minuten, hadden wij zo iets van: mwahh.
Geeft niet, er komen vast wel nieuwe kansen.
Morgen gaan we verder en we zijn door de juffrouw van het loket van het station gewaarschuwd, dat het wel eens heel druk kan zijn, want morgen is de Ierse cupfinale voetbal tussen Armagh en Galway. Gelukkig niet in Galway, maar om 2.15 pm in Dublin. Het eerste stuk zou druk kunnen zijn, maar daarna wijken wij af naar Galway, dat in het westen ligt. Het is maar te hopen dat ze winnen, want dan wordt het vast een vrolijke boel.
Geschreven door Monique.op.pad