Van Tomar een rustige rit naar Alcobaça, we laten Fatima links liggen (onze volgers zouden anders mss vreemde ideeën van ons krijgen). We hebben deze maal gekozen voor een gemeentelijke camperplaats, gratis water – elektriciteit en sanitair (maar sanitair was gesloten). Toch een leuke plaats om te staan, maar klein foutje gemaakt. Gekozen voor de meest horizontale plaats en dat was onder een boom. ‘S nachts regen en dan krijg je een dubbele druppel, eerst van de regen en dan van de boom. Morgen koop ik mij oordopjes.
Kleine wandeling in de regen door het stadje en morgen bezoeken we het klooster. We komen ook meer en meer in de streek van het beschilderde aardewerk.
In mijn vorig verslag had ik geschreven dat het grootste klooster in Tomar was, niet dus, dat is hier in Alcobaça. Dit klooster is niet zo indrukwekkend maar toch de moeite om te bezoeken.
Waarom is Alcobaça nu de stad van de onmogelijke liefde? Is een beetje een Romeo en Julia verhaal. Koning Peter I was verliefd op Ines, maar zijn vader liet haar onthoofden. Postuum werd zij later tot koningin gekroond, beiden liggen nu begraven in de grote kerk en kijken naar elkaar. Het verhaal is langer maar zou ons een beetje te ver brengen.
‘S avonds in typisch Portugees restaurant gaan eten, er waren nog twee mensen, voor de rest niemand. Het was zeer lekker, kip in klein kruikje en dat in de oven. Wie zich vragen stelt over de plakker op Christine haar voorhoofd: zij heeft zich gestoten aan de achterklep van de garage (koffer), niet erg maar de moeite voor een mooie plakker.
Geschreven door Ignace.op.pad