We voelen ons al echt ervaren road-trippers. Opstaan, ontbijten, lunch maken, boel inpakken en gaan. Om stipt 8 uur zijn wij “on the road again”. Dit wordt de langste roadtrip van deze vakantie. Een reis van zo’n 6 uur plus nog de geplande stops.
We tanken de auto vol, je wilt niet zonder benzine komen te staan in de woestijn ook hebben we voldoende drinken bij ons om niet te verdorsten.
Wij rijden door een prachtig landschap waar we eindeloos ver kunnen kijken, tussen hoge bergen over lange kaarsrechte wegen. Er zijn momenten dat we een hele tijd niemand tegen komen. We proberen het geheel vast te leggen door op deze weg wat selfies te nemen. Het is erg indrukwekkend om hiermet zijn vieren alleen te staan in deze omgeving.
De eerste stop in Death Valley is bij rots partij genaamd “A Rainbow in Rock”. Het is een diep ravijn met veel kleuren in de rotswanden. Erg mooi! We merken dat het al wat warmer wordt en na een sanitaire stop stappen we weer in. We rijden verder door een grote vallei waarna we richting de zandduinen van Stovepipe Wells rijden. Uit het niks verschijnen de duinen, het lijkt er wel door een vrachtwagen neergekiepert te zijn. We gaan de auto uit en slaan bijna stijl achterover van de hitte. Oké, even door de duinen heenploeteren, foto en door. Pff, we zitten nog een tijd na te zweten in de auto (en dat zal niet de laatste keer zijn deze dag). Door naar Bad Water basin, een zoutmeer en tevens het laagste punt van Death Valley en van heel Amerika. Het is nog een eindje rijden en we zien de omgeving steeds veranderen. Maar wat blijft zijn de uitgestrekte landschappen waar geen eind aan lijkt te komen.
Wanneer we aankomen bij Bad Water zien we dat we even naar het Basin moeten lopen, we stappen uit en het ademhalen vergaat ons, niet normaal. Buiten dat het het laagste punt is, is het ook de heetste plek van het westelijk halfrond. Maar nu we er toch zijn moeten we het toch zien. We starten de wandeling en besluiten na 2 minuten dat het van een afstandje ook al best mooi is, gauw terug naar de auto. Door naar Vegas, we hebben een goede indruk van Death Valley en willen nu wel weer weg. We programmeren de navigatie in op ons hotel en het is nog zo’n 2,5 uur rijden. Na een half uur zien we nog een mooie rotspartij en maken nog wat foto’s vanaf een uitzichtpunt. Dennis, Rick en Daan zijn dapper genoeg om helemaal naar de top te klimmen. Nu echt door naar Vegas!
De rit gaat erg snel en rond 3-en rijden we Las Vegas binnen, het is precies zoals we ons herinneren. De hoge gebouwen zien we al van ver opdoemen in de woestijn. Het hotel ligt aan de Strip en moeten wij dus ook met de auto echt over de Strip. Een enorm drukke weg maar we vinden het hotel en parkeerplaats bijna direct en kunnen inchecken. We zeulen onze koffers door het casino naar de incheckbalie. In de hotelkamer gaan we allemaal even lekker onder de douche door en dan gaan we de Strip op. Naast ons hotel zit The Venitian, Venetië in het klein inclusief San Marco Plein en gondels door het Canal Grande.
Wanneer het ‘s avonds donker is gaan we op de Strip kijken naar de verschillende shows voor de hotels. Wanneer we buiten komen start de show tegenover bij The Mirage. Een gave show waarin we een vulkaan tot uitbarsting zien komen. Ondanks dat we aan de overkant van de weg staan kunnen we het goed zien. Daarna gaan we naar The Ballagio, hier is een show met fonteinen die aan en uit gaan op het ritme van de muziek. Het ziet er zwart van de mensen. Wat een bizarre stad is dit, we kijken onze ogen uit. Leuk om alles zo te zien en ongelofelijk dat het er hier 365 dagen in het jaar zo aan toe gaat.
Geschreven door Familiebouhof.reisverhalen