Na een warme maar goede nacht vertrekken we vroeg. We komen erachter dat het water helemaal op is. Er gaat een rood lampje branden en dat is vast niet de bedoeling. We verlieten de vorige camping met het idee dat lozen en vullen wel op de volgende camping zou kunnen. Dat is niet zo slim. Maar voor alles is een oplossing. Er bestaan zgn. sanizuilen. Er is er een op 20 km zuidwaarts, de goede richting dus voor ons. Om half 9 rijden we al weg. En inderdaad de sanizuil is er bij een Intermarché en benzinepomp. Ooit kregen we de goede tip van een ervaren camperaar om 2 euro munten mee te nemen, juist voor dit doel. En zo kunnen we toilet legen, vuil water lozen en water tappen en dat voor € 2,-. Bovendien boodschappen doen en een kop koffie zetten. Dan eerst een stuk peage, dan een stukje afsnijden door binnendoor te rijden over D wegen. Dat maakt het wel afwisselend. Tenslotte via de Peage naar Chambery en verder de bergen in.
St. Jean de Maurienne is een paradijs voor wielrenners. Alle grote colls zijn hier om ons heen. We hebben een prachtig uitzicht op een berg waarvan we (nog) niet weten welke het is.
Wat betreft de Corona zien we hier weer veel mondkapjes en moeten die binnen ook weer gebruiken.
We zijn nu al een paar keer gevraagd naar onze ‘pas sanitaire’. Niet in de winkel maar wel op het terras, restaurant of op de camping.
We zitten nu nog buiten, het is nog heerlijk warm en het wordt langzaamaan donker.