De tweede dag gingen we op pad, nadat we fietsen en een Surinaams mobiel nummer hadden geregeld. De tante van Iris gaf wat tips over 'hoe fiets ik veilig in Suriname'. Met een grote fles water, wat Nederlandse snoepjes en de onmisbare ANWB reisgids van Suriname gingen wij op zoek naar de oude plantages in het noorden van Paramaribo.
Wij wisten toen nog niet dat de meeste toeristen deze fietstocht onder begeleiding deden. Wij waren de straat nog niet uit of wij maakten kennis met één van de duizenden Surinaamse straathonden. Hij gaf heel duidelijk aan dat hij ons de komende 3 maanden niet nog een keer wilde zien. (Tot nu toe nemen we altijd een andere straat naar ons huis.) Blaffend en grommend rende hij naar Iris haar fiets. Hij bleef haar volgen. Gelukkig had Iris een geweldige ingeving. Surinaamse honden verstaan namelijk Nederlands. Toen Iris schreeuwde: 'Nú! TERUG NAAR JE BAAS!' , stopte hij gelukkig. En we waren nog maar 2 minuten onderweg...
Aangekomen in Noord-Paramaribo namen wij een bootje richting fort Nieuw Amsterdam. Het fort werd ooit op een strategische plek gebouwd om de achterliggende plantages tegen invallen te beschermen. We gingen op zoek naar het fort. Het fort hebben we helaas niet gevonden. Wel twee honden. Die helaas niet luisterden en niet terug naar hun baas gingen. (De baas lachte ons eigenlijk alleen maar uit.) Gelukkig kunnen wij hard fietsen.
Na 10 kilometer te hebben gefietst, kwamen wij aan bij de eerste plantage (suikerrietplantage en later een koffieplantage). Er stond een oude, Javaanse man bij de ingang die ons een rondleiding wilde geven in dit openlucht museum. Een andere man kwam aangefietst en hij zei: 'Je moet met mij mee. Hij vraagt heel veel geld en aan de andere kant kan je gratis naar binnen.' Er ontstond een welles nietes discussie tussen deze twee mannen. Een vervelende situatie om in te verkeren. Uiteindelijk kozen wij de wat oudere man als onze gids. Hij fietste met ons over de plantage. Hij vond dat wij overal foto's van moesten maken. Ook wilde hij ons graag op de foto zetten en dan niet alleen geposeerd, maar ook lopend. We hebben een soort fotoshoot gehad met hem op de plantage. Ook wilde hij graag een selfie maken. 'Zo kunnen jullie al je familie en vrienden laten zien met wie zij mee moeten als zij in Mariënburg komen.' Toen wij vertelden van ons plan om het rondje af te maken raadde hij ons dat af. 'Jullie moeten wel voor het donker terug zijn.' We hebben even gerekend en gemeten (zoals juffen dat kunnen) en besloten dat het wel mogelijk was. We zijn dus doorgefietst. Het was een prachtige fietstocht. Het was een tocht van regen, zon, nagefloten worden (in plaats van fluiten is het hier een soort geluid dat je maakt als je een poesje naar je toe wilt laten komen). En een fietstocht met onderweg veel vriendelijke, zwaaiende mensen, jong en oud van alle Surinaamse culturen. We zijn langs Peperpot natuurpark gefietst en hebben er doodshoofdaapjes gespot. Omdat de vrouw van het natuurpark had gezegd dat er jaguars konden rondlopen was ik er snel klaar mee en moest Iris haar lievelingsaapjes achterlaten. Daarna hebben we de Peperpot plantage bezocht. We kwamen daar aan in de stromende regen. Het is een van de laatste plantages die nog in redelijk oorspronkelijke staat is en te bezichtigen. Deze plantage dateert al uit de 17 e eeuw en is begin 19e eeuw opnieuw aangelegd door de familie Jansen als koffie- en cacaoplantage. Er staan nog koloniale woningen, slavenhuisjes en een oude koffieloods en de vroegere koffie- en cacaofabriek. Er groeien nu ook nog koffie- en cacaobomen, begroeid met bromelia's, orchideeën en klimplanten. Er stond ook een hotel waar wij een cappuccino hebben gedronken. Toen we erachter kwamen dat een nachtje in het hotel 80 euro was. Zijn we hard naar het pontje terug gefietst. Gelukkig was daar nog iemand die ons terug wilde brengen naar de stad op de andere oever van de Surinamerivier. In de rivier lag een schip uit de Tweede wereldoorlog. Het zag er erg indrukwekkend uit. Na 'veilig' terug te zijn aan onze kant van de rivier besloten we roti te eten in een restaurant. Een heel ongezellig aangekleed restaurant met hele lekkere roti. Mensen uit verschillende Surinaamse culturen aten er gezellig samen. We hebben 50 km gefietst vandaag, we waren heeeeel erg moe, maar het was het helemaal waard.
De volgende dag hebben wij niet heel veel gedaan. We zijn naar het zwembad gegaan van het luxe hotel Torarica. Hier heb ik voor het eerst uit een kokosnoot gedronken! Bij het hotel komen veel studenten voor warm water en wifi en voor de Surinamers is het vooral een plek van 'gezien' worden. Na deze heerlijke 'Paramaribo relax dag' waren wij weer klaar voor nieuwe avonturen. Daarover de volgende keer meer!
Liefs uit Paramaribo
Geschreven door Maaikeiriss.travels