Een bizarre dag.

IJsland, Vík í Mýrdal

dinsdag 20 juni 2017

Een bizarre dag! Als ik op woensdag om 11 uur 's morgens opsta en terug denk aan gisteren is dat het eerste woord wat in me opkomt. Waarom bizar?
Nou, omdat er zoveel bizarre dingen zijn. Vanuit mijn Nederlandse roots bekeken dan wel. De landschappen zijn bizar, zo bevreemdend en zo prachtig, daar had ik van tevoren toch niet echt een voorstelling van. Het is bizar dat er maar zo weinig mensen wonen dat elke boerderij een naam heeft.
Het is bizar dat het midden in de nacht nog gewoon licht is. Het is bizar dat de dieren gewoon wakker blijven ' s nachts, de schapen lopen midden in de nacht nog op de weg, en de vogels blijven gewoon fourageren. Het is bizar dat de ringweg, toch een soort van hoofdweg, bruggen heeft van maar 1 rijbaan breed. Als er een tegenligger aankomt moet een van de twee gewoon even wachten. Het is bizar om dansende ijsbergen te zien bij een gletschermeer. Het is bizar dat wij een drone gekocht hebben speciaal voor deze vakantie, en dat er overal bordjes hangen van "no drones". Het is bizar dat benzine bijna 2 euro kost per liter. Het is bizar dat wij onderweg zoveel dingen willen zien dat we heel lang over de rit naar Höfn doen en ' s nachts pas om half vier aankomen.

Maar ook wel logisch want anders moeten we er morgen voor terug rijden en dat kost meer kilometers en dus ook meer benzine dan af en toe een hele lange dag te maken. Morgen nemen we wel weer een rustdagje. En er is zoveel prachtigs te zien.

We maken vandaag een vroege start: 7 uur, natuurlijk is dat een beetje vals spelen, want volgens ons biologische klokje is het dan stiekem al 9 uur ;). Als we Reykjavik uitrijden zien we een Orkan X benzinepomp, en we gaan gelijk maar even tanken, want gisteren hoorden we van Brynjar dat dat de goedkoopste benzinestations zijn, dat scheelt 15 cent per liter. En dan nog is het 1.75 per liter, duur hoor.
Als we de bebouwing van Reykjavik achter ons laten zien we eerst uitgestrekte lavavelden van zwarte stenen, afgewisseld met vlakten vol paarse lupines. Dan rijst links de Hengil op en nog meer bergen volgen. Na Hveragerdi en Selfoss hebben de lavavelden plaatsgemaakt voor een afwisseling van groene weilanden met een enkele boerderij ertussen, stukken moeras (nat grasland met lage struiken en af en toe wat lage bosjes berkenbomen en weer de blauwe lupines), kleine meertjes en af en toe een rivier van helder water tussen zwarte zandbanken. De bebouwing wordt steeds schaarser, af en toe kleine dorpjes en losstaande boerderijen.
Ook oude boerderijen, we zien een wegwijzer naar Keldur, een oude nederzetting met een turfboerderij volgens een bord langs de weg. We besluiten impulsief er heen te rijden. Onze eerste onverharde weg, nou ja, gravel is nog half verhard. Maar omdat het nog zo vroeg is, is het nog niet open. We kunnen er wel rondlopen en de gebouwtjes van buiten bekijken. Gewoon een heuveltje van aarde en gras met een huis er in eigenlijk. We zien er nog een heel klein houten schuurtje over een bronnetje gebouwd denken wij, want het water komt er uit stromen. Zou het een warm badje zijn? We durven niet naar beneden te lopen want het gras ziet er heel glibberig uit, en een onvrijwillig bad lijkt ons niet de beste kennismaking met ons eerste warme badje. Vlak voor we wegrijden spotten we onze eerste vogels, een paartje wulpen denk ik, die in het weiland en langs de weg aan het fourageren zijn.

