Vandaag besluiten we te gaan ontbijten in het restaurantje van het hotel. Helaas hebben ze voornamelijk Thaise warme gerechten, logisch natuurlijk wel, zo in Thailand. Maar toch is een westers ontbijtje voor ons fijner. Ze hebben wel lekkere shakes.
Als we klaar zijn gaan we naar Yasutama haar huis. Dat is op slechts 1 minuut rijden. Samen met haar moeder en Yasu gaan we op stap vandaag. We rijden de bergen in.
Naar het Kunming van Thailand. Kunming is een gebied in China waar hoge rotsen bestaan in het bos. Een soortgelijk gebied, maar dan kleiner, is in Thailand te vinden. We nemen een wandeling met een gids. Het begin van de route is voornamelijk het laten zien waar alle rotsen op lijken. Slapend konijn, liggende vrouw, kameel, dat soort dingen. En dan lopen we langs een tempel. We gaan even kijken en met de stokjes schudden. Er is een koker met stokjes die genummerd zijn. Je staat stil bij een vraag, een wens of zoiets waar je behoefte aan hebt. Dan schudt je met de koker en valt er een stokje uit. Het nummer correspondeert met een bord waarop alle nummers staan met een tekst erbij. Samen met haar moeder vertaalt Yasu het in het Engels. Natuurlijk zijn de antwoorden op vele dingen toepasbaar.
We worden helemaal lekgeprikt door de muggen daar dus we gaan gauw verder.
We komen bij een metershoge rotsformatie waar we onderdoor, tussendoor en overheen moeten. Veel klimmen en klauteren dus. Er zijn wat trappen en soms moeten we echt kruipen. Het is wel echt erg mooi en ook heel leuk. Natuurlijk is Alwin veel langer dan de rest van het gezelschap, dus voor hem is het extra lastig.
We bereiken een uitzichtpunt met een prachtig mooi uitzicht over al die rotsen. Gelukkig is het inmiddels wat bewolkt en dus iets minder heet dan gisteren, alhoewel het nog steeds flink zweten blijft.
Op de terugweg, langs een aantal souvenirwinkeltjes, staat er een trekker met aanhanger. Klinkt goed. Kost weinig dus we gaan met de trekker. Het blijkt nog twee kilometer en eerst gaat hij langzamer dan lopen maar later gaat het wat sneller. En zo bereiken we makkelijk her beginpunt weer. Hier zijn wat restaurants waar we neerstrijken voor lunch. De moeder van Yasu bestelt van alles om te proberen. Helaas hebben wij eigenlijk niet zoveel trek na het riante ontbijt van vanmorgen. Maar natuurlijk eten we toch, dus we zitten uiteindelijk erg vol.
Dan weer verder. Volgende stop is een waterval. Een mooie. Natuurlijk kledderen we wat in het water. Er zijn heel veel mensen die naar ons kijken. En allemaal vinden ze vooral Fenne haar haren mooi. Er zijn best veel Thaien die hun haren blond verven in de hoop met zo’n kleur te krijgen als Fenne, bijna wit. Helaas voor hen lukt dat meestal niet en wordt het vooral geel.
We komen twee dames tegen die Fenne en Tije direct knuffelen. Zo schattig. Vragen hoe oud ze zijn, willen aan de haren voelen en vinden ze zo mooi. Grappig, superenthousiast zijn ze. Als wij weer terug bij de auto zijn, komen we een hele bus tegen met die dames, de damesclub ofzo en gaan de kinderen op de foto. Ze vinden het allemaal prima.
In de haast er een foto van te maken, gooit Alwin de autosleutels in de kofferbak en klapt de kofferbak dicht. Oh nee! Shit! Hoe lossen we dit op? Na een tijdje klooien vinden we gelukkig ook binnen in de auto een knopje om de achterklep open te krijgen. We kunnen weer verder.
