Het vruchtwater van het nieuwe jaar is nog niet geheel opgedroogd en de resten moederkoek (lees: kerstdiners en oliebollen) moeten nog verder slijten, maar één voornemen begint voorzichtig, dat wel, gestalte te krijgen: meer wandelen en zo mogelijk komend najaar en/of winter de Ruta de la Plata van Sevilla naar Cabo Finisterre in Galicia lopen. De naam Finisterre is afgeleid van het Latijnse Finis Terrae, het einde van de wereld, oftewel daar waar de wereld ophoudt.
Deze pelgrimsroute is de belangrijkste “Camino de Santiago” in Spanje. Om Santiago de Compostella loop ik zorgvuldig heen. Ik ben daar één keer geweest en heb in de kathedraal een mis bijgewoond ter ere van de peregrinos, maar die poppenkast kan me gestolen worden. Ik begrijp dat de bedoeling van het lopen van de Camino is om op een of andere manier contact te zoeken met God. Ik hoop dat het ook geoorloofd is om aan de Big Bang te denken, of aan mensen die mij wél lief zijn (geweest). Zo niet, dan zie ik mij genoodzaakt om rond de gebaande route te meanderen. Ik heb niets met iemand in wiens naam hele volksstammen zijn uitgeroeid en hele werelddelen zijn leeggeplunderd. Afijn, ik draaf nú al door.
Eerst maar eens kijken of het wandelen wel lukt. Na een virusinfectie op mijn evenwichtsorgaan in februari 2017 ben ik gaandeweg steeds meer last gaan krijgen van duizeligheid en gebrek aan balans. Ondanks vele onderzoeken, een enkele therapie, twee MRI’s en vele gegiste bestekken, is er nog steeds, voor mijzelf althans, geen bevredigende diagnose. Bij het meest recente onderzoek in het Radboud UMC in Nijmegen kwam naar voren dat er sprake zou kunnen zijn van een aandoening aan spieren en/of zenuwen. De term polyneuropathie viel op de onderzoekstafel. Medio februari wordt er verder gespeurd in die richting.
Ik heb het altijd heerlijk gevonden om te wandelen, met name in de natuur en in de Spaanse bergen, maar ik vond dat het gebrek aan balans en de duizeligheid me noopten om pogingen tot langere wandelingen vroegtijdig de kop in te drukken. Zo’n tweeëneenhalf jaar geleden heb ik Het Zoutpad gelezen, het verhaal van een Brits echtpaar dat alles was verloren: geld, dak boven het hoofd en, in zijn geval, ook gezondheid. Zij namen, min of meer noodgedwongen, het besluit om het South West Coast Path, zo’n 1000 kilometer lamgs de kust van Cornwall te gaan wandelen. Moth, de echtgenoot van schrijfster Ray(nor) Winn, kreeg te horen dat er bij hem CBS was gediagnosticeerd, een neuro-degeneratieve ziekte. Na 1000 km kustpad bleek hij wat te zijn opgeknapt. Inmiddels heb ik ook de beide vervolgboeken, ‘De Wilde Stilte’ en ‘Landlijnen’, gelezen. Ik ga niet verklappen wat daarin staat, ik kan beide boeken van harte aanbevelen, maar als blijkt dat Moth zijn kerstboom weer is gaan branden na de laatste DAT-scan, waarom zou ik dan gaan zitten piepen dat ik na 8 kilometer wandelen te duizelig word. Als blijkt dat mijn gebrek aan balans te wijten is aan falende zenuwen, dan wil ik ook proberen om m’n kerstboomverlichting weer aan het branden te krijgen. Mocht een extreme wandeltocht daar debet aan kunnen zijn… Graag!! Kwaad kan het sowieso niet. ¡Vamos!
Geschreven door Pepe.delaPlata