Na de Markarfljot rijzen links van ons de bergen op, geen enkele boom, alleen maar rotsen en gruis. Maar juist doordat ze niet begroeid zijn met bomen, zie je nu de markante vormen die door erosie zijn ontstaan. Het harde blijft, de rest slijt weg en ligt in aflopende hellingen tegen de bergen aan, in allerlei verschillende tinten, soms groen bemost, soms zwart, grijs of roodachtig bruin van de rotsen en het geërodeerde gruis. Waar de bergen beginnen zien we ook de watervallen verschijnen, iemand zei me eens dat IJsland het land van de duizenden watervallen is. De eerste die we zien is de Seljalandsfoss, hij valt in een keer in vrije val naar beneden, doordat hij van een overhangende rand valt. We besluiten door te rijden, we zien van veraf kleine mensjes in kleurige regenpakken onderaan de waterval staan en wij hebben geen zin in een nat pak. Bovendien: we komen hier later in de vakantie nog wel weer.

Achter de bergen vermoeden we de Eyjafjallajökull, maar die zien we niet want de bergen verdwijnen in de wolken, het is somber regenweer vandaag. We besluiten dan ook maar om nu het Skoga museum te bezoeken. Er zijn oude turfboerderijen en een kerkje en een school uit andere delen van het land hier herbouwd en authentiek ingericht. Er is ook een transport museum waar van alles te zien is wat maar enigszins met transport te maken heeft. Zoals een gedeelte over de post, telegrafie en telefonie. Grappig, er staat een telex waar ik vroeger nog mee gewerkt heb. Altijd leuk om dat soort dingen te zien. Er is ook een afdeling met veel toelichting over de reddingsdiensten in IJsland, vroeger en nu. Het geeft ons een idee dat we in dit - volgens veel mensen toch wel gevaarlijke land - wel in goede handen zijn voor wat betreft veiligheid. Tenslotte nog een visserij museum met een goed bewaard gebleven vissersboot en allerlei attributen over de IJslandse visvangst. Beneden in de kelder nog wat verzamelingen stenen, eieren, opgezette vogels en dieren. Leuk om rond te wandelen en alles te bekijken.

Als we weer buiten komen is het stiekem droog geworden. Dan gaan we wel naar de Skogafoss toe wandelen. Nou ja, wandelen, het is een hele klim naar boven, zo ongeveer 400 treden. Gewoon veel pauzes inlassen, dan kom ik er wel. En als beloning zien we de rivier aan komen stromen, met allemaal kleine stroomversnellingen, en dan - waar wij vlak bij staan - stroomt hij over de rand van de rotsen, in vrije val de hele hoogte van de 400 treden oftewel 60 meter naar beneden. Weer beneden zien we het spektakel van het vallende water van dichtbij, maar ook niet te dichtbij want dan worden we alsnog nat. Veel mensen laten zich daardoor niet weerhouden en lopen tot vlak bij de waterval, het daardoor voor anderen moeilijker makend om een mooie foto van de waterval te maken zonder mensen op de voorgrond. Jan weet daar een trucje voor, hij loopt het water in om zo langs de mensen te kunnen fotograferen. "Mijn laarzen zijn toch waterdicht," grapt hij. Mijn held, want zo heb ik wel een mooie foto.

De volgende attraktie langs de ringweg skippen we weer. Er is een parkeerplaats met - volgens een bord - een wandelweg naar het vliegtuigwrak wat op het strand ligt op Skógasandur. De P staat vol met auto' s en twee stromen mensen lopen als een mierenpad naar het verderop gelegen strand en weer terug. Ach, laat dan maar. Misschien nog een andere keer.