We gaan naar Phu Pa Po. Een uitzichtpunt. Natuurlijk niet zomaar, maar met een soort trekker. Voor en achterop zijn stoeltjes gebouwd en kunnen we mee. De weg erheen is prachtig. Door een dorpje en flink steil de berg op naar het eerste uitzichtpunt. De Mount Fuji van Thailand. We hebben die al gezien in Japan, maar dit is dus een zogenaamde kopie in Thailand. Grappig zeg en een prachtig uitzicht. Als we uitgekeken zijn gaan we met de trekker verder naar een volgend uitzichtpunt. Op een bergkam. Dus aan twee kanten hebben we een uitzicht. Er hangen schommels en er hangt een gong. Alles wordt natuurlijk geprobeerd. En als we uitgekeken zijn, rijden we weer door. De trekker parkeert en wij gaan lopend verder de berg op. Naar de top. Altijd gaaf om op een bergtop te staan. Rondom uitzicht. We zien regen in de verte, verschillende bergen, maar ook het platteland. Prachtig. Het woord Po in de naam van dit uitstapje betekend Bamboe. En dat groeit in grote getale op deze berg.
We maken de hele weg terug naar beneden en rijden dan terug naar Nong Hin. We gaan naar het ziekenhuis waar Yasu haar moeder werkt. Het is een klein ziekenhuis met een EHBO en een afdeling waar mensen blijven die in het ziekenhuis moeten blijven. Er zijn twee kamers voor elk 12 patiënten. Een mannenkamer en een vrouwenkamer. Er liggen ook kinderen. Er zijn een paar VIP kamers voor mensen die meer willen betalen. We maken kennis met de collega’s en gaan natuurlijk op de foto. We zien de EHBO. Het is leuk. We worden vooral ook erg bekeken. Door medewerkers, door patiënten en door bezoekers.
Als we klaar zijn moeten we nog eten halen voor het avondeten. Dus we gaan naar de markt. Stel je voor, een klein dorpje met een markthal. Allemaal kramen met fruit, groente en vlees. Allemaal Thaise mensen met zwart haar en klein van stuk. Komen er opeens vier Nederlanders binnen. Drie met blond haar en een lange met rood haar. Vergezeld door twee Thaien. Dat geeft praat. En dan is wat er gebeurt. Waar wij ons begeven wordt er gepraat, gekeken en gezegd hoe mooi de kinderen, en dan vooral hun haren, zijn. De moeder van Yasu wordt bij elke kraam staande gehouden om te vertellen wat dit nu weer is. Ze vergeet dus ook het een en ander aan boodschappen. Het is wel heel leuk. We lopen een rondje en zien allerlei onbekende groenten, kruiden en veel vlees. We zien ook een rijstwinkeltje. Allemaal witte rijst, allemaal pandan, en allemaal anders. Eerder of later in het jaar geoogst, lager of hoger in de bergen. Nooit geweten.
Ze hebben ook insecten. Maden, sprinkhanen en nog andere met veel pootjes. En Fenne wilde proberen. En dat mag van de marktkoopman. Die vindt het veel te leuk. Alwin probeert het ook, die begint met een made. Het smaakt wel, dus Fenne durft het ook aan. De moeder van Yasu doet gezellig mee. Alwin neemt iets met veel pootjes en het smaakt naar gebakken aardappelen. Dionne durft het ook aan en dan Fenne ook. Tije durft net niet. We trekken een hoop belangstelling en zien dus ook mensen insecten kopen per 100 gram. Bizar hoor.
We rijden naar het huis van Yasu en gaan beginnen met eten koken. In de buitenkeuken, iets anders hebben ze niet. Alwin kan gelukkig beginnen met pannenkoeken bakken, die eten we vandaag als toetje. Yasu helpt haar moeder en Dionne en de kinderen kijken gezellig toe. Ze hebben een soort werktafel, bank in de keuken waarop we zitten. Gezellig. Buiten wordt het donker en we horen steeds meer geluiden voorbij komen. Echt leuk. We laten de moeder en oma vast een pakkenkoek proeven. Voor de gelegenheid hebben we jam gekocht. Ze vinden het lekker.
Oma trekt zich terug, die heeft al eerder gegeten, en wij genieten samen van de gezelligheid en het heerlijke eten. Na het eten gaan wij direct weg. Afwassen doen ze morgen. We knikkeren de kinderen direct te bed en wij gaan weer naar buiten om van een fijne avond te genieten.
Geschreven door Familiejillings