Na een nacht heeeerlijk slapen staan we om 6.30 op voor het ontbijt, waarna we om 8.00 met de bus vertrekken naar het Bukit Lawang national park. Het is 90 km rijden waar we 3 à 4 uur over zullen doen. Er is maar 1 weg heen en 1 weg terug. Dit gaat van een drukke en goed geasfalteerde weg in Medan tot mega gaten in de weg tot steile en kleine wegen met haarspeldbochten in de bergen. Rijden betekent hier gewoon gaan en toeteren.
Onderweg komen we langs de grote palmolie plantages waar Indonesië 1 van de grootste exporteurs van is. Men snijdt met een mes vastgemaakt aan een lange stok de bundels met rode bolletjes uit de hoge bomen. Deze worden in fabrieken verwerkt tot olie, wat vervolgens getransporteerd wordt naar de rest van de wereld. Sumatra zoals we vandaag hebben gezien is het een pracht eiland met de mooiste natuur ever. Het is net een aflevering van planet earth.
Je ziet onderweg goed hoe de lokale bevolking leeft en dat sumatra eigenlijk helemaal niet toeristisch is. Zij zijn dan wel een bezienswaardigheid voor ons, maar wij net zo goed voor hen. Onderweg kijken de mensen hun ogen uit en kinderen die zwaaien omdat wij (zoals de reisleider zegt; een bus vol met filmsterren zijn) langsrijden.
De indonesische bevolking is erg gastvrij en overal waar we tot nu toe komen wordt je door iedere persoon hallo gezegd. Je wordt bediend alsof je de koning en koningin bent.
Tussendoor stoppen we nog even om een bakkie te doen en rond 12:00 komen we aan bij het restaurant naast het Bukit Lawang park. Hier krijgen we lunch waarna we met een lokale gids het park in gaan.
Via een hangbrug (waar je maar met maximaal 8 man overheen mag, #dat vond laura wat minder leuk) en een steile heuvel omhoog langs de rubberplantage, komen we dan echt bij de ingang van het nationaal park. Hier begint de tocht over een smal junglepad op zoek naar de orang oetan. Voor degenen die van weetjes houden; orang oetan staat voor bosmens/woudmens en leeft alleen nog op sumatra en borneo in het wild. Vroeger werden ze hier nog als huisdier gehouden door de moederaap dood te schieten en de baby erbij weg te halen. Dit werd rond 1970 verboden en werd er tevens een rehabilitatiecentrum voor de apen opgezet die vervolgens ook weer hier in het park zijn vrijgelaten (en hier ook nog leven).
In het park lopen we onderweg echt door de jungle met zijn vele planten en bomen, het is echt onbeschrijfelijk hoe dit is. Tevens komen we diverse soorten apen tegen (waaronder 2 groepen die ruzie om het territorium nodig vonden). Onderweg kreeg de gids telefoon dat de orang oetan gespot was. We trokken diep de jungle in via de nog mindere toeristische route (lees; bijna onbegaanbare paden en een hoop bukken en bijna struikelen) hopende op 2 orang oetans die vanochtend gespot waren.
En wat kregen we!!! Een mannetje zat op 3 meter afstand lekker te chillen en te eten. Bovenin de boom zaten 2 vrouwtjes met beide een baby die beiden zaten te azen op het mannetje als partner. Echt mega indrukwekkend deze beesten zo dichtbij!
Hierna liepen we terug en kwamen dichtbij de uitgang van het park nog een orang oetan tegen. Echt uitzonderlijk dat we er zoveel gezien hebben.
Moe en voldaan reden we terug. Met wat meer gaten in de weg als op de heenweg. Ennnn toen lag de weg open. De bocht van de alternatieve route was niet mogelijk, dus wat doe je dan. Spookrijden natuurlijk totdat je de weg weer op kan
Om 20:00 waren we weer in het hotel en gaan we lekker eten. Morgen trekken we verder naar Samosir eiland wat omringd wordt door het Tobameer. We zullen zien of de wifi daar mee zal werken en we morgen weer van ons kunnen laten horen!