Deze morgen werden we om 6 uur gewekt door het gepraat van de overburen. We bleven nog even liggen maar om 8 uur waren we de deur uit begeleid door het gebeier van de klokken van de kathedraal. Ik moet nog even vermelden dat in deze stad ooit 4 concilies plaatsvonden. Het was terug bergaf en daarna hetzelfde landschap als gisteren: windmolenparken, akkers, olijfgaarden en weinig beschutting. Er was wel meer bewolking wat het stappen aangenamer maakte. Er waren ook wel af en toe wat huizen, de meeste wel vervallen. De akkers liggen bezaaid met stenen en het eggen maakt nogal wat stof en lawaai. Soms is er een machine bezig de keien te ruimen. Het is me niet duidelijk waarom sommige akkers er perfect bijliggen en andere bezaaid met stenen. Er waren ook nogal wat tomatenvelden die op een industriële wijze geoogst worden. Buiten de windmolenparken zijn er ook grote velden met zonnepanelen.
Terwijl we rustig stapten begonnen onze smartphones ineens luid te fluiten, gillen. Het betrof een oefening van het nationale IT- alarm. Was wel heftig schrikken.
Halfweg kwamen we gelukkig een bar tegen met een waard die ons in het Engels aansprak. Daar zaten ook 2 medestappers die we al een paar dagen tegenkomen, iets daarvoor nog 2 fietsers die me Nederlanders leken.
Voor we het dorp via een lange klim bereikten was er een werf waar 2 Duitse schepers aangelijnd waren met dikke, zeer korte kettingen, waakhonden die blaften en trokken aan hun korte ketting , maar eigenlijk heel zielig voor die honden.
Het dorp stelt niet zoveel voor, het heeft vroeger onder Byzantijnse invloed gestaan ( vandaar dat dei Sauri) , is daarna vervallen en in de veertiende eeuw terug opgebouwd door Albanese inwijkelingen. De hospita is niet erg sympathiek, het is erg duur en je hebt er weinig voor. Het staat in een nieuwe wijk waar alle straten dezelfde naam hebben en eenzelfde nummering.
Om 6 uur vertrokken we voor de boodschappen, onderweg vroegen we naar de supermarkt, we kregen een ganse uitleg van links, rechts nog even verder. We vroegen het verderop nog eens, rechtdoor, zus en zo. We vinden de supermarkt, maar dicht. Waarop iemand ons zei: het is donderdag namiddag, dan is alles dicht.
We zijn gaan eten in een restaurant, het was lekker maar de weg terug vinden was minder evident.
Aangezien het de volgende dagen wat hetzelfde landschap is gaan we proberen 2 etappes te combineren en wat sneller vooruit te gaan. We zijn er nog niet helemaal uit hoe, maar dat horen jullie morgen.