De Mýrdalsjökull verbergt zich ook nog in de wolken, maar dat geldt niet voor de uitloper van deze gletscher, de Solheimajökull, een kleurenspel in wit, grijs en zwart gekleurd. Prachtig om te zien. We nemen de tijd om de wandeling over het stenige pad er naar toe te maken. Genieten, want al die tijd heb je een prachtig uitzicht op de gletscher. We zien groepjes mensen als kleine stipjes op het ijs, en ook groepen die gewapend met klimijzers en helmen over het pad terug komen lopen. Nee hoor, wij genieten wel van de gletscher vanaf een veilige afstand. Een mens moet ook weten waar zijn grenzen liggen ;)

Onze tweede vogels spotten we als we een klein weggetje inrijden omdat we denken daar naar het strand te kunnen komen waarvan we gehoord hebben dat je er met de auto op mag rijden. Het weggetje loopt dood, maar we zien wel een paartje grote jagers met een nest. Eerst hebben we niet door dat er een nest is, maar de vogels blijven om ons heen vliegen, zelfs heel dichtbij, als we de motor stoppen om te proberen ze te fotograferen worden ze rustiger en zien we ze naar een nest toegaan om er zelfs weer rustig te gaan zitten.

We vinden het juiste weggetje niet, dan maar naar de volgende stop, de rotsen van Dýrholaey, we moeten er wel even voor over een onverhard weggetje omhoog rijden, en een stukje lopen naar de vuurtoren. Er staan touwen gespannen, waar we achter moeten blijven, en er staan waarschuwingsborden om niet van het pad af te gaan. Er zijn recent stukken van de rotsen afgebroken en op het strand beneden ons gevallen. Nu begrijp ik ook waarom Heidrunn' s moeder waarschuwde dat we niet op het strand moesten gaan wandelen omdat dat gevaarlijk is! Diep beneden ons zien we aan de westkant het zwarte strand met de witte schuimkoppen van de branding. Een mooi plaatje! Aan de zuidkant en de oostkant zien we rotsen die stijl uit de branding omhoog steken en open bogen aan de onderkant, door de branding uitgehold.

Een eindje verder langs de zee staan nog meer mooie rotsen waar de golven tegen aan beuken, maar ook een bijzondere boog van basalt. Wauw, daar wordt ik helemaal enthousiast van. Zo zelfs dat ik de tijd helemaal vergeet en blijf genieten totdat we door de beheerder van het terrein vriendelijk gevraagd worden om te vertrekken, hij wil de slagboom dichtdoen want het terrein gaat om 19 uur dicht. Oeps, we reden om 18 uur hiernaartoe, de tijd vliegt!

Nu eerst maar eens een flink eind doorrijden, anders wordt het echt nachtwerk voor we er zijn. Er is hier niks, geen dorpjes, geen bebouwing, alleen maar een eindeloos lavaveld, de Eldhraun, niet zwart en grijs, maar een zee van groen bemoste ronde vormen. Zo mooi. Halverwege gaat er een weggetje naar rechts, naar het midden van het lavaveld. We rijden er in, een zwart gravelweggetje met aan beide zijden niets anders dan alleen eindeloze met mos begroeide rotsen. Ik denk dat het best gevaarlijk zou zijn om hier rond te gaan lopen, want tussen de rotsen zitten behoorlijke gaten en kloven, die behoorlijk diep kunnen zijn. Dus gaat hier ook niemand wandelen. Moet je je voorstellen: hele stukken land waar dus nog nooit iemand een voet gezet heeft, bizar toch? Het weggetje eindigt bij een meertje waar een paar vakantiehuisjes staan. Niets houdt ons hier, we rijden weer terug en verder over de ring. Er is na een tijdje een parkeerplaats met een verhoogd uitkijkpunt. Hier zien we dezelfde eindeloosheid waar we zoëven doorheen reden. Toch loopt hier volgens de kaart nog een weg van het begin van het veld naar het zuiden en verder naar het oosten en weer terug naar het noorden naar het einde van het lavaveld. Er staan huizen aangegeven, wat doen die mensen daar? Waar leven ze van? Er is hier niks dan stenen en stenen kun je niet eten....

Aan het eind van het veld ligt een klein gehuchtje met een hele lange naam, als om het goed te maken dat het niks voorstelt: Kirkjubaejarklaustur. En dan weer een ander bizar landschap, eindeloos zwart zand, doorsneden met heldere rivieren, het uitspoelveld van de Vatnajökull, de grootste gletscher van Europa, die links van ons achter de bergen ligt.

