Na 2,5 week in een huis met 10 mensen te hebben gewoond, hadden we zin om weer lekker op roadtrip te gaan met onze camper. We besloten op weg te gaan naar Mount Manganui. We hadden van meerdere reizigers gehoord dat het een leuke stad is met een gezellige laidback sfeer en goede surf. Mar d’r arm was langzaamaan aan de beterende hand dus ze wou graag ergens heen waar ze weer zou kunnen surfen. Ze had nog een controle in het ziekenhuis, dus we hoopten van harte dat het erna goed zou zijn zodat we ergens konden gaan werken.
We kwamen op vrijdagmiddag aan in Mount Manganui en er heerste een zomerse vakantiesfeer. Het was prachtig weer, de terrassen zaten bomvol en er liepen overal mensen op straat. Dit was het eerste plekje waarbij we allebei het gevoel hadden dat we hier wel wat langer zouden willen blijven. We reden een rondje door het stadje en langs het strand en daarna gingen we naar onze camping voor die nacht.
We gingen zaterdagmorgen eerst naar het strand en we besloten dat we ‘s middags bij wat bars en restaurants langs zouden gaan om te vragen of ze nog personeel zochten. Vol goeie moed gaven we bij verschillende restaurants onze CV af, maar het bleek nog niet zo makkelijk te zijn. Wij wilden hooguit een paar weken op dezelfde plek blijven, maar in de horeca zien ze liever dat je een aantal maanden blijft wat op zich ook te begrijpen is. We hebben een aantal dagen gewacht, maar we hoorden van niemand wat terug.
Ondertussen hebben we ons prima vermaakt. Het was prachtig weer dus we gingen elke dag naar het strand en we hadden de beste gelaterio ter wereld gevonden dus ik ging bijna elke dag om een ijsje. Mar werd ongeveer gek van me, maar het was zo lekker. Ook werden we door José (een jongen die we in Mount Manganui ontmoet hadden) uitgenodigd om mee te gaan zeilen met hem en Marco, een Canadees en Raquel en Rafaël, een Braziliaans stel. Daar zeiden we natuurlijk geen nee tegen, want we wilden al zeilen sinds we hier aangekomen zijn. We zijn heel de dag op het water geweest en hebben zelf vis gevangen en gefileerd en later op de barbecue opgegeten. Het was een leuke dag met een prachtige zonsondergang vanaf de boot.
We hadden nog steeds van niemand iets terug gehoord over een eventuele baan dus we besloten om de vrijdag erna verder te gaan naar Gisborne. We hadden een advertentie gevonden waarin ze mensen zochten die in de kiwi’s wilden werken en toen we die man opbelden zei hij dat we de maandag erop konden beginnen. De avond voordat we weggingen uit Mount Manganui hebben we de heuvel nog beklommen waar het stadje bekend om staat. We hadden een heel mooi uitzicht over de Coromandel peninsula aan de ene kant en Mount Manganui aan de andere kant.
Vrijdag 7 februari zijn we vertrokken naar Gisborne. We voelden ons een beetje teneergeslagen, omdat we eigenlijk graag langer in ‘het Mountje’ zoals wij het noemden, hadden willen blijven. Gisborne is het tegenovergestelde van het Mountje. Het is een stad met een rauw randje, de stranden zijn prachtig maar er heerst een groot drugsprobleem onder de lokale bevolking. We hebben er zelf geen last van ondervonden, maar er woonden veel eilanders (mensen vanuit Fiji en Tonga) en je kon aan hun tanden (of het gebrek eraan) zien dat ze aan de drugs zaten.
We reden door de stad naar onze free camping die aan het strand lag. De volgende morgen ging Mar surfen en ik ging een beetje lezen. Naast ons stonden 2 Spanjaarden waarmee we aan de praat raakten. Het bleken aardige jongens te zijn en we hebben ons prima vermaakt dat weekend. Fonsi ging me gitaar leren spelen en Mar ging surfen met Mario. Er bleek een hele community aan Spanjaarden en Argentijnen te zijn in Gisborne en er kwamen steeds meer Spanjaarden bij op de camping. Mar bakte zondagmorgen voor iedereen haar beroemde bananenpannekoekjes.
Maandagmorgen kwam akelig dichtbij en toen begon toch echt ons werkleven (althans voor even). Elke dag ging om 05:45 uur onze wekker, want we moesten om 7 uur beginnen. Het voordeel hiervan was wel dat we elke dag als eerste ter wereld de zonsopkomst zagen en hier genoten we tijdens ons ontbijt vaak van. De eerste 2 dagen begonnen makkelijk. We moesten in een kiwiboomgaard bij elke kiwiboom een rondje uit de stam kerven, zodat de suikers in de vrucht blijven en de kiwi’s zoeter worden. Het enige vervelende is dat kiwi’s laag groeien, dus voor Mar was dat best lastig werken want die moest de hele tijd bukken. De 2 dagen erna moesten we kiwiboompjes planten. Het was heel warm en kiwi’s groeien in een soort van hele hoge tunnels met een net eroverheen dus er was geen zuchtje wind. Het werk was wel leuk, omdat het erg afwisselend was en we waren met een leuke groep backpackers.
