Hi allemaal,
We hebben de eerste nacht in het tentje gehad. Wat een nacht.. Het was erg benauwd toen we s’avonds in de tent kropen en later merkten we waarom. Storm op komst. Het heeft bijna de hele nacht geonweerd en geregend. De tent blijkt in ieder geval waterdicht te zijn. 😅
Rond 06:00 vond Roan het wel tijd om op te staan want we hadden nog genoeg te doen. Lekker ontbeten, de tent afgebroken, de afwas gedaan, alle spullen weer ingepakt en gaan. De rit naar ons volgende verblijf was 4 uur dus we hadden wat tijd over. Hier in de buurt ligt het Ju‘ Hoansi-San Living Museum. Dit is een stam van San mensen, ook wel bushman genoemd, die je kunt bezoeken. Dit wordt een museum genoemd omdat je zo kunt leren van hun cultuur en tradities. Zij hopen dat deze zo worden doorgegeven aan de volgende generaties.
Omdat ons dit erg interessant leek, zijn we om 08:00 al vertrokken. we moesten namelijk 160 kilometer omrijden over een gravelweg om het museum te bezoeken. De laatste 6 km waren ook nog eens door los zand. Dit was even spannend omdat de zandweg de vorige keer (Sossusvlei) niet goed was afgelopen.. Maar Nick heeft het super gedaan en we hebben het gered. Toen we lazen dat we ons eerst bij een receptie moesten melden, waren we een beetje bang dat het misschien heel toeristisch zou zijn. Niets bleek minder waar, de receptie was gewoon 1 man onder een boompje.
We kregen een gids aangewezen, Hendrick, hij sprak (als een van de weinige) een beetje Engels en zou ons het dorp en zijn familie laten zien. We hebben eerst vuur gemaakt met wat gedroogd gras en 2 houten stokjes. Daarna was het voor de mannen tijd om te gaan jagen. Omdat Nick nog geen pijl en boog had, moesten die eerst nog gemaakt gaan worden. Dit hield in: het juiste hout zoeken, een stuk van de boom afhakken, de boog glad ‘snijden’, draad maken van een plant, de boog spannen en alles vast maken.
Roan heeft in de tussentijd met de andere vrouwen aan de sieraden gewerkt. Ze zoeken in de omgeving naar allerlei voorwerpen om te gebruiken. Voornamelijk zaden waar ze dan gaatjes inprikken om ze aan de ketting te hangen. De witte stukjes in de ketting zijn van de schil van struisvogel eieren. Inmiddels was Nick klaar met zijn pijl en boog en hebben ze deze meteen uitgeprobeerd. Sluipend door het hoge gras, proberen te schieten op het doelwit. De mensen uit deze stam zijn erg klein. Hendrick was een van de langste en wij leken wel reuzen naast hem. Het was een leuke en bijzondere ervaring. De ochtend hebben we goed besteed.
Daarna hebben we onze weg vervolgd. Via de Caprivi strook van Namibië zijn we naar Divindu gereden. Het was, voor Namibische begrippen, aardig druk onderweg. Niet met andere auto’s maar met huisjes langs de weg en vee op de weg. Zoveel huisjes en mensen achter elkaar hebben we hier nog niet gezien. Het blijft bijzonder om te zien hoe weinig deze mensen hebben en hoe vrolijk ze toch overkomen.
Even een lunch pauze en weer de tank volgooien want die gaat snel leeg met deze afstanden. De Caprivi strook is heel anders dan alles wat we tot nu toe gezien hebben. Er is veel meer water hier waardoor de omgeving groener is en er veel andere dieren zitten. Denk aan nijlpaarden, krokodillen en buffels. Daar hopen we morgen meer van te zien. Morgen gaan we namelijk op safari in het Mahango national park, dit ligt maar op 10km afstand van onze camping. S’middags willen we misschien nog een boottocht over de rivier maken. Maar dat kijken we morgen wel.
Inmiddels zitten we op het terras van onze camping een drankje te doen met uitzicht op de rivier. De tent staat al en we gaan zo beginnen met het koken van de pasta. Hopelijk gaat dat wat vlotter dan het eten van gisteren. 😬
👋 Nick & Roan
Geschreven door Roan-en-nick.op.reis