Voorbij de spoelvlakte begint het Nationaal park Vatnajokul. Aan het begin van het park ligt de Svartifoss waterval. We twijfelen even, zullen we daar nog gaan kijken? Hij staat op het lijstje van dingen die we onderweg wilden zien. Of toch maar doorrijden en er later voor terugkomen. Maar het is ook wel bizar dat het gewoon mogelijk is om nu nog te gaan wandelen midden in de nacht. En juist dat maakt het ook weer extra bijzonder om het toch nu te doen. We hebben in de van te voren verzamelde informatie gelezen dat er een weggetje omhoog gaat wat voor invaliden toegankelijk is. Dan hoef ik niet het hele eind te lopen en dat is wel weer fijn. We rijden langs het - inmiddels gesloten - informatiecentrum en vinden het weggetje dat omhoog gaat. We tillen het touw, wat het weggetje afsluit van de paal en rijden er doorheen. Dat mag, omdat ik een invalidenkaart heb. Het voelt een beetje als cheaten, maar toch ook weer niet, want als we het weggetje niet omhoog zouden rijden en ik nog omhoog zou moeten klimmen na toch al een lange dag is dat wel weer een aanslag op mijn fibro-lijf waar ik morgen voor boeten moet met pijn. Daarom voel ik me er ook niet schuldig over; dit is ook een van de redenen dat ik de invalidenkaart gekregen heb. We rijden omhoog naar een kleine parkeerplaats, hiervandaan is het nog een kilometer wandelen. Dat is nog wel te doen. Als we weg willen gaan komt er een jonge man naar ons toe. Hij vertelt ons dat het touw aan het begin van het pad er wel met een reden hangt, dat het illegaal is om hier omhoog te rijden. Nee hoor, antwoorden wij, met een invalidenkaart mag het. Kijk maar onder de voorruit, daar ligt hij. Dan is het goed zegt de jongeman en wenst ons een prettige wandeling. Ik vraag hem of hij nu helemaal van beneden kwam om ons te waarschuwen? Nee hoor, zegt hij, ik woon hier, en hij wijst naar een ander pad. Wij hebben moeite het juiste pad te vinden en we komen dan ook eerst bij twee andere watervallen - die ook mooi zijn - voor we het juiste pad vinden naar de Svartifoss. We komen verder niemand tegen. Het is zo rustig in het bos. Alleen de luid zingende vogels en wij. Die vogels zijn blijkbaar ook van slag omdat het nog zo licht is. En ze zijn ook helemaal niet schuw, ze scharrelen gewoon vlak naast ons langs de rand van het pad om eten te zoeken. Betoverend. En ook de Svartifoss die we aan het eind van het wandelpad vinden is betoverend, hij stroomt over een ronde rand van basaltstenen heen omlaag. Prachtig.

En dit was nog niet het laatste moois wat we zien vandaag, als we verder langs de kust over de ringweg rijden komen we nog langs de Jokulsárlón. Een gletschermeer met een nauwe doorstroom naar de zee met een brug erover. Even stoppen nog om te kijken, even maar...... In het meer drijven bizar gevormde ijsbergen, wit, blauw, grijs, zwart. Een zeehond steekt even zijn kop boven het water. Kijken wij naar hem of hij naar ons? Wij moeten het wel zijn want verder is hier geen mens meer aan het kijken zo midden in de nacht. Er staan een paar campers en auto' s, maar die mensen slapen. Dat zouden wij ook moeten doen, maar wij moeten nog een uur doorrijden voor we ons tijdelijke ruilhuis in Höfn bereiken, we pakken niets meer uit en rollen zo het fris opgemaakte bed in. Half vier ' s nachts. Bizar toch?