Die vrijdag en de week erna moesten we afwisselend in de mais en in de kiwi’s werken. De eerste dag in de mais viel mee. Het waren lage planten en we moesten bij elke plant goed kijken of er kiemen uitstaken aan de zijkant. Als we die zagen, moesten we ze eruit trekken. De tijd vloog voorbij en het was lekker werken, omdat er op het maisveld wind stond. Het was namelijk bloedheet die week. Die eerste dag was ook de leukste dag in de mais, in het weekend moesten we namelijk door een gigantisch maisveld ploeteren met planten die veel hoger waren dan wijzelf en uit elke plant moesten we de toppen trekken. Ik durfde niet eens naar de wc te gaan buitenom de pauzes, omdat ik bang was dat ik zou verdwalen. Dit zou de hele week zo doorgaan, maar gelukkig konden we ook nog 2 dagen terug in de kiwi’s om boompjes te planten.
We werkten telkens met dezelfde backpackers en we hadden al snel een grote groep vrienden gemaakt. Er zaten veel Franse tussen, dus dat was wel leuk want dan kon ik mijn Frans weer eens oefenen. Met een Frans meisje, Marie en haar vriend Felix, kon ik het erg goed vinden en ik hoop dat we hen op het Zuidereiland nog eens tegenkomen. Na het werk gingen we vaak met z’n allen naar Midway Beach om af te koelen in de zee of te gaan douchen bij het zwembad (op de free campings zijn namelijk geen douches). Hier kwamen onze Spaanse vrienden ook heen na hun werk, dus zo bleven we ook met hun in contact. Vaak dronken we er wat of aten we samen en erna gingen we een slaapplek opzoeken.
In het weekend moesten we ook vaak nog werken, dus we hadden niet zoveel tijd en energie over om de omgeving hier te verkennen. Kyla, het Amerikaanse meisje wat we bij Jane ontmoet hebben, kwam nog een weekend naar Gisborne. Ik ben met haar en Louis naar de Rockslide geweest. Dit is een soort waterval met hele gladde stenen waar je met een bodyboard vanaf kan glijden. Ook heb ik m’n eerste surfles hier gehad van Mar. Het was best moeilijk, maar het lukte me om een aantal keer op te staan. We zijn nog een weekend naar de Mahia peninsula geweest met een groepje op een surftrip. Het was erg gezellig en de peninsula was heel mooi. Ik heb nog een poging gedaan om te surfen met Corey, een Australiër. We bleven er nog een dag langer, omdat we maandag onverwachts ook nog vrij hadden. Helaas waren er die dag geen golven dus zijn we naar een uitzichtpunt gereden en hebben we nog een hike gedaan. Het bos was erg jungleachtig en je hoorde het gewoon zoemen van alle insecten en vogels. Heel indrukwekkend vond ik het.
We besloten nog een week langer in Gisborne te blijven, omdat we de week ervoor niet zoveel uren konden maken als we hadden gewild. Die laatste week moesten we kiwi’s gaan plukken. Je krijgt een plukzak die je vol moet maken met 25 kg aan kiwi’s. Kiwiplanten zijn klimplanten en ze hangen als een soort overkapping over de gangpaden heen. Je moet dus heel de tijd naar boven kijken en boven je hoofd plukken. Na de eerste dag kon ik m’n armen ongeveer niet meer optillen, omdat het zo zwaar was aan mijn schouders. Het weer was omgeslagen en de volgende dagen hadden we afwisselend regen en zon. Als het regent kan er niet geplukt worden, omdat dit het fruit beschadigd dus we hadden telkens maar korte dagen. Ik kan niet zeggen dat ik dat erg vond. Afgelopen vrijdag was eindelijk onze laatste werkdag. Die begon al goed, want we hadden onszelf buitengesloten en de sleutels lagen nog in de auto. Gelukkig zijn we lid van de AA en kwamen die gratis onze auto openmaken. Vervolgens konden we 3 uur werken, omdat het daarna ging gieten van de regen. Toen we weg wilden gaan, kwamen we ook nog vast te zitten met de auto en moesten we uit de greppel getrokken worden door een tractor. Onze laatste werkdag was dus niet echt een succes te noemen.
We kregen het gewoon druk dat weekend, want iedereen wou nog wat met ons gaan doen om afscheid te nemen. Vrijdagavond hebben we met Mario en Fonsi ergens wat gegeten, zaterdagmorgen hebben we al onze vieze werkkleding uitgewassen en ‘s middags hebben we een potje pool gespeeld met onze Engelse vrienden Alex, Toby, Louis, Tom en Steph. Zij blijven hier nog wat langer en dan gaan ze net als wij naar het Zuidereiland, dus we hebben afgesproken om elkaar daar weer te zien. ‘S avonds werden we uitgenodigd door Corey, Nicky en Will (met hen zijn we op surftrip geweest naar Mahia) om langs te komen op hun housewarming. Ze hadden sinds die week een huis gehuurd direct aan het strand met een hotpool in de tuin. Iedereen had iets lekkers meegenomen en we hebben met z’n allen in de tuin gegeten met uitzicht over de zee. Het was een gezellige afsluiting van ons weekend, maar toen werd het helaas tijd om echt verder te gaan. We vertrekken via Lake Taupo naar Raglan en we blijven daar waarschijnlijk een week.
Geschreven door Angela.op.reis