Oké. Het is officieel: ik ben een zelfverklaard brokkenpiloot. Gisteren schreef ik dat we in Jackson waren. En dat ik daar later op zou terugkomen. We zaten inderdaad in Jackson. In St John’s Hospital om precies te zijn. Tijdens de wandeling om Jenny Lake ben ik namelijk gestruikeld over een steen of een boomwortel of iets dergelijks. Dat komt omdat ik naar boven keek in plaats van waar ik mijn voeten neerzette. Er liepen namelijk nogal wat beesten rond. Ik maakte dus een behoorlijke smak en ik had meteen door dat het niet goed was. Mijn hand stond wel in een hele rare hoek op mijn arm. In het Visitor Centre in Grand Teton werd er een soort EHBO-er opgeroepen. Die deed een soort van harde schaal om mijn arm, zodat het wat comfortabeler aanvoelde. Hij verwees ons door naar het ziekenhuis in Jackson. Dat was gelukkig niet ver rijden. Reuze aardige mensen daar. Röntgenfoto’s gemaakt, duidelijk verhaal, mijn pols is een zooitje. En nu zitten we dus in het vliegtuig, terug naar huis. Want ik moet geopereerd worden. Dat kon dus in Amerika, maar na enige overdenkingen lijkt het ons beter om de reis af te breken, en naar huis te gaan om daar de operatie te laten doen. De reis terug en de behandelingen in Hospital hier: tóp geregeld door de Menzis en de ANWB alarmcentrale, waar we de reisverzekering hebben. Heel fijn allemaal.
Bert zegt dat hij mij de volgende keer een pak aantrekt met luchtkussens, zoals een michelin-mannetje. Voor de zekerheid. Op het moment dat ik dit verhaal op schrijf zit ik business class in het vliegtuig. En ik verbaas me over de verwende passagiers om me heen. Ik val behoorlijk uit de toon met mijn legging, wandelschoenen, rugzak en mijn Yellowstone T-shirt. Bert zit achterin, zo’n luxe stoel voor hem zat er niet in bij de verzekering.
Maar goed, nu dus terug naar huis. Maar we komen zeker terug.
Geschreven door Cobertsreizen