Vandaag begint onze wandeling via de Joodse ghetto naar concentratiekamp Plaszow.
Het kamp is gebouwd op een Joodse begraafplaats. De zerken werden als weg gebruikt. Van concentratiekamp Plaszów nauwelijks iets bewaard gebleven. De nazi’s verwoestten op de valreep veel van het kamp om geen bewijzen achter te laten.

Plaszów werd in 1942 door de nazi’s ingericht als werkkamp. Gevangenen, voornamelijk joden uit de nabijgelegen getto in Podgórze, moesten in het kamp zware arbeid verrichten. Zo werd er veel steen gewonnen, veelal met de hand. Door de slechte voorzieningen was het sterftecijfer hoog. Veel mensen bezweken aan het werk, of werden ziek. Daarnaast vonden er ook om de kleinste vergrijpen liquidaties plaats.
Het enige wat nu nog stamt uit die tijd is het Grijze Huis. Voor de oorlog hoorde dat bij de Joodse begraafplaats. Tijdens de oorlog was het eerst het kantoor van kampcommandant Amon Goeth en SS-ers. Later in de oorlog deed het dienst als gevangenis en werden er mensen gemarteld. In het kamp gold over het algemeen: als je het grijze huis in ging, kwam je er waarschijnlijk niet meer uit.

Via de grafheuvel van Krakau lopen we naar de steengroeve die bij het kamp hoorde.

Grafheuvel van Krakus is een tumulus gelegen in het district Podgórze van Krakau in Polen. Er wordt aangenomen dat het de laatste rustplaats is van de legendarische prins Krakus.

Deze steengroeve was onderdeel van het beruchte concentratiekamp Plaszow. Jarenlang moesten geïnterneerden dwangarbeid verrichten in deze groeve.

Aan het eind van de middag genieten we op het terras op het grote plein in Krakau.

Geschreven door Margo.travels