Geschreven door

Al 9 reacties bij dit reisverslag

Lieve Dirkje, Wat kun jij prachtig schrijven zeg! Ik heb net aan één stuk door je laatste twee blogs gelezen, en ze zijn zo meeslepend en betoverend... Ik zie alles zo voor me en geniet met jullie mee, kijk in spanning uit naar wat jullie om de volgende hoek weer te wachten staat... Als iemand die in Noorwegen gewoond heeft kan ik me bepaalde dingen levendig voorstellen: De met mos bedekte rotsen, De overgangen van plekken waar niets hoger dan je knie groeit naar weelderige bossen... Maar meer dan wat dan ook, de betovering van de middenachtszon. Dat rode, paarse maar vooral blauwe licht dat ergens tussen schemer en zonneschijn in lijkt te zitten, zo anders dan het geel-witte licht van overdag. Dat licht dat zegt 'Het is oke, het is nog heleaal geen avond! Kijk maar, het is nog licht! Waardoor je inderdaad bijna zonder het te merken pas om half 4 in je bed beland. Ik heb ook genoten van het uitspreken van alle namen. Ik dénk dat ik een heel eind kom... Maar dat is misschien pure arrogantie! ;) Maar behalve het bekende is er zo veel moois in jullie reis dat ik nog nooit heb gezien. Dingen die ik nu door jouw schrijven zien en zo prachtig lijken! Ik wil ook... (ooit... op een dag...) Dank je voor je prachtige verhalen. Ik geniet er echt van!

Anne Fluitman 2017-06-23 06:56:08

Oh en ja, die prijzen die herken ik ook! Tip: Verse dingen zijn waarschijnlijk veel duurder dan bevroren eten. Als je wat goedkoper wil eten, dan zou ik in het vriesvak kijken. Daarnaast was in ieder geval in Noorwegen knackebröd ook relatief goedkoop, en het bleef veel langer goed dan gewoon brood. (Dat geldt eigenlijk voor alle houdbare dingen, die kunnen immers goedkoper geimporteerd worden) Als jullie van vis houden is dat ook zeer goed te betalen, zeker van de markt! Hoop dat jullie er iets aan hebben en ik nu niet over kom als een betweter... Veel plezier lieve Jan en Dirkje!

Anne Fluitman 2017-06-23 07:07:15

Stelletje gekken zijn jullie ;-) Maar, wat Anne hierboven ook al zegt, wat is het heerlijk om zo mee te genieten ❤ Schrijf wanneer je zin hebt, en geniet ook van je rustdagen ^^ Knuffel voor jullie beiden!!

Iris 2017-06-23 07:38:34

Wat is dit genieten. Je waant je zo in dit prachtige land. En wat een mooie foto's. Dirkje, waar haal je de tijd vandaan om zo'n uitgebreid verslag te schrijven. Spreek je tijdens de dag al het een en ander in of zo? Het is toch haast geen doen om na een zeer intensieve dag alles zo in detail op te schrijven? Complimenten en ga vooral zo door!

Marian 2017-06-23 09:12:18

Wow!

Dorrie 2017-06-23 09:48:17

Een mooi verslag, mooie foto's. Ik reis zo een beetje mee.

Rita 2017-06-23 13:49:38

Anne: bedankt voor de tip, bevroren aardbeien in de smoothie werken ook prima! Iris: gek maar gelukkig. Marian: tablet op schoot in de auto, en tussen het kijken op de (iets) saaiere stukken alvast beginnen met schrijven. En verder, geen teve kijken scheelt heel veel tijd ;) Dorrie: wacht maar, straks zeg jij ook wow als je hier bent! Rita: meerijzen mag, maar dan digitaal, onze auto is al vol genoeg met reservebanden, een grondanker, jerrycan en dan nog gewone bagage. Dank jullie allemaal voor het lezen, fijn dat jullie er van genieten, dat maakt het voor mij een reden om het blog bij te houden. Knuffels allemaal thuis!

Iceland 2017-06-23 16:01:37

hoi dirkje & jan Leuk en mooi verslag.. Ik hoop ook nog foto's te zien. Lijk me echt een super ervaring. fijne vakantie groetjes, ilonka

ilonka 2017-06-24 21:14:19

sorry sorry ik zie nu pas de foto's onderaan.

ilonka 2017-06-24 21:15:12
 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.